Nieuw onderzoek wijst uit dat probiotica een positief effect kan hebben op darmkramp bij baby’s. Darmkramp, ofwel koliek, is één van de mysteries van moeder natuur. Veel jonge ouders krijgen te maken met huilende of onrustige baby's - zo'n 5 tot 40% van de baby's heeft namelijk koliek. Helaas zijn zowel de oorzaak als een adequate behandeling van de krampen vooralsnog onbekend.
Placebo gecontroleerd onderzoek
Op zoek naar een behandeling van darmkrampjes gaven onderzoekers van het kinderziekenhuis van Toronto tussen februari 2012 en april 2014 in totaal 52 baby’s probiotica, in een dubbelblind gerandomiseerd placebo onderzoek. Gedurende drie weken gaven de ouders hun kinderen dagelijks een aantal druppels van een probioticum (Lactobacillius reuteri DSM 17938) of een placebo. De baby's kregen allemaal borstvoeding en geen andere medicatie. Gedurende die periode moesten ouders de duur en frequentie van huilbuien, onrustigheid en koliek-symptomen bijhouden. Wat bleek? Bij de baby’s die probiotica kregen, verminderden de symptomen duidelijk meer dan bij de placebo-groep. De probioticababy's huilden in plaats van gemiddeld 131 minuten nog maar 60 minuten, de placebobaby's gingen van 122 naar 102 minuten. Meer dan de helft van de probioticababy's vertoonden significant minder koliekverschijnselen.
Lastig onderzoek
Volgens dr. Gideon Koren, één van de hoofdonderzoekers, zegt het onderzoek vooral iets over het effect van probiotica bij Noord-Amerikaanse baby’s: "Het lijkt erop dat ieder werelddeel een ander samenstelling van darmbacteriënlaat zien. Dat betekent dat een effectieve behandeling in het ene werelddeel, niet effectief hoeft te zijn voor kinderen in Noord-Amerika", zegt hij in Stone Hearth Newsletter.
Hoewel het bewijs voor de positieve effecten van probiotica lijkt te groeien, zijn onderzoeksresultaten uit Europa en Australië niet eenduidig. Onderzoek naar de effectiviteit van probiotica is lastig, zoals ook weer blijkt uit de discussie rondom het recente Foodlog-artikel: 'Probiotica kunnen veel, maar mogen niets’. Het is lastig vast te stellen wat werkt en waarop het werkt, terwijl er toch effect is vast te stellen.
Wetenschap mag een middel niet genezend noemen, als niet kan worden vastgesteld welke ziekte met welke werkzame stoffen is tegengegaan. Ook niet als er duidelijk wel sprake is van een effect. Probiotica bevatten een veelvoud aan werkzame stoffen die in verschillende contexten heel anders kunnen uitwerken. Daarmee staan de middelen voor een ingewikkelde bewijslast.
Het onderzoek is verschenen in The Journal of Pediatrics.
Fotocredits: Oscar Castanón Barragán
Dit artikel afdrukken
Placebo gecontroleerd onderzoek
Op zoek naar een behandeling van darmkrampjes gaven onderzoekers van het kinderziekenhuis van Toronto tussen februari 2012 en april 2014 in totaal 52 baby’s probiotica, in een dubbelblind gerandomiseerd placebo onderzoek. Gedurende drie weken gaven de ouders hun kinderen dagelijks een aantal druppels van een probioticum (Lactobacillius reuteri DSM 17938) of een placebo. De baby's kregen allemaal borstvoeding en geen andere medicatie. Gedurende die periode moesten ouders de duur en frequentie van huilbuien, onrustigheid en koliek-symptomen bijhouden. Wat bleek? Bij de baby’s die probiotica kregen, verminderden de symptomen duidelijk meer dan bij de placebo-groep. De probioticababy's huilden in plaats van gemiddeld 131 minuten nog maar 60 minuten, de placebobaby's gingen van 122 naar 102 minuten. Meer dan de helft van de probioticababy's vertoonden significant minder koliekverschijnselen.
Lastig onderzoek
Volgens dr. Gideon Koren, één van de hoofdonderzoekers, zegt het onderzoek vooral iets over het effect van probiotica bij Noord-Amerikaanse baby’s: "Het lijkt erop dat ieder werelddeel een ander samenstelling van darmbacteriënlaat zien. Dat betekent dat een effectieve behandeling in het ene werelddeel, niet effectief hoeft te zijn voor kinderen in Noord-Amerika", zegt hij in Stone Hearth Newsletter.
Hoewel het bewijs voor de positieve effecten van probiotica lijkt te groeien, zijn onderzoeksresultaten uit Europa en Australië niet eenduidig. Onderzoek naar de effectiviteit van probiotica is lastig, zoals ook weer blijkt uit de discussie rondom het recente Foodlog-artikel: 'Probiotica kunnen veel, maar mogen niets’. Het is lastig vast te stellen wat werkt en waarop het werkt, terwijl er toch effect is vast te stellen.
Wetenschap mag een middel niet genezend noemen, als niet kan worden vastgesteld welke ziekte met welke werkzame stoffen is tegengegaan. Ook niet als er duidelijk wel sprake is van een effect. Probiotica bevatten een veelvoud aan werkzame stoffen die in verschillende contexten heel anders kunnen uitwerken. Daarmee staan de middelen voor een ingewikkelde bewijslast.
Het onderzoek is verschenen in The Journal of Pediatrics.
Fotocredits: Oscar Castanón Barragán
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Weer een voorbeeld van foute wetenschap. Ten eerste moet je goed definiëren waar je het over hebt. ''Krampjes'' is een benaming voor veel huilen, in België het het koliek en in Engeland ''gas''. Het is dus verre van een medische benaming voor een vastgesteld medisch probleem, men praat elkaar al eeuwenlang na dat het gaat om gasvorming in de babybuik. Vervolgens wordt er een middel gegeven (of een placebo) en bij een deel van de kinderen in beide groepen vermindert het huilen (wat dus geen vaststelling is van het verminderen van werkelijke problemen met gasvorming in de darmen!). Ook een placebo werkt een beetje. Kinderen gaan een beetje of ruim de helft minder lang huilen. Wat bewijst dat nu? Dat ze huilen omdat ze eerst te weinig probiotica hadden of te weinig placebo? Of dat ze nu meer aandacht krijgen?
In plaats van te zoeken naar manieren om het huilen te stoppen moet je eerst vaststellen waarom baby's huilen in plaats van op traditie gebaseerde aannames te maken. Een manier om daar achter te komen is baby's in verschillende culturen te vergelijken. Zijn er culturen waar kinderen minder huilen? Ja, inderdaad, die zijn er. In de meeste culturen huilen kinderen gemiddeld even vaak, maar niet overal even lang. Er is dus iets dat ervoor zorgt dat ''onze'' kinderen weliswaar even vaak huilen als kinderen in sommige andere culturen, maar wel gemiddeld zo veel langer. Spits je je zoektocht naar verschillen toe op de manier waarop kinderen worden gevoed en verzorgd (het zoog- en zorggedag van de ouders) vallen er een paar dingen sterk op. In de minder lang huilende culturen worden kinderen vrijwel altijd gedragen en zijn het merendeel van de niet-nachtelijke uren in een verticale of iets vooroverbuigende positie en vrijwel altijd in beweging. Voorts krijgen ze heel vaak de borst en krijgen daarom zeer veelvuldige laag-volume voedingen met een hoog vetgehalte. (Moedermelk in een volle borst is mager en in een relatief lege borst vet [basisfysiologie humane lactatie]). Grote voedingen uit volle borsten [het resultaat van verder uit elkaar liggende voedingen] over-vullen de maag met suikerrijke vetarme melk; dat geeft om te beginnen een maag die overuren moet draaien vanwege de grote hoeveelheid erin rondklotsende melk, die er vaak voor een deel ook weer langs boven uitkomt en tot een reflux diagnose leidt, en vervolgens tot vergisting van de niet door vet gekalmeerde melksuikers. Voila: krampjes, kolieken, gas, maar dan echt. Probiotica kunnen die vergisting een beetje remmen, maar ze lossen de achterliggende oorzaak niet op.
Gonneke, kun je iets meer vertellen over het huilgedrag van baby's in verschillende culturen en de oorzaken voor die verschillen?
Dat zou een college antropologie vergen, vrees ik. De oorzaken heb ik deels in mijn reactie weergegeven. Ik verwijs verder naar het werk van bijvoorbeeld de antropoloog Kathy Dettwyler http://www.kathydettwyler.org/
In het kort komt het erop neer dat wij mensen als diersoort behoren tot de primaten en als zodanig horen bij de dieren in de categorie ''dragers''. De fysiologie van de voeding van het kind, de humane lactatie en het zorggedrag zijn daarop afgestemd. Elke afwijking daarvan (en die hebben wij in onze cultuur voor het oprapen) kan tot verstoringen leiden die dan weer tot bijvoorbeeld overmatig huilen kunnen leiden. Ik denk aan het scheiden van moeder en kind (eigen bedje, eigen kamertje) het niet dragen van het kind (eigen bedje, box, autostoeltje, kinderwagen), het voeden (met niet soorteigen melk) in een discutabel schema wat betreft volume en frequentie, laten huilen, ... . Er is, erg kort door de bocht, maar weinig wat de westerse wereld goed doet met kinderen vanaf de geboorte.
Ik weet het niet hoor Gonneke, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat je eigen ideeën meer op aannames berusten dan op wetenschap. Prima hoor, maar om dan een onderzoek direct als foute wetenschap te beoordelen is wel erg kort door de bocht.
Kun je misschien uitleggen waarom dit onderzoek foute wetenschap zou zijn?
Gonneke, je punten zijn spannend omdat ze deel uitmaken van de methodologische vragen die onderin het stukje gelinked zijn. Er is inmiddels een initiatief om er een live gesprek met wetenschappers van te maken. Of dat gaat lukken is nog niet duidelijk (het is zeer pril), maar verklaart waarom ik je de vraag stelde.