De roep om 'eerlijke handel' is in 2014 weer verder toegenomen. Vanuit de Tweede Kamer kwam een voorstel om een eerlijke prijs voor Nederlandse boeren in te stellen. Wat dat is, blijft lastig vast te stellen. Ondanks het woord 'handel' is 'faire handel' geen economisch begrip. Recent kwam bovendien de kritiek op de vermeende oneerlijkheid van Tony's Chocolonely weer op. Het geld dat mensen extra voor een reep van Tony betalen, zou niet terecht komen bij de mensen voor wie het bestemd is. Dat is weinig bevordelijk voor het imago van de eerlijke handel.

Structurerend kader
In Frankrijk werd dit jaar een aanscherping gedaan van de wettelijke definitie van eerlijke handel, die nu ook producenten uit onze contreien bestrijkt. De nieuwe wet biedt een wettelijk en structurerend kader voor commerciële partijen die met hun ketens uit het Zuiden of het Noorden aan eerlijke handel willen doen zonder van fraude of bedrog te kunnen worden beschuldigd.
Op Befair.be valt de essentie daarvan te lezen.

Wetstekst
Artikel 94 van de nieuwe wet op de Sociale en Solidaire Economie van 31 juli 2014 voegt een extra dimensie toe aan de definitie van fair trade uit de wet van 2 augustus 2005[1]. Het begrip 'eerlijke handel' wordt verduidelijkt en het toepassingsgebied ervan wordt verruimd tot de handel met producenten uit het Noorden, meer bepaald uit Frankrijk. De Franse fairtradespelers verenigd in het Platform voor Eerlijke Handel verheugen zich over deze evolutie van de wetgeving. Die sluit immers aan bij het werk dat ze zelf al 3 jaar uitvoeren met het netwerk INPACT (Initiatieven voor sociaal verantwoorde en streekgebonden landbouw) en met de Nationale Federatie voor Biologische Landbouw. Zo lanceerden ze in juni 2014 het Nationaal Handvest voor 'Lokale Eerlijke Handel'.

Artikel 94 bevat verschillende basisprincipes van eerlijke handel en gaat als volgt:

“II.-Fair trade heeft als doel de economische en sociale vooruitgang te verzekeren van economisch - door hun armoede, verloning of kwalificaties - achtergestelde arbeiders die zijn georganiseerd binnen structuren van democratisch bestuur via handelsrelaties met een koper, en die voldoen aan volgende voorwaarden:

1° Een contractuele verbintenis tussen de partijen voor een bepaalde duur - minstens drie jaar - om de impact van de economische onzekerheden waaraan die arbeiders zijn blootgesteld, te beperken;

2° Een 'lonende' prijs die de koper betaalt aan de arbeiders en die is vastgelegd op basis van geïdentificeerde productiekosten en evenwichtige onderhandelingen tussen de contractanten;

3° Een extra bedrag dat de koper toekent, bovenop de aankoopprijs of daarin vervat, en dat bestemd is voor gemeenschappelijke projecten. Doel daarvan is de capaciteiten en de empowerment van de arbeiders en hun organisatie te versterken.

Elke onderneming die tussenkomt in de ketens moet informatie kunnen verstrekken over de traceerbaarheid van de producten.

Ondernemingen die in het openbaar verkondigen dat ze de fairtradeprincipes aanhangen, moeten meedoen aan sensibilisering en opvoeding tot sociaal en ecologisch duurzame productie- en consumptiemethoden. Deze voorschriften doen geen afbreuk aan de toepassing van boek IV van het Wetboek van koophandel.

Een decreet van de Raad van State verduidelijkt de criteria van economische achterstand, in de zin van alinea één van onderhavig II en de contractuele regelingen bepaald in 1° tot 3°.”


[1] §2 van artikel 60 van de wet van 2005 omschreef fair trade als volgt: "In het kader van de handel, de ambachten en de diensten organiseert fair trade uitwisselingen van goederen en diensten tussen ontwikkelde landen en achtergestelde producenten uit de ontwikkelingslanden. Fair trade wil duurzame relaties opbouwen om de economische en sociale vooruitgang van deze producenten te verzekeren.

Leg normen onder de handel
Wie de tekst goed leest, zou er een pleidooi voor een minimumloon in kunnen zien. Daarnaast zou de goede lezer er een pleidooi voor het opbouwen en instandhouden van infrastructuren die mensen in staat stellen goed te leven en zich te ontwikkelen in kunnen lezen. Dat zijn doelen waar wij - zoals we dat gewoonlijk noemen - belasting voor betalen.

Eerlijke handel volgens de Franse wet zou in 2015 misschien nader doorgedacht moeten worden als een doodgewoon systeem waarin een minimumloon voor boeren en een belastingafdracht op voedsel wordt gerealiseerd opdat zij hun werk kunnen blijven doen. Die belastingafdracht moet uiteraard direct worden toegerekend aan wat je afrekent voor je etenswaren. Dan krijgt D66 ook meteen zijn zin omdat de gemeenschappelijke landbouwsubsidies kunnen worden afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt dan een direct aan de consumptie gerelateerde belasting die naast de BTW komt te staan als heffing voor het beschikbaar zijn van grondstoffen die dreigen te verdwijnen. Hoe hoog die moet zijn wordt driejaarlijks door overheden vastgesteld.

Het klinkt verbazingwekkend maar de Franse wetgever heeft dit, zoals blijkt, in beginsel allemaal al geregeld en laat de vaststelling van de driejaarlijkse overeenkomst zelf aan private partijen over. Als het maar gebeurt en er normen onder de handel worden gelegd. Daarna kan de economie gewoon zijn werk doen en kan zelfs het begrip 'eerlijke handel' de kachel in.

Fotocredits:Fair Trade banaan, DaveCrosby
Dit artikel afdrukken