Vandaag ontvingen wij de volgende inbreng van de ACM voor het vleesdebat op 3 juni:

ACM heeft in 2013 Duurzaamheid op haar strategische agenda geplaatst. Zij heeft zich vanuit het thema duurzaamheid & mededinging ten doel gesteld om duidelijkheid te verschaffen aan marktpartijen over hoe ACM duurzaamheidsinitiatieven toetst aan de mededingingswet. Hiermee werd vooral beoogd om duurzaamheidsinitiatieven niet onnodig te laten sneuvelen, omdat men ongegrond bang was om samen te werken.

Hiertoe heeft ACM onder andere een visiedocument over mededinging en duurzaamheid gepubliceerd, gelijktijdig met de publicatie van een beleidsregel van EZ over mededinging en duurzaamheid. Economische Zaken (EZ) en ACM hebben bij de totstandkoming van deze documenten nauw samengewerkt. Er is getracht om te laten zien welke ruimte de mededingingswet biedt voor duurzaamheidsinitiatieven. De grenzen worden bepaald door het Europese mededingingsrechtelijke kader (wet en jurisprudentie) en de visie van de Europese Commissie op mededinging en duurzaamheid.

Na de publicatie van deze twee visiedocumenten is besloten met een aantal casussen concreet te laten zien hoe een toets aan de mededingingswet door ondernemingen zelf uitgevoerd kan worden. De Kip van Morgen is naast de sluiting van oude kolencentrales in het Energieakkoord één van de casussen waarmee ACM duidelijk wilde maken hoe een mededingingsrechtelijke toets op een duurzaamheidsinitiatief uitgevoerd kan worden.

De toets die wij hebben uitgevoerd op het initiatief “Kip van Morgen” was casus specifiek. Gekeken is naar de levensomstandigheden van deze kip en de waardering daarvoor van consumenten. De uitkomst van deze toets zegt op zich niets over strijdigheid van andere initiatieven op het gebied van verduurzaming van vlees. Uit deze casus kan dan ook niet de conclusie getrokken worden dat de Mededingingswet per definitie in de weg staat aan verdere verduurzaming van Nederlands vlees.

Indien de mededingingswetgeving in de weg staat van specifieke duurzaamheidsinitiatieven, die vanuit maatschappelijk oogpunt wel wenselijk zijn, is het aan de politiek om middels wet- en regelgeving het duurzaamheidsbelang boven het belang van mededinging te waarderen
Van belang is dat ondernemingen nadenken over wat zij ook individueel kunnen doen en als dit niet mogelijk is om dan goed te onderbouwen waarom dat niet kan. Welke en hoe groot zouden de negatieve effecten van individueel handelen voor hun eigen business case zijn?

Voor ACM was de uitdaging om een casus als “Kip van Morgen” in het economische kader van de Mededingingswet te toetsen. Hoe waardeer je het welzijn van een kip tegenover de kosten die hiermee gemoeid zijn? ACM heeft dit gedaan door een Willingness to Pay onderzoek, waarin consumenten werd gevraagd wat ze over zouden hebben voor verschillende leefomstandigheden van kippen. ACM snapt dat deze methode, zeker vanuit een ethisch oogpunt, kritiek oproept en staat open voor andere mogelijke methoden. In dit kader spreekt ACM ook met allerlei partijen en wetenschappers om te kijken of op dit vlak mogelijkheden bestaan.

Indien de Mededingingswet in de weg staat van specifieke duurzaamheidsinitiatieven, die vanuit maatschappelijk oogpunt wel wenselijk zijn, is het aan de politiek om middels wet- en regelgeving het duurzaamheidsbelang boven het belang van mededinging te waarderen. Deze keuze heeft de ACM zelf niet. Zij kan slechts haar wettelijke taak vervullen door van initiatieven te onderzoeken of zij de concurrentie beperken en als dat zo is te kijken of er mededingingstechnisch gezien toch meer voordelen voor de consument uit voortkomen dan nadelen.


Fotocredits: AH's Kip van Morgen, Foodlog Media
Dit artikel afdrukken