Vakantie. Daar zien de meeste mensen reikhalzend naar uit. Ik niet. Ik vind vakantie gedoe. Ik heb er weken van te voren stress van. Ik zie honderdduizend beren op rustieke landweggetjes. Heb ik alles ingepakt? Wat als de kinderen ziek worden en we naar een onverstaanbaar pratende, in de donkere middeleeuwen opgeleide, dokter moeten? Als de auto uit elkaar valt? Mijn man verdrinkt in een woest kolkende bergbeek?

En sinds vorig jaar kwam daarbij: waar kopen we glutenvrije pasta en hoe zeg je ‘glutenvrij’ in het Zeeuws/Zweeds/Frans/Spaans/Italiaans?

Zeeland en Zweden
Zeeland viel af; daar hebben we de eerste zeven levensjaar van zoonlief doorgebracht, tot vervelens toe bolussen gegeten bij het ontbijt met de PZC erbij, haaietanden gezocht en door de duinen gefietst. Zweden moet een prima land zijn glutenvrij. Wij waren er twee keer, glutenetend. Prachtig land, heel veel natuur, leuke ‘loppissen’ met geinige vintage koopjes. Maar culinair gezien....als je om 6 uur in het restaurant kwam, zaten de Zweedse gasten al aan het toetje. Waarna je nog net een koffie kon bestellen en er dan werd uitgegooid. En waar je voor een flesje aquavit bij een ‘systembolaget’ op een industrieterrein met je paspoort langs een nurkse matrone moest voor je je mocht bezatten.

Voor glutenvrij is Frankrijk 'out' en Italië 'in'
Frankrijk is een hopeloos oord waar ze door elk gerecht een pond gluten roeren. Daarom moest ik volgens mijn internetbronnen naar Italië. Het zou ‘the place to be’ voor coeliaken zijn. Dus heb ik me vorig jaar over al mijn angsten heen gezet, de auto volgepakt en naar de Piemonte gereden.
Dat beviel goed! In Turijn zou ik wel willen wonen. Iedereen fietst als een beest van oost naar west. Elke zaterdag is er een rommelmarkt vol gezellige meuk en met voetbalshirts van Juventus en Torino. Bovendien is het de bakermat van de Slowfood beweging.

Dit jaar werd het weer Italië, want in Turijn alleen al heb je de keus uit 10 pizzeria’s die een niet van glutenvol te onderscheiden glutenvrije pizza serveren. Op 10 autominuten van de camping zit een banketbakker met overheerlijke glutenvrije petit fours, pruimentaarten, foccacia’s en broodjes. Je hebt er bij de ijsfabriek keus uit 15 gegarandeerd kruisbesmettingsvrije smaken in een glutenvrije cone. En het is natuurlijk het land waar elke horecawerknemer een barista is......

Kampeerkoken
Maar omdat we niet van het geld bulken, koken we ook wel eens een prakkie op de camping. Dat is geen straf gezien de markten waar de overheerlijke worsten, kazen, rijpe tomaten, borlottibonen er gewoon om vragen allemaal door jou te worden klaargemaakt en opgegeten.

Dit is een recept voor de ervaren campingkok: niet heel ingewikkeld maar wel een logistieke uitdaging als je geen schuimspaan of gaspit met flinke power hebt. In Noord-Italië is boekweit ‘saraceno’ in elke supermarkt te krijgen. Thuis in Nederland kan het natuurlijk ook als je last hebt van heimwee naar die mooie zomerweken. Bij ons is het boekweitmeel wel wat moeilijker te krijgen, maar je kunt heel gemakkelijk een pak in je koffer meenemen vanuit het Zuiden!

Boekweitgnocchi (spreek uit ‘njokkie’)
Recept voor 6 – 8 porties

- 1 kilo gekookte aardappelen
- 300 gram boekweitmeel (ongeveer, hangt van de aardappelen af)
- 2 eieren
- zout

Stamp of pureer de aardappelen tot puree. Doe er de rest van de ingrediënten door en kneed er een stevig deeg van. Het moet coherent zijn maar niet plakkerig. Maak rolletjes van 3 cm doorsnede, snijdt die in kleine stukjes van ca. 2 cm en rol daar bolletjes van.
Druk ze een beetje plat met een vork. Laat ze even rusten, liefst in de koelkast.

Breng een ruime pan water met een beetje zout aan de kook. Doe de gnocchi in het kokend water, tot ze bovendrijven. Dan zijn ze gaar. Dit duurt ongeveer drie minuten.

Lekker met olie en parmezaan, een stukje uitgebakken pancetta, tomatensaus.....Je kan ook een beetje gekookte spinazie of saffraan door het deeg doen. Je kan de gnocchi ook rauw invriezen en bevroren en wel koken.

Fotocredits: Wendeline van den Nagel
Dit artikel afdrukken