De onderzoekers vergeleken voor hun onderzoek een groep (stedelijke) Zuid-Afrikanen met een groep Amerikanen van Afrikaanse oorsprong. Gek genoeg verschillen deze mensen met dezelfde “roots” enorm wat betreft het risico op darmkanker. Minder dan 5 op de 100.000 Afrikanen krijgt darmkanker. Afrikaanse Amerikanen scoren 65 op de 100.000.

De wetenschappers wilden weten of dit forse verschil te maken kan hebben met wat mensen eten. Om dat uit te zoeken lieten ze twee groepen van 20 vrijwilligers 2 weken lang van dieet wisselen, in een gecontroleerde studie. Het effect op darmkankerrisico gingen de onderzoekers na door darmwandmonsters te nemen. Bovendien keken ze naar de darmbacteriën en het ‘metaboloom’, de stoffen die de proefpersonen uitscheidden.

'Flabbergasted'
De onderzoekers waren 'flabbergasted'. Twee weken anders eten verandert het risico op darmkanker reeds totaal. Bij de Zuid-Afrikanen holde de zogeheten 'saccharolytische fermentatie' achteruit, een omzettingsproces van darmbacteriën waardoor belangrijke nutriënten (short-chain fatty acids) ontstaan en de opname van micronutriënten hoger komt te liggen. De darmbacteriën van Afrikanen produceerden plots stukken minder galzouten, belangrijk voor de afvoer van vetten in lichaam. Daarnaast maakten ze minder butyraat (boterzuur) aan, essentiëel om de darmwandcellen gezond te houden.

Het was toch wel verrassend dat we na twee weken al zo’n groot effect ten gevolge van de dieetverandering zagen
Magische ingrediënten?
Wat is er dan zo speciaal aan dat Afrikaanse dieet? Amerikanen krijgen weinig vezels binnen en veel eiwitten en vetten. Het Amerikaanse menu bevatte veel rood vlees en gebakken of gefrituurde producten, zoals pannenkoekjes, gefrituurde ui, roast beef of corned beef met aardappels.
Het menu van de Afrikanen daarentegen is vezelrijk, bevat relatief weinig eiwitten en vetten. Daarbij weegt waarschijnlijk mee dat ze hun eten anders bereiden: meestal koken ze hun voedsel. Het Afrikaanse dieet bestond vooral uit fruit, maïsproducten zoals tortilla’s en pannenkoekjes met vis, bonensoep, viskoekjes en ananas. Niets magisch, maar wel in lijn met de menu-aanbevelingen WHO.

Nederlandse onderzoeker
In Wageningen verzorgde Erwin Zoetendal van de leerstoelgroep Microbiologie het microbiologische werk, meldt EVMI. Hij had zulke resultaten niet vermoed: “Het was toch wel verrassend dat we na twee weken al zo’n groot effect ten gevolge van de dieetverandering zagen”.

Fotocredits: 'Inflatable colon', A Healthier Michigan
Dit artikel afdrukken