Daan Kromhout, hoogleraar volksgezondheidsonderzoek van de universiteit Wageningen en KNAW hoogleraar, zou in zijn college de centrale vraag behandelen of het tijd is voor een ommezwaai: meer de nadruk leggen op voedingsmiddelen in plaats van voedingsstoffen. Dat deed hij aan de hand van een voorbeeld uit de wetenschap, namelijk de relatie tussen verzadigd vet, risico-indicatoren zoals serum cholesterol en eindpunten zoals een hartaanval.

Kromhout: denken in ongezonde stoffen ’naïef’
Uit zijn presentatie blijkt dat voedingspatronen soms een groter effect op de gezondheid hebben en het ene stofje/patroon gezonder is dan het andere. Bovendien benadrukt Kromhout nog een keer dat niet alleen voeding een rol speelt bij de gezondheid. "Het is naïef om te denken dat één enkele voedingsstof verantwoordelijk kan zijn voor het ontstaan van een hartaanval", aldus Daan Kromhout.

Kok: ‘is zuivel gezond?’
De hoogleraar bepleit een grotere nadruk op een ander type onderzoek. Kromhout: "Wat op dit moment vooral ontbreekt zijn goed gecontroleerde experimenten van voedingsmiddelen en -patronen met geen risico-indicatoren maar chronische ziekten als eindpunt. Alleen dan kunnen we de relatie tussen voeding en chronische ziekten beter onderbouwen.” Daarop stelde de epidemioloog Frans Kok een strikvraag: "Is zuivel gezond?" Achter die korte vraag gaat een complexe discussie in de voedingswetenschappen schuil. Als ze afstappen van de stofjes en gaan kijken naar risico-indicatoren en voedingspatronen, kunnen wetenschappers dan wél advies geven over gezonde voedingsmiddelen? Gezonde voedingsmiddelen bestaan immers niet. Gezondheid wordt bepaald door je totale voedings- en leefpatroon, waar zelfs af en toe best een Magnum in zou kunnen passen. Toch worden volgens Kok, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de universiteit Wageningen, voedingsdeskundigen uitgelachen als ze dergelijke adviezen niet geven.

’Meer onderzoek nodig’
Daan Kromhout toonde met zijn presentatie zijn deskundigheid als wetenschapper. Wat de paradigmazwaai van het geldende stofjesdenken naar een in patronen van voedingsmiddelen denkende voedingswetenschap betekent, werd echter zelfs bij benadering nog niet concreet. Wederom is, zoals onderzoekers altijd zullen zeggen, ‘meer onderzoek nodig’. Dat is opmerkelijk want zowel het Voedingscentrum als de Gezondheidsraad hebben aangekondigd meer vanuit die paradigmawisseling te zullen gaan adviseren.

Fotocredits: Daan Kromhout
Dit artikel afdrukken