Waarom volgt het publiek Kris Verburg en moet het lachen om de protesten van voedingswetenschappers tegen zijn 'onwetenschappelijke' beweringen? 2014 zorgde voor een case waarin dat eindelijk duidelijk werd.
De voedingswetenschappen staan voor een serieus raadsel. Kris Verburgh wist met zijn Voedselzandloper de broodverkopen in Nederland met 2% te laten dalen. Hij wist zelfs een geheel nieuw assortiment haverproducten in de winkelschappen te krijgen. Nooit wist een voedingswetenschapper in zo weinig tijd zoveel resultaat te scoren.
De waarheden waarop zijn Zandloper zich baseert, zijn echter volstrekt onwetenschappelijk aan elkaar gelast. Het is bijna kwakzalverij. Toch heeft het boek een enorme impact en veegt het publiek de felle kritieken van academische voedingswetenschappers als flauwekul van tafel geveegd. Hoe komt dat?
Dat werd in de loop van dit jaar duidelijk.
Waarheid niet sexy
In januari zei Fred Brouns, hoogleraar voedingsleer in Maastricht, dat alleen echte voedingswetenschappers weten wat waar is. Daarom zouden we hen moeten vertrouwen. Hun waarheden zijn niet sexy en niet spannend maar tenminste wel wetenschappelijk en daarom waar, veilig én gezond in het gebruik. Brouns heeft het niet makkelijk, want hij verdedigt de stelling dat carbs – koolhydraten – niet de duivel zijn die alom geëerde, maar onwetenschappelijk kletsende gekkies ervan maken. Met veel succes, getuige die dalende broodomzetten.
Wel beslist veilig
In oktober zei Brouns dat E-nrs veilig zijn. Niet een beetje, maar echt helemaal veilig. Daar kon je hem als echte wetenschapper op vertrouwen. Hij deed zijn uitspraken tijdens een bijeenkomst bij voedingsmiddelenproducent Zonnatura. Ze kwamen in de media. Foodlog was erbij en had het erover. Een lange discussie ontspon zich.
Brouns was scheef geciteerd. Hij zou gezegd hebben dat E-nrs wat hem betreft niet meer op pakjes, bakjes en zakjes hoeven te worden vermeld omdat ze veilig zijn. Maar dat had hij nooit beweerd, zei hij. Hij had slechts benadrukt dat ze beslist veilig zijn.
Alleen maar best getest
Dat klopt. Maar juist daar ging het gierend mis.
E-nrs zijn de best geteste stofjes die er zijn. Moeten ze daarom verplicht veilig en gezond gevonden worden door mensen die horen over andere mogelijke en zorgelijke effecten dan de geteste? Zulke mensen hebben een vraag waar geen tien wijzen antwoord op kunnen geven. Dan kun je die verplichting ook maar beter niet claimen als je snapt wat je kennis waard is op de markt.
Brouns verklaarde op Foodlog dat hij verkeerd geciteerd was en dat daarom alle heisa was ontstaan. Hij kreeg de mensen die twijfelen aan de omvattendheid van de tests tegen zich. Hij had er geen overtuigend antwoord op.
Reikwijdte
Na een tijdje kwam WUR-wetenschapper en E-nr specialist Ralph Hartemink in de discussie. Hij liet simpelweg zien dat E-nrs inderdaad tot de meest geteste stoffen behoren en dat menig natuurlijk stofje daar in de verste verte niet aan kan tippen. Of we daarmee weten dat ze in alle opzichten veilig zijn? Nee, natuurlijk niet. Dat gaf Hartemink ruiterlijk toe. Hij claimde het niet eens.
‘Wat een fijne reactie!’, kreeg hij te horen van de tegenstanders van de veiligheid die Brouns propageerde. Hartemink en Brouns hebben dezelfde feitelijke boodschap over E-nrs. Toch verschillen ze als dag en nacht op een slechts klein, maar wezenlijk punt.
Hartemink nam de beperkte reikwijdte van wat wetenschap kan claimen als uitgangspunt. Hij maakte duidelijk te kunnen lachen om een wetenschap die denkt dat haar waarheden een antwoord zijn op de vragen en zorgen die mensen hebben. Brouns niet. Daarom haalde hij een kletsnat pak in de pers. Wetenschap is alleen geldig binnen zijn spelregels. Zeker in het geval van de life sciences waartoe de voedingswetenschappen behoren, liggen de vragen en onzekerheden van het publiek nogal eens ver buiten het terrein waarop wetenschappers waarheid kunnen produceren.
Excommunicatie
Brouns, die beslist niet de enige zich zo gedragende coryfee is, schijnt zich dat niet te realiseren. Begin november herhaalde hij zijn trefzeker de act waarmee zijn wetenschap zich buiten het spel van de samenleving zet. Glutenvrij eten is flauwekul, beweerde hij. Helemaal waar, maar ook alleen by current standards of scientific knowledge.
Ik vond het zinloos er nogmaals aandacht aan te besteden, maar maakte dankbaar gebruik van zijn drie publieke optredens in een besloten lezing voor de Nederlandse Academie voor Voedingswetenschappen.
Zulke serieel ‘serieuze’ wetenschappers roepen hun excommunicatie door het publiek vanzelf over zich af, beweerde ik. Het academische publiek voelde op dat moment aan dat daar misschien wel wat in zou kunnen zitten.
Een klein houdingsverschil dat veel kan veranderen
Er is dus hoop. Wie weet houden de voedingswetenschappen eindelijk op zichzelf al te serieus te nemen. Dan houdt automatisch de radicale flauwekul die er tegenover wordt gesteld op. Zo’n vrolijke wetenschap kan namelijk serieus terugvragen aan al die broodbuikkwakzalvers of zij alle testjes die hun fantastische theorieën moeten bewijzen, al wél klaar hebben. Kris, bijvoorbeeld, beweert dat helemaal niet. Echt foute kwakzalvers beweren dat wel. Waar Kris stiekem hier en daar toch teveel claimt - en dat doet'ie regelmatig - kunnen de bekvechters het weer gewoon hebben over de praktische waarde van hun inschattingen op basis van onderzoek voor de keuzevragen waar mensen dagelijks voor staan. 'Gewone mensen', om wie het allemaal draait, krijgen dan eindelijk de kans te horen wat domweg verstandig lijkt.
In die houdingsverschuiving zit het kleine en tegelijk heel grote verschil waar voedingswetenschappers eens goed over na zouden moeten denken.
Deze tekst verscheen in het jongste nummer van Vork dat afgelopen week verscheen. Vork kun je ook in zijn geheel in je brievenbus krijgen
Fotocredits: Kaeskoppen festival Alkmaar, Ben Eekhof
Dit artikel afdrukken
De waarheden waarop zijn Zandloper zich baseert, zijn echter volstrekt onwetenschappelijk aan elkaar gelast. Het is bijna kwakzalverij. Toch heeft het boek een enorme impact en veegt het publiek de felle kritieken van academische voedingswetenschappers als flauwekul van tafel geveegd. Hoe komt dat?
Dat werd in de loop van dit jaar duidelijk.
Waarheid niet sexy
In januari zei Fred Brouns, hoogleraar voedingsleer in Maastricht, dat alleen echte voedingswetenschappers weten wat waar is. Daarom zouden we hen moeten vertrouwen. Hun waarheden zijn niet sexy en niet spannend maar tenminste wel wetenschappelijk en daarom waar, veilig én gezond in het gebruik. Brouns heeft het niet makkelijk, want hij verdedigt de stelling dat carbs – koolhydraten – niet de duivel zijn die alom geëerde, maar onwetenschappelijk kletsende gekkies ervan maken. Met veel succes, getuige die dalende broodomzetten.
Wel beslist veilig
In oktober zei Brouns dat E-nrs veilig zijn. Niet een beetje, maar echt helemaal veilig. Daar kon je hem als echte wetenschapper op vertrouwen. Hij deed zijn uitspraken tijdens een bijeenkomst bij voedingsmiddelenproducent Zonnatura. Ze kwamen in de media. Foodlog was erbij en had het erover. Een lange discussie ontspon zich.
Brouns was scheef geciteerd. Hij zou gezegd hebben dat E-nrs wat hem betreft niet meer op pakjes, bakjes en zakjes hoeven te worden vermeld omdat ze veilig zijn. Maar dat had hij nooit beweerd, zei hij. Hij had slechts benadrukt dat ze beslist veilig zijn.
Alleen maar best getest
Dat klopt. Maar juist daar ging het gierend mis.
E-nrs zijn de best geteste stofjes die er zijn. Moeten ze daarom verplicht veilig en gezond gevonden worden door mensen die horen over andere mogelijke en zorgelijke effecten dan de geteste? Zulke mensen hebben een vraag waar geen tien wijzen antwoord op kunnen geven. Dan kun je die verplichting ook maar beter niet claimen als je snapt wat je kennis waard is op de markt.
Brouns verklaarde op Foodlog dat hij verkeerd geciteerd was en dat daarom alle heisa was ontstaan. Hij kreeg de mensen die twijfelen aan de omvattendheid van de tests tegen zich. Hij had er geen overtuigend antwoord op.
Reikwijdte
Na een tijdje kwam WUR-wetenschapper en E-nr specialist Ralph Hartemink in de discussie. Hij liet simpelweg zien dat E-nrs inderdaad tot de meest geteste stoffen behoren en dat menig natuurlijk stofje daar in de verste verte niet aan kan tippen. Of we daarmee weten dat ze in alle opzichten veilig zijn? Nee, natuurlijk niet. Dat gaf Hartemink ruiterlijk toe. Hij claimde het niet eens.
‘Wat een fijne reactie!’, kreeg hij te horen van de tegenstanders van de veiligheid die Brouns propageerde. Hartemink en Brouns hebben dezelfde feitelijke boodschap over E-nrs. Toch verschillen ze als dag en nacht op een slechts klein, maar wezenlijk punt.
Hartemink nam de beperkte reikwijdte van wat wetenschap kan claimen als uitgangspunt. Hij maakte duidelijk te kunnen lachen om een wetenschap die denkt dat haar waarheden een antwoord zijn op de vragen en zorgen die mensen hebben. Brouns niet. Daarom haalde hij een kletsnat pak in de pers. Wetenschap is alleen geldig binnen zijn spelregels. Zeker in het geval van de life sciences waartoe de voedingswetenschappen behoren, liggen de vragen en onzekerheden van het publiek nogal eens ver buiten het terrein waarop wetenschappers waarheid kunnen produceren.
Excommunicatie
Brouns, die beslist niet de enige zich zo gedragende coryfee is, schijnt zich dat niet te realiseren. Begin november herhaalde hij zijn trefzeker de act waarmee zijn wetenschap zich buiten het spel van de samenleving zet. Glutenvrij eten is flauwekul, beweerde hij. Helemaal waar, maar ook alleen by current standards of scientific knowledge.
Ik vond het zinloos er nogmaals aandacht aan te besteden, maar maakte dankbaar gebruik van zijn drie publieke optredens in een besloten lezing voor de Nederlandse Academie voor Voedingswetenschappen.
Zulke serieel ‘serieuze’ wetenschappers roepen hun excommunicatie door het publiek vanzelf over zich af, beweerde ik. Het academische publiek voelde op dat moment aan dat daar misschien wel wat in zou kunnen zitten.
Een klein houdingsverschil dat veel kan veranderen
Er is dus hoop. Wie weet houden de voedingswetenschappen eindelijk op zichzelf al te serieus te nemen. Dan houdt automatisch de radicale flauwekul die er tegenover wordt gesteld op. Zo’n vrolijke wetenschap kan namelijk serieus terugvragen aan al die broodbuikkwakzalvers of zij alle testjes die hun fantastische theorieën moeten bewijzen, al wél klaar hebben. Kris, bijvoorbeeld, beweert dat helemaal niet. Echt foute kwakzalvers beweren dat wel. Waar Kris stiekem hier en daar toch teveel claimt - en dat doet'ie regelmatig - kunnen de bekvechters het weer gewoon hebben over de praktische waarde van hun inschattingen op basis van onderzoek voor de keuzevragen waar mensen dagelijks voor staan. 'Gewone mensen', om wie het allemaal draait, krijgen dan eindelijk de kans te horen wat domweg verstandig lijkt.
In die houdingsverschuiving zit het kleine en tegelijk heel grote verschil waar voedingswetenschappers eens goed over na zouden moeten denken.
Deze tekst verscheen in het jongste nummer van Vork dat afgelopen week verscheen. Vork kun je ook in zijn geheel in je brievenbus krijgen
Fotocredits: Kaeskoppen festival Alkmaar, Ben Eekhof
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dick, een prettig stukje. Persoonlijk denk ik dat een van de factoren die meespeelt, waarom het publiek de wetenschap steeds minder serieus neemt is de stormloop aan berichtjes in de kranten over wat goed voor je is en wat niet. Dit wordt mede ingegeven door de dwang vanuit de overheid dat de wetenschap moet scoren en geld verdienen. De marketing...pardon voorlichtingsafdelingen van onderzoeks instituten beginnen dus al met onderzoek neer te zetten in een fijn pakkende soundbyte hetgeen door de media gretig wordt opgepakt. Meer dan dat ziet men dus niet van wat er achter onderzoek zit, laat staan een schijnbaar mooi ontvouwen theorie zoals Kris in zijn boek geeft dat lekker wegleest en geponeerd wordt als de nieuwe waarheid. Inderdaad zeggen dat E-nummers of asprataam bijzonder goed onderzocht zijn is dan niet sexy. Een youtube filmpje met een paar ratten met enorme tumoren zijn pakkender en interessanter om over te babbelen, ongeacht de achtergrond.
Wat mij nu interesseert is de stap van onderzoeksresultaten naar de praktijk: wat zijn de persoonlijke ervaringen van consumenten als het gaat om het volgen van aanbevelingen van de diverse voedingsdeskundigen? Statistiek is mooi, RCT's zijn in ons westerse wetenschappelijke paradigma een must, maar er wordt mijns inziens te weinig belang gehecht aan het toetsen van de gegenereerde onderzoeksresultaten aan de ervaringskennis van diegenen die deze kennis in hun dagelijks leven proberen toe te passen (n=1).
#2: Dat is iets wat in mijn ogen het belangrijkste is Vera, de ervaringen van de gewone mens die al die beweringen wat je wel en niet zou moeten eten in de praktijk gebracht hebben, daar hecht ik veel meer waarde aan en als ik dan een boek lees zoals 'broodbuik' of 'voedselzandloper' zie ik overeenkomsten met mijn eigen ervaring. Daarbij, als je deze boeken eerst leest en dan pas gaat proberen, er is volgens mij nog niemand overleden doordat ie brood uit zijn dagelijkse menu geschrapt heeft, dus uitproberen kan dan nooit kwaad. Het werkt 2 kanten op, een boek geloven en uitproberen, of eerst door mondelinge communicatie met mensen die er ervaring mee hebben en dan zelf testen en naderhand boeken erover lezen.
Wat ook belangrijk is als je een dergelijk boek leest, ook het basisboek voor GOK, is dat je zelf erover nadenkt of het logisch klinkt wat er staat. Toen ik, komend april 4 jaar geleden, het GOK basisboek las klonk het me allemaal heel logisch in de oren, low carb/high fat. De redenering dat fruit en teveel groente(vooral die hoog in KH zijn)dikmakend zou zijn nam ik met een korreltje zout, maar ik ging toch GOK proberen. Ik heb het 1,5 jaar volgehouden tot ik me steeds duffer ging voelen, het gevoel dat je iets tekort komt. Ik ben omgedraaid naar high carb/low fat maar wel de goede KH(koolhydraten dus) in de vorm van groente en fruit en ik knapte op en viel wederom af waar ik met GOK stil bleef staan.
Wat mijn conclusie uit deze ervaring is is dat de combi vet en fruit niet werkt, dan is fruit en/of vet dikmakend, ze werken elkaar tegen. Nog steeds als ik beide combineer, veel dierlijke eiwitten/vetten met fruit, kom ik eerder aan dan dat ik afval. Dus zowel de GOK boeken als voedselzandloper enz hebben gelijk, je moet kiezen voor het 1 of het ander, combineren lukt, iig bij mij, niet.
Maw, lees de boeken, geloof ze niet voor de volle 100%, maar probeer gewoon wat dingen uit. Neem de voorbeeldmenu's over en test het uit, er staan geen dingen in waar je op korte termijn, zelfs op lange termijn niet, ziek van wordt of zelfs dood gaat, je merkt vanzelf wat lekker werkt. In de voedselzandloper stond bijv. niks nieuws voor mij dan wat ik niet al wist door ervaring met het GOK dieet en omswitchen naar meer plantaardig dieet.
Goed stuk, Dick. Maar is je conclusie niet wat voor de hand liggend? Heeft een ieder die naar de universiteit is geweest niet geleerd dat 'wetenschappelijk bewezen' absoluut niet gelijk staat aan 'de waarheid'? Vreemd eigenlijk dat we in een wereld leven waarin hooggeleerde professoren dat al lijken te zijn vergeten en hierop moeten worden gewezen op Foodlog.
Het vak 'wetenschapsfilosofie' krijg je bij de alpha studies al in het eerste jaar.
'Don't forget the bigger picture'