Op 3 februari gaat de zesde editie van de serie It's the Food, my Friend in de Amsterdamse Rode Hoed weer van start. We vroegen de organisatoren Wouter van der Weijden en Bert van Ruitenbeek wat ze ooit voor ogen hadden, wat ze onderwijl geleerd hebben en wat daarom 2015 brengt.
Wat was jullie ambitie toen je begon met de serie?
Wouter van der Weijden: We wilden inzicht bieden in de spilfunctie van voedsel in de samenleving en onze omgang met de aarde. Mythes doorprikken. Mensen losmaken van hun vooroordelen en uit hun loopgraven halen om van daaruit te komen tot een dialoog over de cruciale dilemma’s.
Dat inzicht stemt niet altijd vrolijk, maar we wilden perspectief en handvatten bieden. Van daaruit mag je hopen op meer consensus tussen de zeer verschillende spelers in de hele voedselketen. Ik persoonlijk wilde dat graag in een mix van studium generale, debat en bruggen bouwen.
Bert van Ruitenbeek: Bewustzijn creëren. In twee generaties is de ervaringskennis uit onze landbouw en voedselcultuur van hele grote groepen van de bevolking naar een hele kleine groep gegaan. Die ‘revolutie’ heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkelingen rond landbouw en voedsel die ons allemaal aangaat, grotendeels aan het zicht en de democratische controle onttrokken zijn. Ik wilde weer vol de schijnwerpers op dit voor iedereen belangrijke onderwerp. Op niveau en met alle spelers van de keten, inclusief burgerij.
Hoe kijken jullie terug op 5 jaar Rode Hoed Food-debatten?
WvdW: Ik vind het inzicht toegenomen. Ook is er meer consensus. Maar er is nog veel meer nodig. Het is duizelingwekkend waar voedsel allemaal mee samenhangt. Dat zie je alleen al als je Foodlog een paar dagen volgt.
Ik ben blij dat we zichtbaar hebben kunnen maken dat je verarmde ecosystemen weer kunt laten opbloeien. Politiek interessant vond ik de avonden over melkveehouderij en geoplitiek. Beide hebben impact gehad op het ministerie van Economische Zaken.
BvR: Ik ben vooral verrast dat de belangstelling – ook nog eens veel jonge mensen - zo groot is en steeds groeit. Want naast ons initiatief zijn er overal in ons land debatten, proeverijen etc. Ik vind dat we er vooral in geslaagd zijn om echt vanuit kennis telkens de dialoog aan te gaan. Veel debatten staan van tevoren wel zo’n beetje vast. Als je de verslagen van onze debatten naleest, kom je juist ook steeds nieuwe inzichten tegen. Wat nog beter moet is het bereik van onze serie buiten de zaal. We zouden nog meer media kunnen bereiken.
Wat hebben jullie ervan geleerd?
WvdW: De rijkdom van het thema voedsel is veel groter dan ik dacht. Voor wat betreft communicatie: dat je grote meerwaarde kunt creëren door on- en offline te combineren.
BvR: Dat er hordes jonge mensen staan te trappelen om zich op de een of andere manier te verbinden met hun voedsel. Misschien niet op de klassieke manier van boer zijn, maar op heel diverse manieren waarbij je ziet dat juist de stadse mens probeert het verlies aan contact met de landbouw weer een nieuwe vorm te geven. Dat er mensen zijn die niet alleen vergezichten en meningen hebben, maar die echte informatie en kennis willen opdoen. Daarom is een goede mix van wetenschap en praktijkmensen voor ons belangrijk.
Hoe hebben jullie dat verwerkt in de 2015 editie?
WvdW: We hebben nog nauwere samenwerking gezocht met Foodlog en YFM. We focussen meer op centrale dilemma’s en gaan daarover stemmen om steeds de temperatuur van het water zichtbaar te maken. Dat biedt alle spelers – overheid, bedrijfsleven en anderen – meer richting houvast en hopelijk een basis voor samenwerking van daaruit.
BvR: Op 1 avond na zijn er naast elke avond praktijkmensen aanwezig, boeren, retail, verwerkers. Om de ‘democratie’ te vieren zoeken we nog meer de interactie met onze bezoekers/deelnemers. Tijdens de slotavond wordt er bovendien gestemd over een aantal stellingen die de basis zouden kunnen worden voor een breed gedragen landbouw- en voedselcultuur in Nederland.
Voorafgaand aan iedere avond lanceert de hoofdspreker een stelling. Een oud-deelnemer aan de YFM Academy interviewt de hoofdspreker van de avond. Het gesprek daarover voorafgaand aan de avond vormt inhoudelijke input voor zijn voordracht en de moderatie van de avond door Felix Rottenberg.
Een passepartout voor de gehele serie van 6 avonden en losse kaarten zijn online te bestellen via de Rode Hoed. De eerste avond is op 3 februari. Het voorbereidende interview met hoofdspreker waterprofessor Arjen Hoekstra (TU Twente) is hier te vinden.
Fotocredits: de Rode Hoed, Keizersgracht 102, Amsterdam, Reliwiki
Dit artikel afdrukken
Wouter van der Weijden: We wilden inzicht bieden in de spilfunctie van voedsel in de samenleving en onze omgang met de aarde. Mythes doorprikken. Mensen losmaken van hun vooroordelen en uit hun loopgraven halen om van daaruit te komen tot een dialoog over de cruciale dilemma’s.
Dat inzicht stemt niet altijd vrolijk, maar we wilden perspectief en handvatten bieden. Van daaruit mag je hopen op meer consensus tussen de zeer verschillende spelers in de hele voedselketen. Ik persoonlijk wilde dat graag in een mix van studium generale, debat en bruggen bouwen.
Bert van Ruitenbeek: Bewustzijn creëren. In twee generaties is de ervaringskennis uit onze landbouw en voedselcultuur van hele grote groepen van de bevolking naar een hele kleine groep gegaan. Die ‘revolutie’ heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkelingen rond landbouw en voedsel die ons allemaal aangaat, grotendeels aan het zicht en de democratische controle onttrokken zijn. Ik wilde weer vol de schijnwerpers op dit voor iedereen belangrijke onderwerp. Op niveau en met alle spelers van de keten, inclusief burgerij.
Hoe kijken jullie terug op 5 jaar Rode Hoed Food-debatten?
WvdW: Ik vind het inzicht toegenomen. Ook is er meer consensus. Maar er is nog veel meer nodig. Het is duizelingwekkend waar voedsel allemaal mee samenhangt. Dat zie je alleen al als je Foodlog een paar dagen volgt.
Ik ben blij dat we zichtbaar hebben kunnen maken dat je verarmde ecosystemen weer kunt laten opbloeien. Politiek interessant vond ik de avonden over melkveehouderij en geoplitiek. Beide hebben impact gehad op het ministerie van Economische Zaken.
BvR: Ik ben vooral verrast dat de belangstelling – ook nog eens veel jonge mensen - zo groot is en steeds groeit. Want naast ons initiatief zijn er overal in ons land debatten, proeverijen etc. Ik vind dat we er vooral in geslaagd zijn om echt vanuit kennis telkens de dialoog aan te gaan. Veel debatten staan van tevoren wel zo’n beetje vast. Als je de verslagen van onze debatten naleest, kom je juist ook steeds nieuwe inzichten tegen. Wat nog beter moet is het bereik van onze serie buiten de zaal. We zouden nog meer media kunnen bereiken.
Wat hebben jullie ervan geleerd?
WvdW: De rijkdom van het thema voedsel is veel groter dan ik dacht. Voor wat betreft communicatie: dat je grote meerwaarde kunt creëren door on- en offline te combineren.
BvR: Dat er hordes jonge mensen staan te trappelen om zich op de een of andere manier te verbinden met hun voedsel. Misschien niet op de klassieke manier van boer zijn, maar op heel diverse manieren waarbij je ziet dat juist de stadse mens probeert het verlies aan contact met de landbouw weer een nieuwe vorm te geven. Dat er mensen zijn die niet alleen vergezichten en meningen hebben, maar die echte informatie en kennis willen opdoen. Daarom is een goede mix van wetenschap en praktijkmensen voor ons belangrijk.
Hoe hebben jullie dat verwerkt in de 2015 editie?
WvdW: We hebben nog nauwere samenwerking gezocht met Foodlog en YFM. We focussen meer op centrale dilemma’s en gaan daarover stemmen om steeds de temperatuur van het water zichtbaar te maken. Dat biedt alle spelers – overheid, bedrijfsleven en anderen – meer richting houvast en hopelijk een basis voor samenwerking van daaruit.
BvR: Op 1 avond na zijn er naast elke avond praktijkmensen aanwezig, boeren, retail, verwerkers. Om de ‘democratie’ te vieren zoeken we nog meer de interactie met onze bezoekers/deelnemers. Tijdens de slotavond wordt er bovendien gestemd over een aantal stellingen die de basis zouden kunnen worden voor een breed gedragen landbouw- en voedselcultuur in Nederland.
Voorafgaand aan iedere avond lanceert de hoofdspreker een stelling. Een oud-deelnemer aan de YFM Academy interviewt de hoofdspreker van de avond. Het gesprek daarover voorafgaand aan de avond vormt inhoudelijke input voor zijn voordracht en de moderatie van de avond door Felix Rottenberg.
Een passepartout voor de gehele serie van 6 avonden en losse kaarten zijn online te bestellen via de Rode Hoed. De eerste avond is op 3 februari. Het voorbereidende interview met hoofdspreker waterprofessor Arjen Hoekstra (TU Twente) is hier te vinden.
Fotocredits: de Rode Hoed, Keizersgracht 102, Amsterdam, Reliwiki
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wouter / Bert,
Ik waardeer jullie debatreeksen, ben ook met plezier aanwezig geweest in 2013 en 2014. Ik behoor tot de jeugd en mijn tweede baan is melkveehouder zijn.
Ik wil hier delen waarom ik twijfel om in 2015 deel te nemen:
In deze lijn zijn we aangekomen bij de Financiële onderbouwing van een concept.
In twee jaar Its The Food heb ik sterk de indruk gekregen als boer dat het vooral NIET over € mag gaan. Iedereen wil verandering maar de boer mag alleen voor de benodigde investeringen gaan staan om productieproces te veranderen....
Het onderdeel op de laatste avond voor 2015 klinkt heel goed:
BvR: 'Tijdens de slotavond wordt er bovendien gestemd over een aantal stellingen die de basis zouden kunnen worden voor een breed gedragen landbouw- en voedselcultuur in Nederland'.
De zesde editie is Democratie en de entreeprijs voor de laatste avond is € 42,- (leuk dat het inclusief eten is...) Democratisch, ik vrees ik vrees. Aan de poort van de avond zit een hele grote filter in mijn optiek.... #jammer.
Jeroen, ik snap je punt.
In antwoord het volgende:
1. We hebben voor het eerst een hele avond gewijd aan geld. Het gaat dus wel degelijk over €.
2. De eerste 5 avonden zijn met €12 (€7 voor studenten) niet duur.
3. De slotavond kost inderdaad beduidend meer: €42 (en €29 voor studenten). Dat is nog steeds niet duur als je het vergelijkt met een driegangenmenu in een restaurant, en daar krijg je er uiteraard geen sprekers en debat bij. Maar ik besef dat het een drempel is voor mensen met smalle beurs, zeker voor wie niet kan profiteren van de korting voor studenten of lezers van Trouw.
4. De combi van diner en debat is een experiment. We gaan dat evalueren en zullen daarbij ook letten op de samenstelling van de zaal. Als niet studerende jongeren wegblijven, sluit ik niet uit dat we de volgende keer een korting aanbieden aan alle jongeren, dus niet alleen studenten.
5. Voor deze serie kunnen we niet meer aan de tarieven gaan sleutelen, want dat klopt onze begroting niet meer.
6. Intussen kan iedereen mee discussiëren op foodlog, en dat kost niks.
Ik hoop dat je hier even genoegen mee wilt nemen.
Dank voor je reactie Wouter, kan ik zeker genoegen meenemen.
Wilde het wel genoemd hebben alvorens met de uitkomst van de laatste avond wilde plannen gemaakt worden.
(Voor uitkomsten zit namelijk altijd de vraag of het op gedegen onderzoek berust).
Overigens link ik het voor mijzelf niet aan een smalle beurs maar aan de afweging: Waar geef ik mijn geld aan uit ?
Ook al heb ik die € 42 ,- ga ik het dan aan die avond op die manier besteden....
Enne inderdaad maandag 30 maart is een € avond.
Ik noteer deze als een wellicht in mijn agenda ;-)
Wouter, waarom hangt bij deze debatreeks steeds weer de mythe van de zgn. duurzame landbouw in de lucht?
Hendrik, volgens jou kan landbouw nooit duurzaam worden, maar de meeste mensen (waaronder ik) denken dat dat wel kan. Wel zal het een heel andere landbouw zijn dan we nu kennen. En niet alleen een heel andere landbouw, ook heel andere steden, waarin bij wijze van spreken geen kilo fosfaat meer verloren gaat.
Vier pijlers:
1) Kringlopen stap voor stap moeten sluiten.
2) Veel koolstof vastleggen in de bodem (helpt ook het klimaat).
3) Zuinige en efficiënt met water omspringen.
3) De landbouw onafhankelijk maken van fossiele energie.
Of we dan 10 miljard mensen kunnen voeden, laat staan met veel vlees, staat te bezien.
Misschien moeten we daar in een volgende serie maar eens aandacht aan besteden.