Nieuw onderzoek laat zien dat de glycemische index van een voedingsmiddel - de snelheid waarmee het onze bloedsuikerspiegel verhoogt - geen vaststaand gegeven is. Afhankelijk van het eetgerei dat we gebruiken, de hoeveelheid die we in onze mond nemen en hoe vaak we er op kauwen stijgt of daalt de GI van wat we eten. Dat ontdekten onderzoekers van de National University van Singapore toen zij gezonde vrijwilligers witte rijst voorzetten.
Stokjes, vingers of lepel
In Singapore wonen Chinezen, Maleisiërs en Indiërs. Ieder van die ethnische groepen eet zijn rijst op een andere manier. De Chinezen gebruiken stokjes, de Maleisiërs en Indiërs hun vingers. Alle drie de groeperingen maken ook gebruik van een lepel.
Voor het experiment van de National University kregen de (11) proefpersonen bij verschillende sessies steeds een afgepaste hoeveelheid witte rijst te eten - met stokjes, hun vingers, of een lepel. Tijdens het eten werd het kauwen gemeten en gedurende twee uur na de maaltijd de glycemische response. Als controle-voedsel werd (ook in drie afzonderlijke sessies) een glucose-oplossing gegeven.
De resultaten waren opvallend. De glycemische index van rijst die met stokjes gegeten werd, lag met 68 beduidend lager dan de GI van rijst die met een lepel gegeten werd en op 81 uitkwam. Aten de proefpersonen de rijst met hun vingers, dan scheelde dat nauwelijks voor de GI van de rijst.
Hapgrootte en kauwfrequentie
Wat daarbij waarschijnlijk een rol speelde was de hoeveelheid rijst per mondvol en snelheid van eten bij het verschillende gerei. Aten de proefpersonen met stokjes, dan namen ze meer happen, kauwden ze beter en deden ze langer over het consumeren van de hele portie dan wanneer ze met een lepel aten. Hun glycemische respons bleek een significante relatie te hebben met hun eetgerei. Bij het gebruik van hun vingers werd er geen vergelijkbaar verband aangetoond.
De onderzoekers suggereren dat het eten met verschillend gerei de eter dwingt tot meer of minder kauwen en grotere of kleinere happen, en dat dat van invloed is op de glycemische index van witte rijst. Het onderzoek is verschenen in Physiology and Behavior.
Het onderzoek is een nieuwe aanwijzing dat de glycemische index - vaak vertaald als 'goede' of 'slechte' koolhydraten - wel eens minder van belang zou kunnen zijn dan hoe of wat we eten.
Fotocredits: 'riced out', Scott J. Waldron
Dit artikel afdrukken
Stokjes, vingers of lepel
In Singapore wonen Chinezen, Maleisiërs en Indiërs. Ieder van die ethnische groepen eet zijn rijst op een andere manier. De Chinezen gebruiken stokjes, de Maleisiërs en Indiërs hun vingers. Alle drie de groeperingen maken ook gebruik van een lepel.
Voor het experiment van de National University kregen de (11) proefpersonen bij verschillende sessies steeds een afgepaste hoeveelheid witte rijst te eten - met stokjes, hun vingers, of een lepel. Tijdens het eten werd het kauwen gemeten en gedurende twee uur na de maaltijd de glycemische response. Als controle-voedsel werd (ook in drie afzonderlijke sessies) een glucose-oplossing gegeven.
De resultaten waren opvallend. De glycemische index van rijst die met stokjes gegeten werd, lag met 68 beduidend lager dan de GI van rijst die met een lepel gegeten werd en op 81 uitkwam. Aten de proefpersonen de rijst met hun vingers, dan scheelde dat nauwelijks voor de GI van de rijst.
Hapgrootte en kauwfrequentie
Wat daarbij waarschijnlijk een rol speelde was de hoeveelheid rijst per mondvol en snelheid van eten bij het verschillende gerei. Aten de proefpersonen met stokjes, dan namen ze meer happen, kauwden ze beter en deden ze langer over het consumeren van de hele portie dan wanneer ze met een lepel aten. Hun glycemische respons bleek een significante relatie te hebben met hun eetgerei. Bij het gebruik van hun vingers werd er geen vergelijkbaar verband aangetoond.
De onderzoekers suggereren dat het eten met verschillend gerei de eter dwingt tot meer of minder kauwen en grotere of kleinere happen, en dat dat van invloed is op de glycemische index van witte rijst. Het onderzoek is verschenen in Physiology and Behavior.
Het onderzoek is een nieuwe aanwijzing dat de glycemische index - vaak vertaald als 'goede' of 'slechte' koolhydraten - wel eens minder van belang zou kunnen zijn dan hoe of wat we eten.
Fotocredits: 'riced out', Scott J. Waldron
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
"Aten de proefpersonen de rijst met hun vingers, dan scheelde dat nauwelijks voor de GI van de rijst. "
Wat wordt hiermee bedoeld? Dichter bij stokjes of dichter bij lepel qua GI?
Koot en Bie wisten het al: "Goed kauwen, zodat het eten gelijkmatig in je bloed komp."
@Otto, dat wordt niet duidelijk uit het abstract.
De lijst met GI's voor 100 populaire voedingsmiddelen van Harvard Health Publications vermeld bij 'white rice, average' een GI van 89. Snelkook-basmatirijst komt op diezelfde lijst uit op 67 en zilvervliesrijst op 50.
@ Otto, logisch redenerend (en visualiserend) zou ik zeggen dat eten met de vingers dichter bij eten met stokjes ligt, want de hoeveelheid die je per keer tussen je vingers kunt pakken is beduidend kleiner dan de hoeveelheid op een eetlepel. Het effect van eten met je vingers zou dan meer lijken op dat van eten met stokjes (meer kleinere hapjes en meer kauwen, er langer over doen je bord leeg te eten).
Vera, zegt "want de hoeveelheid die je per keer tussen je vingers kunt pakken is beduidend kleiner dan de hoeveelheid op een eetlepel."
Ik denk dat je je vergist, Vera. Ik denk dat die hoeveelheid groter of net zo groot is.