Mensen die zelf hun suikerinname noteren, zouden volgens hun eigen opgave eigenlijk niet obees moeten kunnen worden. Als objectief vastgesteld wordt wat ze werkelijk binnenkrijgen, blijken ze wel degelijk te zwaar te worden van de suiker.

Dat kan betekenen dat mensen met obesitas denken minder suiker te eten dan dat ze daadwerkelijk doen.

Die hypothese volgt uit een internationaal onderzoek dat werd gepubliceerd in Public Health Nutrition. De Daily Mail schrijft erover.

Suikerinname en obesitas
Een team van wetenschappers van de universiteiten van Reading, Cambridge en Arizona State analyseerde de suikerinname van 1.700 mensen uit Norfolk, UK. Ze waren op zoek naar hard bewijs voor het verband tussen suikerinname en overgewicht. De onderzoekers bepaalden de suikerinname van de proefpersonen aan het begin van de studie en na 3 jaar. Die vergeleken ze aan het eind van het onderzoek met de BMI van deelnemers.

Onderrapportage bij dieetdagboekjes
De studie gebruikte twee methoden om de suikerconsumptie te bepalen: (subjectieve) voedseldagboekjes en een objectieve urinetest. In voedingsdagboekjes houden mensen zelf bij wat ze eten. Hieruit berekenden de onderzoekers hun suikerinname. Dit is de meest gebruikte manier om suikerconsumptie vast te leggen. In de urinetest werd het sucrosegehalte gemeten als biomarker voor de suikerconsumptie. Een objectieve meting was nodig omdat inmiddels het vermoeden heerst dat mensen bij zelfrapportage de neiging hebben hun voedselinname te onderrapporteren.

Tussen beide metingen kwam een opvallend verschil naar voren, in combinatie met de BMI-gegevens. Mensen die daadwerkelijk de meeste suiker binnenkregen, zoals bleek uit hun urinetest, hadden 54% meer kans op overgewicht dan degenen die het minste suiker aten. Maar degenen die in hun dagboekjes aangaven de meeste suikers te consumeren, hadden in werkelijkheid 44% minder kans obees te zijn dan degenen die de laagste suikerconsumptie rapporteerden. Te dikke mensen lijken dus te sjoemelen.

Mogelijke verklaringen en beperkingen
Niettemin zijn er verschillende verklaringen voor dit verschil. Volgens Dr Gunter Kuhnle, voedingswetenschapper aan de Universiteit van Reading, kan het zijn dat te zware mensen zich niet realiseren hoeveel ze eten en daarom onderrapporteren. Meerdere studies wijzen in die richting.
Voorts moet bedacht worden dat het gebruik van sucrose in de urine als biomarker voor suikerinname onvoldoende precies is als maat voor daadwerkelijke suikerconsumptie. Deze methode meet alleen de recente suikerinname en niet de suikerinname over de gehele periode. Er moet dus na ieder consumptiemoment gemeten worden om betrouwbaar de wwerkelijke suikerconsumptie vast te stellen.

De BMI van de deelnemers werd alleen aan het eind van de proefperiode gemeten. Het zou interessant zijn geweest om te weten of het achteraf geconstateerde verschil tussen beide meetmethoden ook bij de start van het onderzoek vast te stellen was. Dan was mogelijk het verband tussen overgewicht en onderrapportage van suikerconsumptie eenduidiger uit de verf gekomen.

’Voortaan kiezen voor objectieve meetmethodes
Als sucrose in urine als biomarker een goede weerspiegeling is van de reële suikerconsumptie, dan kan dit onderzoek verklaren waarom de nodige op zelfrapportage gebaseerde onderzoeken er niet in slagen een verband aan te tonen tussen suiker en overgewicht.
De onderzoekers concluderen dan ook wat voor de hand ligt: objectieve meetmethodes zijn te prefereren boven subjectieve - zoals zelfrapportage - om het effect van suiker op overgewicht vast te stellen.

Fotocredits: ‘Voedingsdagboekje’, life_food_fun
Dit artikel afdrukken