Teun kreeg de ruimte voor een lang stuk in de krant van afgelopen zaterdag waarin hij keurmerken de maat neemt. De titel Afgekeurd geeft al aan wat zijn eindconclusie is: de tijd van de keurmerken is voorbij. We hebben een nieuw model nodig dat is gebaseerd op openheid en vertrouwen. Keurmerken die zeggen dat producten betrouwbaar zijn, puur, eerlijk, fair (dat is ook eerlijk), eco, bio (is dat niet hetzelfde?), slaafvrij, op verantwoorde wijze uit zee gevist, uit goed hout gesneden en aangesloten bij een regenwoudalliantie. Die keurmerken zijn nietszeggend geworden. Er zijn er domweg te veel.

Keurmerken bereiken het walhalla per definitie niet
Dat klopt. Al jaren geleden zag ik de baas 'duurzamer ondernemen' van een groot consumentenbedrijf er meer dan honderd op het scherm van zijn presentatie toveren. Wat ze precies betekenen, zei hij erbij, weet niemand, maar je weet tenminste dat er iets 'goed' zit. Volgens Teun is dat niet zo. Hij wil zijn lezers doen geloven dat bedrijven iets te verbergen hebben. Ze maken gebruik van keurmerken om vooral geen schonere, mooiere en eerlijkere wereld te hoeven maken. Keurmerken definiëren immers een minimum, geen maximum en zelfs geen pad op weg daarheen. En omdat ze handel zijn en ook aan (keur)merkenmarketing doen, willen ze zoveel mogelijk bedrijven in hun OK-merk stoppen. Dáárom zullen ze het nooit veel meer dan een beetje beter doen dan de rest. Het walhalla van de betere wereld wordt er niet mee bereikt.

Het systeem Cees
Teun heeft iets nieuws bedacht. Hij vond het bij zijn slager Cees de Wit in Amsterdam. Dat is een hippe slager die je alles mag vragen. Waar zijn beesten vandaan komen en wat hij ermee doet. Cees koopt natuurlijk klein in en niet bij grootslachters als Vion of Van Rooij. Dan kom je al gauw terecht bij slachters waar de NVWA nog meer problemen mee heeft omdat ze nu eenmaal minder hygiënisch slachten. Het publiek en Teun weten dat niet, en dus hebben ze daar meer vertrouwen in. En dat is logisch, want Cees zal er alles aan doen om je niet ziek te laten worden. Daarom kun je hem vertrouwen. En omdat Cees wil dat je terugkomt, zal hij natuurlijk meer dan anticiperen op Teuns nieuwe en steeds lastiger vragen. Daarom loopt Cees wel voorop en is het simpele vragen en moeten antwoorden het geheim van de smid. Teun noemt dat het systeem Cees.

Kunnen vragen
En dat is dus ook wat Teun nu heeft bedacht: bedrijven die antwoord geven op je vragen, die kun je vertrouwen. Weg met het keurmerk. Vertrouw de man of vrouw die antwoord geeft op je vragen en je laat zien waar zijn waar vandaan komt en wat zij ermee uitspoken. "Uiteraard kunt u mij van naïviteit betichten", schrijft Teun. Omdat hij goedgelovig is en spullen koopt die biologischer zijn dan biologisch maar waar de handelsman geen 'biologisch' opplakt omdat hij dat te duur vindt. Bedrijven aan wie je gewoon kunt vragen of het snor zit, zijn OK. Een logo is dat niet, want dat moet je maar geloven terwijl je niet weet hoe het zit. Zo eenvoudig is dus Teuns recept voor het nieuwe voedselvertrouwen: kunnen vragen.

Vertrouwen werkt maar 1 kant op
Maar wat gebeurt er nou als je vraagt, antwoord krijgt, maar domweg niet wordt geloofd? Teun denkt dat hij zijn slager Cees kan vertrouwen omdat hij antwoord geeft op zijn vragen. Hij denkt dat vragen kunnen stellen voor het vertrouwen zorgt.
Maar het zit anders. Teun vertrouwt de slager en gelooft daarom zijn antwoorden. Als Teun Albert Heijn of Unilever niet vertrouwt, dan kunnen ze hem antwoorden tot ze een ons wegen. Wie vertrouwen heeft, geeft hij het. Wie het niet krijgt, zal hij nooit vertrouwen. Al gaan de bazen van Albert Heijn en Unilever naakt voor Teun staan en mag hij zelfs hun pincode weten, hij zal er altijd iets achter zoeken.
Vertrouwen geef je. Het heeft niets te maken met de antwoorden, maar alles met het vertrouwen dat jij er zelf aan hecht. Over die filosofische waarheid als een koe moet Teun vermoedelijk nog eens goed en minder naïef nadenken.

Het systeem Harry
Harry Paul is de baas van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). Hij zei laatst in de Tweede Kamer dat de moraal in de vleessector niet deugt. Hoe spijtig ook, daarmee had hij het echt niet alleen over de grote jongens. Juist in de kleine wereld wordt gerommeld. Zo zit 'vlees' nu eenmaal in elkaar. Met de moraal nemen ze het niet zo nauw, zei Harry. Heel wat van Cees de Wits kleine en door de consument net zoals Cees zelf door Teun vertrouwde collega's die altijd antwoorden op vragen, namen rundvlees af bij Van Hattem, het bedrijf dat de organisatie van Harry Paul niet vertrouwt omdat zijn NVWA-rechercheurs niet geloven wat ze te horen krijgen.
Harry gelooft niemand meer en gaat daarom vaker binnenvallen, ook al weet hij dat hij ook daarmee geen antwoord gaat krijgen op al zijn vragen. Harry weet dat een man in zijn positie niemand meer kan vertrouwen.

Het systeem Gert
Een kleine grondstoffenleverancier onder de rook van Utrecht zorgde recent voor het furazolidon-schandaal. De kleine 'schroothandelaar' in tweedehands eten voor de diervoederindustrie Gert van Kats is door het publiek en de autoriteiten in het openbaar gelynched. Een niet-naïeve, anonieme bron schreef me twee weken geleden iets dat Teun me dwingt te publiceren. Wie wil er nou spul van Van Kats? Hij was een rommelaar. En alleen rommelaars kopen bij rommelaars. Dat het goed gaat, is een kwestie van de onderlinge ethiek van rommelaars. Niemand wil immers dat er doden of zieken vallen. Had de NVWA er niet veel beter op moeten letten of ... had de voedselpolitie van Harry tot voor kort nou juist het soort vertrouwen dat Teun ook heeft?

Lees de brief van mijn anonieme contact:

Katz_an


Teun moet slager Cees de volgende keer eens vragen of hij zeker weet dat zijn boeren hun kippen, koeien en varkens met zekerheid geen voer geven met grondstoffen van Van Kats of een van zijn nog niet bekende collega's. Dat weet Cees niet. Nu Teun dat weet, zou hij zich moeten realiseren dat zijn vertrouwen in Cees geheel tussen zijn eigen 2 oren zit. Nu dit allemaal gezegd is, kan ik het hardop schrijven: Teun vertrouwt Cees de Wit wel, maar Albert Heijn en Douwe Egberts niet en dat is helemaal zijn probleem.
Zijn nieuwe vertrouwen is dan ook hoogst onbetrouwbaar. Het is niet meer dan een vorm van zelfvertrouwen. Harry Paul weet dat de volgende Van Kats al klaar staat in de coulissen van een vertrouwde slager. Hij weet hoe makkelijk het is om iemand te belazeren die je volledig vertrouwt omdat die van niets weet.

Fotocredits: Teun van de Keuken, uitsnede, Keuringsdienst van Waarde
Dit artikel afdrukken