Vorige week vroeg ik wie de weg kwijt is: de overheid of de Autoriteit Consument Markt? De Kip van Morgen mag niet, terwijl iedereen hem wil. Nee hoor, blijkt de ACM te zeggen: veel te weinig mensen willen hem.
Afgelopen week was het rapport van de ACM nog niet uit. Nu blijkt dat het de lijnen volgt die we hier vorige week bespraken.
Het hoofdargument van de ACM luidt: het publiek ziet geen meerwaarde in de Kip van Morgen. Aan geen van de 4 redenen waarom collectieve afspraken mogen worden gemaakt die de mededinging omzeilen, kan worden voldaan. De Autoriteit wil best nog eens nadenken over het beest, maar dan moet het wel een dier zijn waar het publiek ook echt iets in ziet.
Daar zit iets in, zei ik ook vorige week al. Het WNF ziet immers de doorontwikkeling van de plofkip als heilzaam, terwijl Wakker Dier de Kip van Morgen als een flopkip in flauwekulsaus ziet. Ook op Foodlog kwam destijds een felle reactie tegen de AH-versie van de Kip van Morgen. Wat de Kip van Morgen zou kunnen zijn, is daarmee niet bepaald duidelijk.
Het rapport is hier na te lezen.
Dijksma teleurgesteld
Staatssecretaris Dijksma toon zich nadrukkelijk teleurgesteld In het oordeel en zegt: "Ik vind het jammer dat de ACM de Kip van Morgen in strijd acht met de mededingingsregels. Vooral nu de sector de handschoen oppakt en het dierenwelzijn wil verbeteren. Wat in elk geval moet gebeuren, is dat de verbetering van het welzijn van de kippen doorgang kan vinden. Samen met het bedrijfsleven wil ik zoeken naar alternatieven die wel mogelijk zijn."
Politiek en bedrijfsleven buitenspel
Zij wil nu dus met boeren, slachters, verwerkers en supers zoeken naar mogelijkheden om toch een Kip van Morgen op tafel te krijgen. Het probleem lijkt echter te zijn dat alleen consumenten daarover een uitspraak kunnen doen. De ACM plaatst bedrijfsleven, regering en politiek buitenspel. Het is aan de consument. Dat is een lastige, want hoe kun je als politiek nou tegen de democratie zijn?
Hier is zowel juridisch als moreel gezien naar mijn beste inschatting een forse impasse ontstaan.
Fotocredits: ACM
Dit artikel afdrukken
Het hoofdargument van de ACM luidt: het publiek ziet geen meerwaarde in de Kip van Morgen. Aan geen van de 4 redenen waarom collectieve afspraken mogen worden gemaakt die de mededinging omzeilen, kan worden voldaan. De Autoriteit wil best nog eens nadenken over het beest, maar dan moet het wel een dier zijn waar het publiek ook echt iets in ziet.
Daar zit iets in, zei ik ook vorige week al. Het WNF ziet immers de doorontwikkeling van de plofkip als heilzaam, terwijl Wakker Dier de Kip van Morgen als een flopkip in flauwekulsaus ziet. Ook op Foodlog kwam destijds een felle reactie tegen de AH-versie van de Kip van Morgen. Wat de Kip van Morgen zou kunnen zijn, is daarmee niet bepaald duidelijk.
Het rapport is hier na te lezen.
Dijksma teleurgesteld
Staatssecretaris Dijksma toon zich nadrukkelijk teleurgesteld In het oordeel en zegt: "Ik vind het jammer dat de ACM de Kip van Morgen in strijd acht met de mededingingsregels. Vooral nu de sector de handschoen oppakt en het dierenwelzijn wil verbeteren. Wat in elk geval moet gebeuren, is dat de verbetering van het welzijn van de kippen doorgang kan vinden. Samen met het bedrijfsleven wil ik zoeken naar alternatieven die wel mogelijk zijn."
Politiek en bedrijfsleven buitenspel
Zij wil nu dus met boeren, slachters, verwerkers en supers zoeken naar mogelijkheden om toch een Kip van Morgen op tafel te krijgen. Het probleem lijkt echter te zijn dat alleen consumenten daarover een uitspraak kunnen doen. De ACM plaatst bedrijfsleven, regering en politiek buitenspel. Het is aan de consument. Dat is een lastige, want hoe kun je als politiek nou tegen de democratie zijn?
Hier is zowel juridisch als moreel gezien naar mijn beste inschatting een forse impasse ontstaan.
Fotocredits: ACM
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
ACM berekent Willingness to pay en zet dat af tegen extra kosten. Volgens ACM wil consument behoorlijk wat extra betalen voor gegarandeerde verdoving bij slacht: 6 euro per kilo. Dat lijkt me een maatregel die relatief eenvoudig en goedkoop is in te voeren (nu al bij oa 1 ster Beter leven). Dan schiet totale Willingness to pay voor Kip van Morgen ver boven verwachte meerprijs en is Kip van Morgen mededingingstechnisch geen probleem... De vraag is wel of het goede route is om zo te 'rekenen'.
De ACM berekent tevens dat consumenten méér willen betalen dan 1-ster kip nu in de winkel kost. Als ik met een marktonderzoekersbril kijk, constateer ik dat ze weinig hebben met duurzaamheid, vlees willen eten, maar moeite hebben met het doodmaken van beesten en daar wel een flinke aflaat voor willen betalen.
Maar, Hans, we komen , nu bekend is wat de ACM letterlijk zegt, natuurlijk tot de fundamentele vraag: hoe definieer je duurzaamheid en wie bepaalt of we die moeten willen volgens die definitie?
In de eerdere lijn stelde ik je nog een vraag naar aanleiding van de rechtsfilosofische overwegingen van Anna Gerbrandy daarbij. Ook daar zien we precies die crux terugkomen: (hoe) kunnen de wetgever en wetshandhaver normatief zijn en zich tegelijk legitimeren in wat we als publiek in het algemeen belang achten?
De ACM operationaliseert dat vanuit 'willingness to pay'. Voorstanders van dierwelzijn en het verhogen van ondergrenzen zullen zeggen dat het publiek zich onvoldoende bewust is van wat moet. Het probleem is alleen dat mensen - incl. die voorstanders - een heleboel dingen doen die bepaald niet reflecteren wat moet. Hoe bepaal je dus wat een status aparte heeft die wel prioriteit heeft?
Diezelfde discussie zal overal terugkomen. In een belendende lijn gaat het over de waarde van water. Iemand -merkt daar op dat je er nooit uitkomt. Dat is juist. Je kunt ook opmerken: als je er zo inzit, kom je er nooit uit. Dat klopt ook.
Mijn gedachte: misschien moet je het niet hebben over de inhoud, maar over het proces. Wellicht vind je daar de basis voor legitimaties.
Om het verder complex te maken: de plofkip is niet het echte probleem, maar aangewezen als (schijn?)oplossing voor een veel bredere problematiek.
Hèt commerciële probleem dat supermarkten hebben is dat ze teveel vergelijkbaar zijn, en de consument dus vergelijkt op prijs, en dan vooral op dat van vlees.
Dit heeft de consument zo niet bedacht, maar supermarkten zelf. Niet in onderlinge afspraak, maar als gevolg van nabootsing. Die kopieerdrift leidde tot een rivaliteitscrisis waar men geen uitweg mee in ziet.
Deze crisis kan doorbroken worden door het gezamenlijk aanwijzen van een zondebok om die dan met elkaar ritueel een koppie kleiner te maken. Daarna kunnen de rivalen door met een nieuwe start weer los van elkaars gemeenschappelijke beeld van begeerte.
Welnu, met een beetje fantasie is te duiden dat supermarkten (natuurlijk onbewust) de plofkip tot gezamenlijk zondebok hebben gemaakt en de Dierenbescherming de 'priester' is die er zijn zegen aan geven mocht. Op zich niks mis mee, wat alleen dom is is dat er een nieuwe dezelfde-bodem-voor-iedereen wordt vastgesteld, wat dus bottom line geen mallemoer oplost.
Je zou ervoor kunnen kiezen om weging ketenafspraken op punt van bijdrage aan verduurzaming voedselvoorziening niet op bordje ACM, maar op bordje van de overheid/volksvertegenwoordiging zelf te leggen. In theorie zou je wetgeving zo aan kunnen passen dat ACM de puur mededingingsrechtelijke toets doet en dat overheid, gecontroleerd door volksvertegenwoordiging Tweede Kamer, de bevoegdheid krijgt om vanwege duurzaamheidsredenen ketenafspraken desondanks toe te staan. Voor de discussie...
Hans, is toetsing van de besluiten van de wetgever aan het wettelijk kader dan niet meer nodig? Wat de toets oplevert weten we nu immers.
Je pleit dus eigenlijk voor het selectief uitschakelen van de toets van de Autoriteit. Daar zou iets voor te zeggen kunnen zijn rond zaken die de wetgever niet heeft kunnen voorzien. Voorwaarde zou dan wel moeten zijn dat de Kamer een goed inhoudelijk inzicht in de materie heeft en van daaruit zijn politieke spel kan spelen.
Vermoedelijk is niemand beledigt, als iemand zou opmerken dat de tijden van goed geïnformeerde Kamers ver achter ons liggen.