Halsbandparkieten leven al jaren in de grote stad. Wie op een Amsterdamse gracht loopt, heeft dikke kans ze te horen en zien. Het zijn slanke groene vogels met een lange staart en een vuurrode snavel. Ook in Barcelona en Parijs wonen deze oorspronkelijk Afrikaanse papegaaiachtige vogels. Ze zijn ontsnapt uit gevangenschap en blijken zich hier uitstekend te kunnen handhaven in de wilde natuur van de stad. In Nederland werd hun aantal vorig jaar geschat op 10.000 bij een stabiele populatie. In Brussel werden in in de zeventiger jaren 50 exemplaren vrijgelaten. De totale Belgische populatie zou op dit moment 28.500 exemplaren tellen.

Schade aan fruit
Omdat het erop lijkt dat de dieren in Nederland zich vanuit de stad ook op het platteland gaan vestigen, gaf de NVWA onderzoeksbureau CLM opdracht de schade aan boerengewassen te inventariseren. CLM constateerde dat het dier sinds kort schade in de fruitteelt veroorzaakt. Een risicoanalyse zou laten zien dat in fruitteeltgebieden gelegen tegen de randstad de schade kan toenemen. Ook de boomteelt en mogelijk de maïsteelt kunnen in de toekomst risico lopen op vraat door halsbandparkieten.

Mais nog niet ontdekt
De halsbandparkiet heeft een breed spectrum aan voedsel bestaand uit vruchten, zaden en knoppen. In Nederland eten ze boomknoppen, maar is nog geen schade gemeld vanuit boomkwekers. In andere Europese landen waar de halsbandparkiet zich heeft gevestigd, is schade vastgesteld aan allerlei soorten fruit (appel, peer, pruim), druiven en zacht fruit (frambozen). Net als in gevangenschap eten de vogels in Azië eten zaden van graansoorten, waaronder maïs en zonnebloem. Snijmaïs wordt in Nederland op grote schaal verbouwd maar het lijkt er op dat de Nederlandse halsbandparkiet deze voedselbron nog niet heeft ontdekt.

Fotocredits: Joost Witteveen
Dit artikel afdrukken