Wie zelf kookt, zal niet snel naar sojaolie grijpen. Er zijn nauwelijks recepten waarin het als ingrediënt wordt opgevoerd. Wie het toch gebruikt, doet dat omdat het lekker goedkoop is in de aanschaf. Uiteindelijk moet iemand toch een prijs betalen voor die goedkoopte: het milieu, de boeren en degene die het spul via voeding binnenkrijgt.

Niet verstandig
Bakken in sojaolie is niet zo verstandig. Deze olie is vergeven van de omega-6 vetzuren. Daar krijgen we als moderne mens al zoveel van binnen dat het te veel is en daarom ongezond mag heten volgens een nieuwe generatie voedingsdeskundigen. Bij hogere temperaturen is sojaolie bovendien gevoelig voor oxidatie en ontstaan ongezonde bijproducten. Voor bakken en frituren ligt het gebruik van verzadigde vetten veel meer voor de hand: reuzel, boter en kokosvet.

Ontbossing
Ook kleeft er ontbossing aan sojaolie, net als aan palmolie. Vooral in Zuid-Amerika worden oerbossen opgeofferd om plaats te maken voor velden vol soja. Ik begrijp niet waarom ook zulke ‘ontboste soja’ de goedkeuring krijgt van de Round Table for Sustainable Soy (RTRS). Aan die tafel treffen bedrijven als Monsanto, Cargill, Unilever en Shell elkaar met goede doelenhandelaren als Solidaridad en het Wereld Natuurfonds. Dat diezelfde soja (meestal) een product van genetisch geknutsel is en dat wij daar als publiek geen goed gevoel bij hebben, stuit bij hen kennelijk niet op bezwaar.

Gentech is een gok
Gentech is voor veel mensen onacceptabel. Het voedsel wat met deze technologie wordt ontwikkeld is volgens hen onvoldoende getest. Hiervan getuigen ook voedingsdeskundige Dr. Gary Null in zijn podcast en Dr. Don Huber, expert op dit gebied. Het onderzoek naar langetermijn effecten van gentech wordt stelselmatig door de fabrikanten gefrustreerd en zelfs verboden. Er zijn wel verontrustende onderzoeksresultaten en deze worden door veel overheden genegeerd. En daarmee neemt de samenleving met gentech een gok. Dat geldt niet alleen voor de effecten op onze eigen gezondheid en die van onze (landbouw-)huisdieren, dat geldt ook voor wat deze planten en wezens doen met hun omgeving, de natuur. Stuifmeel stuift.

Geen opname van mineralen
Om het bestrijdingsmiddel glyfosaat probleemloos te kunnen gebruiken voor het te beschermen gewas zijn de gentech-varianten van soja en maïs ontwikkeld. Van beide gewassen bestaat een zogenaamde ‘Roundup ready’ variant die maakt dat ze het superherbicide overleven.
In een interview legt Dr. Don Huber uit hoe glyfosaat mineralen bindt en buiten gebruik stelt. Dat gebeurt in planten en dus ook in onkruid en laat het heel efficiënt doodgaan. De gentech-soja groeit desondanks, maar neemt ook nauwelijks mineralen op.
Ondertussen wordt het bodemleven aangetast en ontaarden de bacteriën in de grond. Normaal zorgen die ervoor dat mineralen beschikbaar komen. In de plant concentreert dit glyfosaat zich in de delen die zorgen voor voortplanting, de zaden, de sojaboon.

Mineralendiefstal
Soja komt mét glyfosaat de voedselketen binnen en gaat daar rustig verder met de inbeslagname van mineralen. Voor eters en vreters zitten er dus niet alleen geen mineralen meer ín de boon, zij verliezen ook nog eens de mineralen die ze wel naar binnen wisten te werken.
Het tekort aan mineralen zorgt voor een skala aan hedendaagse chronische ziekten, ontstekingsziekten, onvruchtbaarheid en kanker. Daar komt bij dat de ontaarding van de bacteriën nu ook in hun eigen spijsverteringsstelsel plaatsvindt. Deze darmflora bepaalt niet alleen de opname van voedingsstoffen, ook onze weerstand (Vandaar die kleine yoghurtdrankjes).

Glyfosaat maakt dus mineralen onklaar door ze te stelen en niet meer beschikbaar te maken voor de processen in ons lichaam. Glyfosaat is dan ook een zogeheten ‘endocriene disruptor’, een hormoonverstoorder. Tot deze categorie behoren ook: bisfenol-A (BPA), parabenen in cosmetica, bepaalde weekmakers (ftalaten) en gebromeerde vlamvertragers. Deze stoffen verhogen de kans op onvruchtbaarheid, geboorteafwijkingen, kanker en chronische ontstekingsziekten zoals Alzheimer, Crohn, Parkinson, psoriasis, reuma, atherosclerose, diabetes-II, MS en astma. De groei van deze ziekten valt niet toevallig samen met de verspreiding van zulke stoffen.

Landarbeiders en boeren in vooral Argentinië, Brazilië en de VS ademen deze stoffen in als ze verspreid worden. Glyfosaat is zo populair omdat het zo effectief dood maakt wat ermee besproeid wordt. In Nederland is het tot november 2015 in de bouwmarkt te kopen. Ik vermoed dat er niet alleen heel wat stoepjes worden schoongehouden maar ook heel wat moestuintjes worden bijgehouden met dit supergif.

Heeft de horeca hier weet van?
Wat dieper gravende aandacht voor gezonde voeding ontbreekt vaak ook in de horeca. Daarom vroeg ik me af hoe zeker je ervan kunt zijn dat je geen glyfosaat-voedsel op je bord krijgt, als je dat niet wilt.

Je kent vast het blik van Levo wel. Zo’n groen blik met geel vlak met daarin een Aziatische juffrouw in rode jurk met een wok. Kijk zelf eens; ónderop het blik staat keurig dat deze olie gemaakt is van genetisch gemodificeerde soja. Dat geldt voor de zuivere sojaolie maar ook voor zuivere slaolie. Op De Parade moest ik deze zomer een chef-kok uitleggen dat ook dat spul met sojabonen wordt gemaakt. Hij dacht van slazaad.
Nou zal deze kok inmiddels wel zijn omgeschakeld naar een andere oliesoort; waarschijnlijk en helaas zonnebloemolie (nog steeds omega-6), maar in ieder geval geen glyfosaatolie meer. In andere restaurants gaat het nog gewoon door. Ik trof gentech-olie aan bij een tapasrestaurant, een Thais en een Indiaas restaurant en een Vietnamese loempiakraam op de markt. Van vele andere keukens weet ik het nog niet maar het laat zich raden. Als de maat van het schap van deze olie bij de Sligro indicatief is, dan is deze olie bijna even populair als de glyfosaat die er in de productieketen bij gebruikt is.

Stel de vraag: wat voor olie gebruiken jullie?
Deze verborgen bron van genetisch gemodificeerd voedsel en meegevoerde hormoonverstoorder glyfosaat heeft geleid tot een YouTube filmpje in mijn serie Hendrick lost op…. Wat ik graag zou willen, is dat er wat meer op gelet wordt en dat de keuze voor glyfosaatolie en -voedsel een bewuste is. Als je het niet wilt gebruiken omdat je denkt wat ik denk, dan moet dat kunnen.
In de winkel kun je het op het etiket zien wat je krijgt, in de horeca niet. Ik moedig daarom de kijker van mijn filmpje daarom aan om zélf de vraag te stellen: “Wat voor olie gebruiken jullie?”



Fotocredits: Hendrick Smit
Dit artikel afdrukken