Grootschalige illegale boskap voor soja als diervoedergrondstof is voor ons land verleden tijd. Dat zegt Henk Flipsen, directeur van Nevedi, de belangenkoepel van de Nederlandse diervoerderindustrie in reactie op een NGO-rapport dat met name Nederland beschuldigt van aanzet tot illegale boskap in tropische gebieden.
Dit jaar zet de diervoederindustrie samen met haar ketenpartners weer grote stappen met het gebruik van verantwoorde en duurzamere soja. Met Nederland lopen wij nu opnieuw wereldwijd voorop; kritiek van het groeiende woud aan maatschappelijke organisaties gaat hier volstrekt aan voorbij.
Rapporten van maatschappelijke organisaties over sojaschandalen buitelen dit voorjaar als kieviten over elkaar heen. Met fraaie frames mikken ze op veel publiciteit en verontwaardiging bij Nederlands publiek zoals eerder deze week de organisatie Fern deed. Het publiek heeft geen weet van de feiten en deelt oneliners massaal op social media. Het is hun rol om het publiek te wijzen op misstanden die er zijn. Vanuit de diervoederindustrie hebben wij onze maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Ook wij willen geen misstanden op sociaal of milieugebied in landen van herkomst van onze grondstoffen. Wij ondersteunen bijvoorbeeld de actie die vereist is om illegale ontbossing en andere illegale praktijken tegen te gaan. De diervoederindustrie is hier zelf ook al jaren actief mee aan de slag. We zijn met de partners in de dierlijke productieketens aanzienlijk verder met duurzamere soja dan maatschappelijke organisaties als Milieudefensie de politiek en het publiek in ons land willen laten geloven. Hun Lokaal-voer-campagne is op zich een prima initiatief, maar gaat gepaard met een vals, incorrect statement (“Je verwacht het niet, maar vlees, zuivelproducten en eieren in de schappen van de supermarkt en de grootschalige kap van oerwouden hebben alles met elkaar te maken.”).
Nederland wereldwijd koploper
Feit is dat de actieve participatie van de Nederlandse diervoederindustrie voor gebruik van RTRS-soja vruchten afwerpt. Immers, via RTRS is certificering van verantwoord geproduceerde soja op de wereldagenda geplaatst. Daarbij is het Nederlands gebruik van soja afkomstig van illegaal ontbost gebied uitgesloten. De RTRS standaard is sinds eind 2010 beschikbaar en naar verwachting wordt in 2015 alle benodigde soja voor de productie van vlees, zuivel en eieren voor binnenlandse consumptie RTRS-gecertificeerd. Ons land is nu wereldwijd koploper met gebruik van verantwoorde soja en vervult een voorbeeld- en voortrekkersrol in andere (EU-)landen. Diervoederbedrijven sloten daarnaast in oktober vorig jaar een convenant in Nevedi-verband. Daarin legden ze verder vast dat als de marktvraag wegblijft voor verantwoorde soja, ingekochte soja toch voldoet aan minimum duurzaamheidseisen.
Die eisen (o.m. geen illegale ontbossing, goede arbeidsomstandigheden en goede landbouwpraktijk), gelden ook voor Nederlandse productie van vlees, zuivel en eieren bestemd voor export. Binnen onze Europese brancheorganisatie Fefac heeft het aankopen van op verantwoorde wijze geproduceerde grondstoffen eveneens hoge prioriteit. De aangesloten Noordwest-Europese brancheorganisaties stelden gezamenlijk richtlijnen op voor het aankopen van soja. Voldoen aan de wetgeving in de landen van herkomst en mede daardoor het uitbannen van illegale ontbossing zijn daarin belangrijke onderdelen. Zo ondersteunen we lokale initiatieven en leggen we een breed kader neer waar iedereen die grondstoffen wil leveren aan moet voldoen. Deelname en ondersteuning van de grote producenten en hun overheid aan dit programma van eisen is cruciaal. Juist door de brede toegankelijkheid en de duidelijke afspraken die gemaakt worden, zijn wij ervan overtuigd dat dit systeem op EU-niveau succesvol zal zijn.
Broze lijntjes
Binnenkort komt een delegatie van telers, handelaren, lokale maatschappelijke organisaties en overheid op uitnodiging van Nevedi naar Nederland. Zij zullen laten zien en uitleggen hoe onze grote leveranciers in Brazilië omgaan met de belangrijke sociale en milieu-issues die wij adresseren. Medio mei organiseert Nevedi samen met het Comité van Graanhandelaren een netwerkevent over de voortgang van de omslag naar verantwoorde duurzame soja in Nederland. Ook die bijeenkomst is erop gericht om de broze lijntjes waaraan verantwoorde soja hangt verder te versterken. Broos, omdat vooralsnog Europese consumenten er niet voor willen betalen. Desondanks kopen diverse bedrijven uit de dierlijke productieketen nu al alleen verantwoorde soja in. Tegelijkertijd is Nederland in de wereldwijde markt slechts een zeer kleine speler, ook al zijn we – vér na China - tweede importeur van de wereld. De verbruikte soja voor de Nederlandse veestapel bedraagt minder dan één procent van de wereldwijde sojaproductie.
Soja uit Zuid-Amerika het duurzaamst
Die kwetsbare positie is extra reden om naar alternatieve, Europese eiwitbronnen op zoek te gaan. Dit zal de afhankelijkheid van Zuid-Amerikaanse soja verminderen en draagt bij aan het sluiten van kringlopen. Ook dit vergt tijd en grote investeringen en is meer complex dan maatschappelijke organisaties ons willen laten geloven. Maandag 16 maart was ik bij het debat in De Rode Hoed over gezond, veilig en duurzaam voedsel. Daar gaf Sanderine Nonhebel (universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen) een sprekend voorbeeld. Het EU-verbod op gebruik van diermeel (bij de BSE-crisis) in veevoeders kostte volgens haar een miljoen hectare tropisch regenwoud. Zij stelt dat voedselveiligheid en duurzaamheid niet hand in hand gaan.
De complexiteit blijkt ook uit de reeks reacties op een eerder bericht op Foodlog. Zuid-Amerikaanse soja laat zich, als zeer competitieve eiwitbron, niet eenvoudig vervangen. Bij het zoeken naar geschikte alternatieven spelen voor de diervoederindustrie factoren als kwaliteit, leveringszekerheid, prijs en ook duurzaamheid. Onderzoek van Wageningen UR en Blonk Consultants laat zien dat we pas aan het begin staan van de lange weg naar de omslag naar meer regionale eiwitbronnen. Soja uit Zuid-Amerika blijkt vooralsnog duurzamer dan vrijwel alle regionaal geproduceerde eiwitbronnen. Desondanks gaan diervoederbedrijven door met onderzoeks- en praktijkprojecten om opties op slagingskans te kunnen beoordelen. Hierin wordt nauw samengewerkt met overheid, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zoals Natuur & Milieu.
Diervoerders: tot 2/3 reststroom van menseneten
Naast RTRS-soja (voor de Nederlandse markt), steeds duurzamere soja (in de EU) en alternatieve eiwitbronnen is meer efficiëntie een vierde spoor waaraan de diervoederindustrie blijft werken. Het mag dan niet alom worden bejubeld, óók hoge voederwaarde en –conversie dragen beslist bij aan duurzaamheid. Minder kilo’s voer (en dus soja) voor de productie van vlees, zuivel en eieren verlaagt de carbon footprint. Met onderzoek naar efficiëntieverbetering investeert de diervoederindustrie jaarlijks vele miljoenen, resulterend in uitgekiend voer voor elk dier in elke levensfase, samengesteld uit honderden verschillende grondstoffen. Veruit het grootste deel hiervan is overigens lokaal of regionaal geteeld (< 500 km) of afkomstig als bijproduct van de levensmiddelenindustrie. Bij sommige voersoorten kan het aandeel bijproducten dat niet voor humaan gebruik geschikt is, oplopen tot tweederde deel van de grondstoffen.
Niet simpel, wel vooruit
Gaat het allemaal hosanna? Nee! Is het simpel? Nogmaals nee! De diervoederindustrie werkt de komende jaren constructief verder met ketenpartners en externe partijen aan het verduurzamen van onze grondstoffen. Soms lukt het met grote stappen op kleine schaal, dan weer zijn het kleinere stapjes op grote schaal. Beide leiden tot vooruitgang en dat juichen we toe. In het besef dat onze leden daarin hun kansen zien, zowel bij nichemarkten als bij ‘bulkstromen’ van voer voor de productie van vlees, zuivel en eieren voor de binnenlandse én buitenlandse markt.
Fotocredits: 'Fun job', Matt Trostle
Dit artikel afdrukken
Rapporten van maatschappelijke organisaties over sojaschandalen buitelen dit voorjaar als kieviten over elkaar heen. Met fraaie frames mikken ze op veel publiciteit en verontwaardiging bij Nederlands publiek zoals eerder deze week de organisatie Fern deed. Het publiek heeft geen weet van de feiten en deelt oneliners massaal op social media. Het is hun rol om het publiek te wijzen op misstanden die er zijn. Vanuit de diervoederindustrie hebben wij onze maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Ook wij willen geen misstanden op sociaal of milieugebied in landen van herkomst van onze grondstoffen. Wij ondersteunen bijvoorbeeld de actie die vereist is om illegale ontbossing en andere illegale praktijken tegen te gaan. De diervoederindustrie is hier zelf ook al jaren actief mee aan de slag. We zijn met de partners in de dierlijke productieketens aanzienlijk verder met duurzamere soja dan maatschappelijke organisaties als Milieudefensie de politiek en het publiek in ons land willen laten geloven. Hun Lokaal-voer-campagne is op zich een prima initiatief, maar gaat gepaard met een vals, incorrect statement (“Je verwacht het niet, maar vlees, zuivelproducten en eieren in de schappen van de supermarkt en de grootschalige kap van oerwouden hebben alles met elkaar te maken.”).
Nederland wereldwijd koploper
Feit is dat de actieve participatie van de Nederlandse diervoederindustrie voor gebruik van RTRS-soja vruchten afwerpt. Immers, via RTRS is certificering van verantwoord geproduceerde soja op de wereldagenda geplaatst. Daarbij is het Nederlands gebruik van soja afkomstig van illegaal ontbost gebied uitgesloten. De RTRS standaard is sinds eind 2010 beschikbaar en naar verwachting wordt in 2015 alle benodigde soja voor de productie van vlees, zuivel en eieren voor binnenlandse consumptie RTRS-gecertificeerd. Ons land is nu wereldwijd koploper met gebruik van verantwoorde soja en vervult een voorbeeld- en voortrekkersrol in andere (EU-)landen. Diervoederbedrijven sloten daarnaast in oktober vorig jaar een convenant in Nevedi-verband. Daarin legden ze verder vast dat als de marktvraag wegblijft voor verantwoorde soja, ingekochte soja toch voldoet aan minimum duurzaamheidseisen.
Die eisen (o.m. geen illegale ontbossing, goede arbeidsomstandigheden en goede landbouwpraktijk), gelden ook voor Nederlandse productie van vlees, zuivel en eieren bestemd voor export. Binnen onze Europese brancheorganisatie Fefac heeft het aankopen van op verantwoorde wijze geproduceerde grondstoffen eveneens hoge prioriteit. De aangesloten Noordwest-Europese brancheorganisaties stelden gezamenlijk richtlijnen op voor het aankopen van soja. Voldoen aan de wetgeving in de landen van herkomst en mede daardoor het uitbannen van illegale ontbossing zijn daarin belangrijke onderdelen. Zo ondersteunen we lokale initiatieven en leggen we een breed kader neer waar iedereen die grondstoffen wil leveren aan moet voldoen. Deelname en ondersteuning van de grote producenten en hun overheid aan dit programma van eisen is cruciaal. Juist door de brede toegankelijkheid en de duidelijke afspraken die gemaakt worden, zijn wij ervan overtuigd dat dit systeem op EU-niveau succesvol zal zijn.
Broze lijntjes
Binnenkort komt een delegatie van telers, handelaren, lokale maatschappelijke organisaties en overheid op uitnodiging van Nevedi naar Nederland. Zij zullen laten zien en uitleggen hoe onze grote leveranciers in Brazilië omgaan met de belangrijke sociale en milieu-issues die wij adresseren. Medio mei organiseert Nevedi samen met het Comité van Graanhandelaren een netwerkevent over de voortgang van de omslag naar verantwoorde duurzame soja in Nederland. Ook die bijeenkomst is erop gericht om de broze lijntjes waaraan verantwoorde soja hangt verder te versterken. Broos, omdat vooralsnog Europese consumenten er niet voor willen betalen. Desondanks kopen diverse bedrijven uit de dierlijke productieketen nu al alleen verantwoorde soja in. Tegelijkertijd is Nederland in de wereldwijde markt slechts een zeer kleine speler, ook al zijn we – vér na China - tweede importeur van de wereld. De verbruikte soja voor de Nederlandse veestapel bedraagt minder dan één procent van de wereldwijde sojaproductie.
Soja uit Zuid-Amerika het duurzaamst
Die kwetsbare positie is extra reden om naar alternatieve, Europese eiwitbronnen op zoek te gaan. Dit zal de afhankelijkheid van Zuid-Amerikaanse soja verminderen en draagt bij aan het sluiten van kringlopen. Ook dit vergt tijd en grote investeringen en is meer complex dan maatschappelijke organisaties ons willen laten geloven. Maandag 16 maart was ik bij het debat in De Rode Hoed over gezond, veilig en duurzaam voedsel. Daar gaf Sanderine Nonhebel (universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen) een sprekend voorbeeld. Het EU-verbod op gebruik van diermeel (bij de BSE-crisis) in veevoeders kostte volgens haar een miljoen hectare tropisch regenwoud. Zij stelt dat voedselveiligheid en duurzaamheid niet hand in hand gaan.
De complexiteit blijkt ook uit de reeks reacties op een eerder bericht op Foodlog. Zuid-Amerikaanse soja laat zich, als zeer competitieve eiwitbron, niet eenvoudig vervangen. Bij het zoeken naar geschikte alternatieven spelen voor de diervoederindustrie factoren als kwaliteit, leveringszekerheid, prijs en ook duurzaamheid. Onderzoek van Wageningen UR en Blonk Consultants laat zien dat we pas aan het begin staan van de lange weg naar de omslag naar meer regionale eiwitbronnen. Soja uit Zuid-Amerika blijkt vooralsnog duurzamer dan vrijwel alle regionaal geproduceerde eiwitbronnen. Desondanks gaan diervoederbedrijven door met onderzoeks- en praktijkprojecten om opties op slagingskans te kunnen beoordelen. Hierin wordt nauw samengewerkt met overheid, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zoals Natuur & Milieu.
Diervoerders: tot 2/3 reststroom van menseneten
Naast RTRS-soja (voor de Nederlandse markt), steeds duurzamere soja (in de EU) en alternatieve eiwitbronnen is meer efficiëntie een vierde spoor waaraan de diervoederindustrie blijft werken. Het mag dan niet alom worden bejubeld, óók hoge voederwaarde en –conversie dragen beslist bij aan duurzaamheid. Minder kilo’s voer (en dus soja) voor de productie van vlees, zuivel en eieren verlaagt de carbon footprint. Met onderzoek naar efficiëntieverbetering investeert de diervoederindustrie jaarlijks vele miljoenen, resulterend in uitgekiend voer voor elk dier in elke levensfase, samengesteld uit honderden verschillende grondstoffen. Veruit het grootste deel hiervan is overigens lokaal of regionaal geteeld (< 500 km) of afkomstig als bijproduct van de levensmiddelenindustrie. Bij sommige voersoorten kan het aandeel bijproducten dat niet voor humaan gebruik geschikt is, oplopen tot tweederde deel van de grondstoffen.
Niet simpel, wel vooruit
Gaat het allemaal hosanna? Nee! Is het simpel? Nogmaals nee! De diervoederindustrie werkt de komende jaren constructief verder met ketenpartners en externe partijen aan het verduurzamen van onze grondstoffen. Soms lukt het met grote stappen op kleine schaal, dan weer zijn het kleinere stapjes op grote schaal. Beide leiden tot vooruitgang en dat juichen we toe. In het besef dat onze leden daarin hun kansen zien, zowel bij nichemarkten als bij ‘bulkstromen’ van voer voor de productie van vlees, zuivel en eieren voor de binnenlandse én buitenlandse markt.
Fotocredits: 'Fun job', Matt Trostle
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Je hebt heel veel woorden nodig voor een weinig sprekend betoog, Henk. Het bulkt van de goede bedoelingen, verwachtingen, convenanten en dat het allemaal zo complex is. Ik twijfel niet aan de oprechtheid daarvan. Maar voor criticasters een heerlijke schietschijf. Je laat je door MD voor een rol casten die je niet wil hebben en toch speel je hem. Dat is voor MD telkens prijsschieten. Vertel wat haalbaar is en wat niet. Kom met cijfers. Onderbouw waarom NL vooroploopt. Laat Solidaridad het verhaal meevertellen. En nodig WD en MD uit voor een dialoog in mei tijdens het netwerkevent. Daag hen uit om daadwerkelijk mee te helpen aan verduurzaming van de sojaketen in plaats van met de handen in de zakken langs de zijlijn staan te jouwen.
#1 Ben wel blij met de input van blogs uit het bedrijfsleven. Het maakt dit soort problemen -waarom wil de consument niet betalen voor bijvoorbeeld RTRS?- op termijn hopelijk inzichtelijker.
Zelf ga ik er bijvoorbeeld -als consument- vanuit dat de overheid en het bedrijfsleven de verantwoordelijkheid van ons voedsel borgt en vind het een vreemde gedachte dat er extra betaald moet worden voor RTRS, als dit eind 2015, gangbaar is (de consument kan niet kiezen tussen niet en wel RTRS voedsel, en het is daardoor niet meer een verkoopargument richting de consument!).
Elke consument, met koopkracht, zal meer betalen voor vlees, melk en eieren, als dit een economisch of politiek gegeven is, is mijn overtuiging- helemaal als het de consument (een schijnbare) vrijheid biedt. Hierbij denk ik aan de brandstofmarkt de afgelopen jaren en de ingevoerde 130 km/h zones (hogere snelheden zorgen via accijns voor een mooie bijdrage aan de schatkist, helemaal als de brandstofprijzen ook hoog zijn).
Voor een diervoerbranche is het, lijkt mij, extra lastig om de inspanningen die zij verrichten aan de consument te communiceren. Helemaal nu bedrijven steeds groter worden en kernen van innovaties niet gecommuniceerd kunnen worden met een breder publiek omdat ze competitief onderdeel zijn van een lange termijn strategie, waarbij elk bedrijf eigen concepten ontwikkeld die onderling lastig te vergelijken zijn. Maak dat soort zaken inzichtelijk op een algemene website en toets concepten aan onafhankelijke standaarden en communieer dat! Open bijvoorbeeld een website zoals "www.meermetmindervoer.nl" en communiceer inspanningen vanuit de sector: hoeveel draagt een hennen-hanen-opfokconcept van Agrifirm bij aan het verbeteren van de voerconversie? Of wat draagt een fermentatieproces van o.a. ForFarmersHendrix hier aan bij? Dat soort zaken op 1 webstek en een url op elk melkpak, vleespakje, eierdoosje, en je komt binnen bij de consument. Investeer als sector in eindconsumentmarketing, ontwikkel samen met boeren of als boeren innovatieve vleesconcepten en diversifiseer het bulkproduct vlees. Waarom hebben wij geen Greenlands of ligt er in Ierland geen Veluwebiefstuk?
Als er een brede vertegenwoordiging van bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties op het event in mei zijn kom ik ook graag even kijken!
Wat ik graag van Henk zou willen horen is: kloppen de cijfers van FERN?
Fijn dat er wel iets gebeurt op dit gebied. Maar wat mij betreft duurt het wel lang voordat de veevoer / veeteeltindustrie er iets constructiefs mee gaat doen. Deze problemen zijn toch al heel lang bekend?
In de jaren 90 was het onder milieubewuste mensen uit mijn omgeving in Wageningen al normaal om geen vlees te eten vooral vanwege dit probleem met het grote areaal. Hoe dan ook is het teeltoppervlakte nodig voor veevoer veel groter dan voor directe consumptie door mensen. Voor mij is het in ieder geval een reden om geen of matig vlees te eten. Voor zoveel milieubelasting en natuurvernieling wil ik persoonlijk zo min mogelijk verantwoordelijk zijn. Verbeter de wereld, begin bij jezelf is mijn persoonlijke levensmotto.
Maar goed. Dat RTRS soya, is neem ik aan gewoon nog steeds genetisch gemanipuleerde soya. Klopt dat? Ik las eerder op Foodlog dat 98% van de totale soya teelt GMO is? GMO zodat je er onbeperkt glyfosaat overheen kan spuiten? Waardoor er van milieuvriendelijkheid toch weinig sprake is?
Dat zijn aantallen die je niet zomaar ombuigt, daar voor moet dan heel wat gebeuren. Zoveel zaad is er niet eens voorradig van niet GMO soya. Dus mijn conclusie is dan snel RTRS = GMO.
En ik heb begrepen dat het laatste soya bonen zaad ook een andere resistentie via gentech heeft gekregen.
Dus als deze sector serieus genomen wil worden, zou er voor de productie van soya ten minste geen zaad afgenomen moeten worden van een bedrijf dat floreert bij de verkoop van bestrijdingsmiddelen en hier een grote monopoliepositie in heeft.
Waar is gezonde concurrentie?
#4 Dat klopt, Palien. Het merendeel van #RTRS soja is GMO. Zelf ben ik persoonlijk geen tegenstander van de roundupresistentie technologie en zou zelfs durven pleiten dat het bijdraagt aan duurzaamheid. Grote voordelen van de RR-technologie is dat er met 'no-till' gewerkt kan worden en dat er veel minder chemie per hectare nodig is (bij een sojateelt bij ons in Europa gaat er vaak VOOR de teelt al Roundup op de akker om deze schoon te maken, waarna er een voor-opkomst herbicide wordt gebruikt en na-opkomst herbiciden. Vaak met een veel hogere milieu impact als Roundup (en daarnaast ploegen wij ook nog vaak, wat weer voor veel fossiele brandstof input zorgt inclusief het in de war brengen van de bodemecologie).
Dat Monsanto een grote jongen is klopt, maar de eerste generatie RR genen zijn off-patent inclusief de Roundup zelf! Dus dat zou in theorie kansen moeten bieden voor bedrijven die daar heil in zien.