Milieudefensie wil een eerlijk, gezond en toekomstgericht voedselsysteem dat past binnen de grenzen van de Aarde. Een weerbaar systeem door diversiteit en door verbinding met het natuurlijk ecosysteem. Het goede nieuws is: dat is goed voor de natuur, de dieren en ook de boeren en burgers van Nederland. Maar dan moet er wel behoorlijk wat gebeuren.
– De veehouderij legt een groot beslag op grond elders voor de productie van veevoer in o.a. Zuid Amerika. De grootschalige productie van soja leidt daar tot ontbossing en sociale en ecologische problemen. Nederland houdt het meeste aantal dieren per oppervlakte ter wereld. We exporteren 70% van ons vlees, zuivel en eieren en blijven hier met een groeiend mestoverschot achter - met grote gevolgen voor mens en milieu.
– Boeren zitten klem tussen schaalvergroten of stoppen. Elke dag stoppen 7 boerenbedrijven en de verdergaande schaalvergroting brengt grotere risico's met zich mee, ook voor ondernemers.
– Er is een groeiende weerstand van bewoners op het platteland. Zij ondervinden overlast van de veehouderij en maken zich zorgen over hun gezondheid door uitbraken van Q-koorts, vogelgriep en toenemende antibiotica resistentie.
– Fraude in de voedselketen neemt toe, zowel bij vlees als met mest. Consumenten twijfelen over de veiligheid van hun voedsel.

Het huidige systeem is kwetsbaar en kent grote risico's voor mens, dier en milieu. Dit systeem is onhoudbaar. Er moet iets rigoureus veranderen.

Milieudefensie ziet een drietal noodzakelijke veranderingen:
1. Consumptie van dierlijk eiwitten naar plantaardige eiwitten
Bij duurzaam vlees wordt vaak de consumptie vergeten. We consumeren veel meer dierlijke eiwitten dan goed is voor onze gezondheid en voor de draagkracht van de aarde. Duurzaam vlees begint daarom bij een vermindering van de consumptie.

De consument voor het schap is anders dan de burger, omdat er sprake is van een marktfalen. Dat betekent dat dat de overheid moet ingrijpen vanuit een maatschappelijk belang
2. Van een mondiaal naar regionaal georiënteerde productie en consumptie
Regionaal georiënteerde landbouw vermindert transport en daarmee energiegebruik en de uitstoot van CO2. Daarnaast biedt regionale productie kansen voor werkgelegenheid en draagt het bij aan een stabielere markt van vraag en aanbod. Bovendien, de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van producent en consument nemen toe naarmate de afstand kleiner is.

3. Van een lineair naar een circulair productiesysteem
Dit betekent dat we de voer – mest – kringlopen sluiten. We brengen de veehouderij weer in balans met de hoeveelheid grond die beschikbaar is voor de productie van veevoer en het gebruik van de mest.

Milieudefensie wil een grondgebonden regionaal georiënteerde veehouderij. Dit betekent dat:
- de veehouderij in Nederland moet krimpen naar een schaal en omvang die past bij Nederland.
- veevoer in de regio van Noordwest Europa geteeld moet worden zodat er niet met veevoer over de hele wereld wordt gesleept. Zo voorkomen we verdere ontbossing en pakken we de verstoring van kringlopen aan.
De overheid heeft een belangrijke rol om dit te realiseren en te stimuleren.

Daarnaast pleit Milieudefensie voor een actief beleid van de overheid dat er op is gericht de consumptie van dierlijke eiwitten te verkleinen en de consumptie van groente en fruit te vergroten. Dat is ook goed voor onze gezondheid. Bovendien is het van groot belang dat we een eerlijke prijs voor ons voedsel gaan betalen, zodat alle kosten (ook die kosten die afgewenteld worden op anderen, zoals kosten van watervervuiling, schade aan onze gezondheid en de natuur) daaruit betaald kunnen worden. Voedsel, en zeker dierlijke eiwitten, moet duurder worden.

En tot slot:
– geef de consument een bescheiden rol. Overheid en bedrijven zeggen dat ze hun best doen door alternatieven beschikbaar te stellen voor de consument, en dat het vervolgens aan de consument de taak is het te kopen. De consument is echter anders dan de burger. De burger geeft aan dat hij duurzaamheid, dierenwelzijn, voorkomen van ontbossing belangrijk vindt. De consument voor het schap is anders dan de burger, omdat er sprake is van een marktfalen. Dat betekent dat dat de overheid moet ingrijpen vanuit een maatschappelijk belang.
– er wordt voldoende voedsel in de wereld geproduceerd. Het komt aan op een degelijke herverdeling, een ander consumptiepatroon en een juiste politiek.
– de wijze waarop Nederland produceert en consumeert draagt bij niet bij aan voedselzekerheid.

Fotocredits: Milieudefensie
Dit artikel afdrukken