Resistente E. coli-bacteriën op bijvoorbeeld kip komen waarschijnlijk niet via het eten van vlees in onze darmen terecht.
Tot die conclusie komt een groep onderzoekers van het Utrechts Medisch Centrum (UMC) op basis van een gedetailleerde genetische analyses van E. colistammen. Het resultaat van hun onderzoek werd gepubliceerd in PLOS Genetics.
Geen besmetting via vlees
Tot op heden werd gedacht dat mensen via voeding worden besmet met E.coli-bacteriën De onderzoekers pasten voor het eerst nieuwe sequencing technieken toe (Multi-Locus Sequence Typing) waarmee de genenopbouw van de ziekteverwekkers zeer gedetailleerd kan worden beschreven. Ze stelden vast dat de E-coli bacteriën die van pluimveevlees afkomstig zijn, geen genetische verwantschap vertonen met hun collega's die in mensen worden aangetroffen. Op basis van die constatering moet de gedachte dat kippenvlees ons kan infecteren met E-coli's worden afgeschoten als een wilde hypothese uit het tijdperk waarin nog onvoldoende precies naar de E-coli's kon worden gekeken.
Wel door contact en 'overspringen'
Niettemin stellen de onderzoekers dat hun data laten zien dat er bij mensen wel degelijk E-coli's worden gevonden die uit pluimvee afkomstig zijn. Ze gaan er vanuit dat die worden overgedragen in het directe contact tussen dier en boer en vervolgens tussen boer en andere mensen. Het overspringen van genen in de vorm van mobiele stukjes DNA is, zegt journalist en darmbacteriekenner Jop de Vrieze op nu.nl, een gangbaar verschijnsel onder bacteriën.
Poep en bodem
Veterinaire deskundigen reageren veelal gereserveerd op de suggestie dat het eten van vlees een belangrijke oorzaak zou zijn voor de overdracht van resistente bacteriën. Zij wijzen op een andere bron met een niet minder brede verspreiding: mest. Bovendien stellen ze dat we rekening moeten houden met een opbouw van een belangrijk reservoir antibiotica resistente bacteriën in bodems die bemest zijn met poep afkomstig van met antibiotica behandelde dieren.
E. coli-bacteriën zijn alleen bedreigend voor verzwakte mensen met een verlaagde weerstand of als de bacteriën zich in open wonden kunnen nestelen. Wel kunnen de bacteriën na een jarenlang sluimerend bestaan toeslaan bij verzwakking van het gestel door ziekte of uitputting. Bij resistente stammen kan de patiënt niet behandeld worden met antibiotica. In dat geval kunnen wel levensbedreigende situaties ontstaan.
Fotocredits: An E. Coli Cucumber, Surian Soosay
Dit artikel afdrukken
Tot die conclusie komt een groep onderzoekers van het Utrechts Medisch Centrum (UMC) op basis van een gedetailleerde genetische analyses van E. colistammen. Het resultaat van hun onderzoek werd gepubliceerd in PLOS Genetics.
Geen besmetting via vlees
Tot op heden werd gedacht dat mensen via voeding worden besmet met E.coli-bacteriën De onderzoekers pasten voor het eerst nieuwe sequencing technieken toe (Multi-Locus Sequence Typing) waarmee de genenopbouw van de ziekteverwekkers zeer gedetailleerd kan worden beschreven. Ze stelden vast dat de E-coli bacteriën die van pluimveevlees afkomstig zijn, geen genetische verwantschap vertonen met hun collega's die in mensen worden aangetroffen. Op basis van die constatering moet de gedachte dat kippenvlees ons kan infecteren met E-coli's worden afgeschoten als een wilde hypothese uit het tijdperk waarin nog onvoldoende precies naar de E-coli's kon worden gekeken.
Wel door contact en 'overspringen'
Niettemin stellen de onderzoekers dat hun data laten zien dat er bij mensen wel degelijk E-coli's worden gevonden die uit pluimvee afkomstig zijn. Ze gaan er vanuit dat die worden overgedragen in het directe contact tussen dier en boer en vervolgens tussen boer en andere mensen. Het overspringen van genen in de vorm van mobiele stukjes DNA is, zegt journalist en darmbacteriekenner Jop de Vrieze op nu.nl, een gangbaar verschijnsel onder bacteriën.
Poep en bodem
Veterinaire deskundigen reageren veelal gereserveerd op de suggestie dat het eten van vlees een belangrijke oorzaak zou zijn voor de overdracht van resistente bacteriën. Zij wijzen op een andere bron met een niet minder brede verspreiding: mest. Bovendien stellen ze dat we rekening moeten houden met een opbouw van een belangrijk reservoir antibiotica resistente bacteriën in bodems die bemest zijn met poep afkomstig van met antibiotica behandelde dieren.
E. coli-bacteriën zijn alleen bedreigend voor verzwakte mensen met een verlaagde weerstand of als de bacteriën zich in open wonden kunnen nestelen. Wel kunnen de bacteriën na een jarenlang sluimerend bestaan toeslaan bij verzwakking van het gestel door ziekte of uitputting. Bij resistente stammen kan de patiënt niet behandeld worden met antibiotica. In dat geval kunnen wel levensbedreigende situaties ontstaan.
Fotocredits: An E. Coli Cucumber, Surian Soosay
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Tjonge, ik schrok bij het lezen van het eerste deel. 'We worden niet ziek door eten van resistente coli bacterien op kip.' Stel je voor, dat zou positief nieuws zijn (althans voor de pluimveesector en kipeters).
Gelukkig verandert de toon in deel twee van het bericht. Daar 'springen' de genen nog rustig van kip naar boer en dan natuurlijk naar ons, gewone mensen.
Veterinaire deskundigen hebben blijkbaar allang geen relevant risico gezien door onverdracht via vlees. Want zij wijzen op een veel groter gevaar van brede verspreiding via mest. In de Nederlandse bodems ontwikkelt zich een reservoir aan, met kippe-antibiotica volgevreten, resistente bacteriën. Zij kruipen in open wonden en wachten jarenlang tot ze bij onze verzwakte medemens kunnen toeslaan.
Er is al een flim over gemaakt: :)
http://youtu.be/t026E8AMWOc
En nu serieus. Dit is niet het eerste onderzoek dat resistentie-overdracht van dier naar mens in een totaal ander perspectief plaatst (laat ik het voorzichtig formuleren).
Ruim een jaar geleden werd soortgelijks gepubliceerd:
http://www.plosone.org/article/info:doi/10.1371/journal.pone.0075392
Conclusies o.a:
A considerable number of human E. coli isolates (32%) did not share array clusters with animal isolates and a further 43% were concentrated in one cluster (cluster 76), which consisted mainly of human isolates. These results are consistent with a recent observation that the blaCTX-M-carrying E. coli isolates
from UK chicken and turkey were different from the humanassociated
ST131 CTX-M-15 type in the UK [19].
In another study, 11% of human isolates were found to contain poultryassociated
ESBL genes, plasmids and MLST types in The Netherlands [13]. In this study, only 1.2% (3/258) of characterized E. coli from animals were similar (as judged by gene content and clonal complex) to isolates from humans.
In conclusion, the microarray analysis of ESBL- and AmpCproducing E. coli isolates showed a high diversity in virulence and antimicrobial resistance gene contents. The array profiles of the majority of isolates from humans were generally different from those isolated from animals, while many human isolates
from the three countries were highly similar in both array profiles and MLST types.
Thus, approaches to minimize human-to-human transmission are essential for controlling the spread of ESBL-positive E. coli. From public health perspective, ESBL-positive E. coli from animals may represent a reservoir of virulence and resistance genes rather than being the direct cause of infections in humans.
M.a.w.: mens-mens overdracht is een veel belangrijker aandachtspunt dan dier-mens overdracht.
...................
Ook bij veegerelatieerde MRSA blijkt de aanvankelijke dramatiek afgezwakt.
Het is weliswaar nog steeds een potentieel risico, en bovendien kostbaar bij ziekenhuisopname (vanwege onderzoek en isolatie), maar niet méér virulent dan normaal aanwezige Staphylococcen.
..........................................
De boodschap is bepaald niet om onverschillig te zijn ten opzichte van risico's op bacteriële resistentie uit de veehouderij. Veel meer is het een waarschuwing om niet teveel aandacht aan die problematiek te geven, zowel vanuit onderzoek als door politiek. Stel de juiste prioriteiten. En waarschijnlijk moeten die méér worden gezocht in de humane sector dan in de veterinaire; ziekenhuizen, verpleeghuizen, kleuterscholen, reizigers.
https://www.havenziekenhuis.nl/over-havenziekenhuis/nieuws/onderzoek-darmbacterien-reizigers/
Foodlog heeft een flinke eend geschoten met de header boven dit artikel.
Het lijkt nuttig dat Foodlog de bron, het originele Plos-artikel zélf nog eens goed leest, en zich ook minder baseert op interpretaties van anderen. Ook en vooral juist omdat deze materie wat te complex en belangrijk is om even simpel af te doen.
Ik zou niet te vroeg juichen, Lourens: Of je nu door de hond of de kat gebeten wordt, clonal transfer of middels plasmiden: die darmbacteriën van ons worden resistent.
Verder is veegerelateerde ("LA"-)MRSA misschien minder besmettelijk dan een CA-MRSA, maar nog steeds virulenter dan niet resistente (Methicilline gevoelige) MSSA.
Zo is de kans op overlijden met een MRSA-sepsis twee maal zo hoog als bij een niet resistente Staphylococ. Ook veegerelateerde MRSA kost helaas doden.
En ook hier blijkt de resistentie ontstaan te zijn door een traject van herhaaldelijke overdracht van dier op mens en vice versa.
Ik ben het wél helemaal met je eens dat mens-op-mens overdracht waarschijnlijk een niet geringe rol speelt, evenals import uit landen als India, waar antibiotica zo ongeveer op elke straathoek te krijgen lijken te zijn. Overigens is zelfs Furazolidon ook bij ons eenvoudig en goedkoop via internet te bestellen. Verder zou ik toch maar niet te veel spotten met het probleem van bacteriële resistentie en zoönosen. De - ditmaal gelukkig nog voor ons mensen ongevaarlijke - vogelgriep is nog steeds niet voorbij.
Nog fijne kerstdagen gewenst.
Dick #3, kun je aangeven wat we - ik kan je verzekeren: in de bron - niet goed gelezen hebben?
Er is inderdaad geen reden tot juichen Dick B, want dit onderzoek wijst erop dat men de afgelopen jaren teveel bezig was met 'barking up the wrong tree'. Dat heeft er weliwaar toe geleid dat er in de veehouderij een scherpe daling is te zien in antbioticagebruik, maar dat heeft waarschijnlijk geen relevant effect op de resistentieproblematiek in de humane sector.
De gewone burger is op het verkeerde been gezet, geeft de schuld van alle ellende aan de veehouderij, en vraagt aan zijn huisarts om een AB-kuurtje bij een verkoudheid. Hij/zij gaat rustig op bezoek in het ziekenhuis en wast na afloop z'n handen niet. Waarom ook, want in het hoofd van de burger (en sommige medici en beleidmakers) komt de resistentie komt toch alleen maar vanuit de kippen-, koeien- en varkenshouderij.