Marius was genetisch oninteressant. Het sympatiek ogende jonge girafje uit de dierentuin van Kopenhagen maakte deel uit van een internationaal fokprogramma van dierentuinen. Hij had nooit geboren mogen worden. Maar nu hij er was, kon hij beter plaats maken voor een dier dat de diversiteit van de genetica van in gevangenschap gehouden giraffen zou versterken. Net als in een varkensstal is het aantal vierkante meters in dierentuinen immers beperkt.

Verantwoordelijkheid
Dat is een logisch argument. Toch bleken hordes mensen tegen. Dierentuinmedewerkers werden met de dood bedreigd. Serieuze media als de Franse Le Monde en de Amerikaanse Time schreven erover nadat Marius was verdoofd, doodgeschoten en in stukken gesneden. Alsof we niet konden begrijpen waarom een zo breed mogelijke genenpool belangrijk is voor in gevangenschap gehouden dieren. Juist in die omstandigheden hebben mensen de verantwoordelijkheid om te zorgen voor de soort. Het individu, en zeker het verkeerde, telt in de natuur niet en wordt ook daar meedogenloos weggevangen door de wilde beesten.

Interculturele fout
De dierentuin van Kopenhagen doodt zo'n 20 tot 30 dieren per jaar. Keurig netjes. Ditmaal deden ze het en public omdat ze niets te verbergen hebben en omdat het leerzaam is te laten zien hoe de wereld werkt. In Denemarken kan dat. Er waren ouders met kinderen. Elders werd het een onderwerp van controverse.

De Deense dierentuin maakte een interculturele fout. Ze voelden dat het in Denemarken kan, maar niet dat het in grote delen van de Westerse wereld een wrede gruwel is. Een giraf is een schat. Een jonge nog schattiger, al helemaal als hij zijn lange nek en lieve, zachte ogen naar je keert. NOS-journaalkijkers protesteerden dan ook. Marius had niet op TV doodgemaakt en in stukken gesneden mogen worden. Daar konden de kinderen niet tegen. Dit hadden ze niet hoeven zien. Al helemaal niet zomaar op een zondagmiddag. Dat vonden hun Nederlandse ouders. Die weten niet dat arme Afrikanen om in hun essentiële voedingsbehoeften te voorzien heel af en toe dolblij zijn met een hapje zebra, antilope of giraf. Dat mag zelfs van geleerde ethici die het eten van vlees op basis van stricte argumentatie veroordelen.

Zonder volksopstand
De dierentuin had van mij één stap verder mogen gaan. Ze hadden de grenzen voor filmbeelden hardhandig moeten sluiten en Marius per opbod moeten verkopen aan de beste slagers van het land. Met de opbrengst hadden ze goede dingen voor dieren moeten doen. En als het allemaal voorbij was, hadden ze dat de wereld moeten laten weten. Gewoon als een berichtje.
Dan hadden de dieren er iets aan gehad en hadden die reële Denen tenminste, net als de rijke inwoners van Pompei , kunnen weten hoe een jonge malse giraffe smaakt. In plaats daarvan ging Marius domweg voor de leeuwen en leerde de wereld niet dat in het beschaafde Westen een land bestaat dat de werkelijkheid niet ontvlucht en daar verstandig mee omgaat zonder volksopstand of doodsbedreigingen. Dát is de gemiste kans van de affaire Marius.

Die leeuwen zijn ongelofelijke bofkonten. Laten we hopen dat de leeuwenstront goed wordt gebruikt. Misschien kun je er goed tomaten op telen. Of paprika's en aardappelen. Dan zijn Marius' genen tenminste verder prima besteed in the Great Chain of Being.

Fotocredits: leeuwen eten Marius, still, Time.
Dit artikel afdrukken