Eetstoornissen, zoals anorexia, boulimia, en mogelijk zelfs orthorexie komen - in zeer milde dan wel ernstige vorm - bij naar schatting wel 15 tot 20% van de bevolking voor. Onder een 'eetstoornis' wordt verstaan het ontregeld raken van de voedselinname, of dat nu uitmondt in te veel of te weinig eten, afhankelijk van de situatie. Hoewel er al veel psychiatrisch, genetisch en neurobiologisch onderzoek is uitgevoerd, blijft het moleculaire mechanisme dat aan de eetstoornissen ten grondslag ligt vooralsnog in nevelen gehuld.
Bacterieel eiwit
Een team van Franse wetenschappers (Inserm/Université de Rouen), gespecialiseerd in de relaties tussen ons darmstelsel en onze hersenen, heeft mogelijk een biologisch aanwijsbare oorzaak gevonden voor het ontstaan van eetstoornissen. Het onderzoek is verschenen in Translational Psychiatry, meldt ScienceDaily.
De onderzoekers identificeerden een bacterieel eiwit dat mogelijk een rol speelt bij de ontwikkeling van eetstoornissen. Bij 60 menselijke patiënten met eetstoornissen werden van dit eiwit hogere niveaus in hun bloed aangetroffen. Ook de niveaus van de antistoffen die het lichaam er tegen maakt waren bij de eetstoornispatiënten verhoogd.
Algemeen voorkomende darmbacteriën
Het eiwit ClpB is qua structuur een afspiegeling van het hormoon melanotropine, dat in de hypofyse gemaakt wordt en een rol speelt in onze eetlust en verzadiging. ClpB wordt echter gemaakt door verschillende bacteriën, waaronder de algemeen in onze darmen voorkomende E.coli bacteriën. Het lichaam maakt van nature antistoffen aan tegen dit eiwit. Maar die antistoffen binden dan ook het verzadigingshormoon melanotropine, omdat dit er zo op lijkt. Daardoor kan het verzadigingshormoon zijn werk niet goed doen: het geeft ofwel een signaal af dat verzadiging bereikt is - anorexia - of juist niet - boulimia, vreetbuien.
Muizen met en zonder ClpB-producerende E.coli
Om uit te testen of ClpB daadwerkelijk een rol speelt in de ontwikkeling van eetstoornissen, pasten de onderzoekers de samenstelling van de darmflora van muizen aan. De ene groep kreeg gemuteerde E.coli bacteriën toegediend, die geen ClpB maakten. De tweede groep kreeg wel ClpB-producerende E.coli. Van beide groepen werd gemeten hoeveel ze aten en hoeveel antistoffen tegen melanotropine ze produceerden.
Dat leverde het inzicht op dat de muizen zonder ClpB gewoon bleven eten en geen ander gedrag vertoonden, terwijl de muizen in de tweede groep én anders gingen eten én variërende niveaus van antistoffen vertoonden. Daarmee was de rol van ClpB bevestigd.
De onderzoekers hopen met hun bevindingen een aanzet te kunnen geven voor een betere diagnose en specifieke behandeling van eetstoornissen.
Fotocredits: Christa Mckenna
Dit artikel afdrukken
Bacterieel eiwit
Een team van Franse wetenschappers (Inserm/Université de Rouen), gespecialiseerd in de relaties tussen ons darmstelsel en onze hersenen, heeft mogelijk een biologisch aanwijsbare oorzaak gevonden voor het ontstaan van eetstoornissen. Het onderzoek is verschenen in Translational Psychiatry, meldt ScienceDaily.
De onderzoekers identificeerden een bacterieel eiwit dat mogelijk een rol speelt bij de ontwikkeling van eetstoornissen. Bij 60 menselijke patiënten met eetstoornissen werden van dit eiwit hogere niveaus in hun bloed aangetroffen. Ook de niveaus van de antistoffen die het lichaam er tegen maakt waren bij de eetstoornispatiënten verhoogd.
Algemeen voorkomende darmbacteriën
Het eiwit ClpB is qua structuur een afspiegeling van het hormoon melanotropine, dat in de hypofyse gemaakt wordt en een rol speelt in onze eetlust en verzadiging. ClpB wordt echter gemaakt door verschillende bacteriën, waaronder de algemeen in onze darmen voorkomende E.coli bacteriën. Het lichaam maakt van nature antistoffen aan tegen dit eiwit. Maar die antistoffen binden dan ook het verzadigingshormoon melanotropine, omdat dit er zo op lijkt. Daardoor kan het verzadigingshormoon zijn werk niet goed doen: het geeft ofwel een signaal af dat verzadiging bereikt is - anorexia - of juist niet - boulimia, vreetbuien.
Muizen met en zonder ClpB-producerende E.coli
Om uit te testen of ClpB daadwerkelijk een rol speelt in de ontwikkeling van eetstoornissen, pasten de onderzoekers de samenstelling van de darmflora van muizen aan. De ene groep kreeg gemuteerde E.coli bacteriën toegediend, die geen ClpB maakten. De tweede groep kreeg wel ClpB-producerende E.coli. Van beide groepen werd gemeten hoeveel ze aten en hoeveel antistoffen tegen melanotropine ze produceerden.
Dat leverde het inzicht op dat de muizen zonder ClpB gewoon bleven eten en geen ander gedrag vertoonden, terwijl de muizen in de tweede groep én anders gingen eten én variërende niveaus van antistoffen vertoonden. Daarmee was de rol van ClpB bevestigd.
De onderzoekers hopen met hun bevindingen een aanzet te kunnen geven voor een betere diagnose en specifieke behandeling van eetstoornissen.
Fotocredits: Christa Mckenna
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Interessant concept. In het onderzoek zelf (open access) is te lezen dat de gemeten hoeveelheden antilichamen niet blijkt te verschillen tussen control en patiënten met diverse eetstoornissen (fig 4a en b). Wel blijkt de mate waarin de antilichamen reageren met het hormoon melantropine te verschillen tussen de patiënten en de controls (fig 4e). Kortom, het is niet simpelweg de hoeveelheid antilichamen die een mogelijke rol spelen, maar eerder de mate waarin deze ook reageerden op het hormoon.
Ook een interessante noot van de onderzoekers is dat het betreffende bacterie eiwit wordt gemaakt als verdediging tegen warmte-shock en oxidatieve stress, terwijl het hormoon alfa-melantropine in mensen wordt aangemaakt als reactie op stress en bovendien koortsverlagend is. Een opvallende en wellicht niet geheel toevallige overeenkomst.
Wat denk je Dennis, straks ook probiotica tegen eetstoornissen?
Wageningen haalde gisteren de Duitse radio met onderzoek naar darmbacteriën die o.a. de wondgenezing bevorderen.
Mmmmmm, dus als een meisje denkt dat ze te dik is, terwijl ze dat niet is, en haar eten gaat uitkotsen enz zodat ze anorexia oid krijgt dan ligt dat niet aan haar hersens maar aan een eiwit? Het is mij nl niet duidelijk aan bovenstaand of dat eiwit dan dus het denkvermogen aantast, want DAT zou dan naar mijn idee de oorzaak zijn dat zo'n meisje gaat denken dat ze overal dik van wordt en niet meer eet.
Al die eiwitten ook in ons lichaam, ze zouden verboden moeten worden he...........
Leuk linkje Arjan. Er is ongelofelijk veel onderzoek naar diverse invloeden van de darmflora op ons lichaam. En het is overduidelijk hoe nauw de band tussen de mens en zijn (persoonlijke) microflora is. Maar het is in mijn ogen nog verre van duidelijk wat precies wat beïnvloed. Probiotica zijn m.i. zeer nuttig, maar moeten ook niet overschat worden. Er zijn momenteel maar een paar bacteriesoorten die in probiotica gebruikt worden, en niet elke soort is hier bovendien voor geschikt. Zelfs als je een indicatie zou hebben van de soorten en stammen die de darmen van een individu bevolken, dan weet je nog niet welke soort waar zit en met hoe de interactie tussen soorten ter plekke is. En dus ook niet waar je probiotica landt en wat dat gaat doen. Om die reden heb ik mijn twijfels over het idee van gerichte, persoonlijke probiotica.
Ook denk ik niet dat probiotica de oplossing is bij deze eetstoornissen, het is hooguit een van de vele factoren die enige invloed hebben. Wat denk jij zelf?
# Dennis die twijfels heb ik ook. Het gaat nog wel 'even' duren voordat de boel daarbinnen zodanig in kaart te brengen is dat gerichte behandeling mogelijk wordt.
Tot die tijd is het beste advies om er een voedingswijze op na te houden die gunstig is voor het microbioom: geen suiker, weinig snelle koolhydraten, kalm aan met de (gebakken harde) vetten en dierlijke eiwitten en juist weer veel groenten. Zo min mogelijk bewerkt voer en met regelmaat gefermenteerde producten als desembrood, zuurkool en kefir voor het juiste klimaat in de darm. Doet de darmflora floreren.
Wbt het effect van probiotica probiotica heb ik maar één harde aanwijzing en dat zijn de luiers van mijn jongste. Van precies hetzelfde dieet als de anderen fabriceert haar binnenleven een totaal andere, ik mag wel zeggen gruwelijke, substantie. Na gebruik van probiotica verbetert de geur van chemisch afval naar die van zure melk.
# Astrid, nou doe je net of het allemaal een kwestie van vrije wil is. Daar denken hersenonderzoekers als Dick Swaab anders over. Het is gemakkelijk om vrije wil uit te oefenen als je geen impuls hebt. Zo heb ik bijvoorbeeld geen enkele moeite om niet te gaan winkelen, maar moet ik mijn best doen niet 's middags al aan de wijn te zitten.
Daarbij is de meest voorkomende eetstoornis is niet anorexia en zelfs niet boulimia, maar doodgewone vreetzucht. Je hoeft maar om je heen te kijken om te zien hoe de verhoudingen liggen.
In het ideale geval reguleren de hersenen via hormonen enz. de eetlust. Maar die hersenen worden door van alles en nog wat gefopt. Zoet, zout, vet, foute omgeving/opvoeding. Ook door een eiwit/afweercombinatie mbt e-coli naar nu dus blijkt.
En zo kan een flinke shot probiotica wellicht ook de eetgestoorde van dienst zijn. Al was het alleen maar om het placebo-effect, waar juist de hersenen bijzonder gevoelig voor zijn. Voorwaarde is dan wel dat je er in gelooft. Persoonlijk geloof ik meer in het placebo-effect dan in de vrije wil.