Op dit moment gaat de Nationale Cholesteroltest door Nederland. Uit z'n verband gerukt en wetenschappelijk onvoldoende verdedigbaar, zegt Gert Schuitemaker van Fit met Voeding.
Vanaf half februari kan elke Nederlander tussen 30 en 70 jaar zijn cholesterol laten meten. Gratis. Een nieuw dieptepunt in de ‘cholesterolgekte’, die epidemische vormen heeft aangenomen.
Cholesterolgekte
Een ieder die denkt dat het cholesterolgehalte veel zegt over de gezondheid van hart- en bloedvaten, lijdt in meer of mindere mate aan de ‘cholesterolgekte’. Daarom biedt het tijdschrift Fit met Voeding in haar nieuwste nummer een korte therapie tegen deze vorm van (zelf)bedrog. Spekkoper zijn tot nu toe zowel de farmaceutische als de voedingsindustrie. Cholesterolverlagers (‘statines’) behoren tot de populairste medicijnen ter wereld. Het gebruik van cholesterolverlagende voedingsmiddelen met plantensterolen zoals bepaalde margarines is eveneens wijdverbreid.
Twijfels aan onafhankelijkheid
Dat de cholesterolgekte zó om zich heen heeft kunnen grijpen, komt vooral doordat maar weinigen de gekte durven aan te pakken. Bij de Nederlandse Hartstichting weet men echt wel dat meerdere risicofactoren in het geding zijn bij hart- en vaatziekten en dat cholesterol alleen maar zoveel aandacht krijgt omdat het een kaskraker is. Van een ‘onafhankelijke’ stichting zou je een kritische houding verwachten, maar helaas. De Hartstichting schaarde zich bijvoorbeeld al snel achter de sterolenmargarine van Unilever, een van haar sponsoren, en beveelt Becel pro.activ van harte aan voor mensen met een verhoogd cholesterolgehalte. Het is geen verrassing dat beide organisatie betrokken zijn bij de gratis ‘Nationale Cholesterol Test’.
Advertentiebelangen media
Ook de media durven de gekte niet of nauwelijks aan te pakken. Samen met journalist Toine de Graaf ondervond ik in 2005 dat redacties van tv-programma’s en landelijke kranten niet bereid waren om de mogelijke risico’s van Becel pro.activ onder de aandacht van het Nederlandse publiek te brengen. Misschien ook niet zo vreemd: Unilever is immers de grootste adverteerder van Nederland. Grappig was dat toen Foodwatch in 2012 onze boodschap herhaalde, de grootste nieuwssite van Nederland (nu.nl) dit volledig negeerde. Maar ja, nu.nl is onderdeel van de grootste tijdschriftenuitgever van Nederland, die voor haar advertentie-inkomsten voor een belangrijk deel afhankelijk is van Unilever.
Risico
Wie gegrepen is door de cholesterolgekte wil zijn cholesterol omlaag hebben. Begrijpelijk. Toch kan dit gepaard gaan met een zeker risico. De bijsluiters van de statines vermelden heel wat mogelijke bijwerkingen, zoals spierpijn. Die pijn ontstaat doordat deze medicijnen niet alleen het enzym HMG CoA-reductase remmen, maar ook de aanmaak van de lichaamseigen stof coënzym Q10 die belangrijk is voor de energievoorziening in de spieren. Uit een recent onderzoek gepubliceerd in JAMA ophthalmology bleek verder de kans op cataract bij statinegebruikers verhoogd.
Ook arts slachtoffer
Ook de voedingsmiddelen met plantensterolen lijken niet voor iedereen even gezond. Bovendien: het is nooit vastgesteld dat plantensterolen werkelijk het risico van hart- en vaatziekten verlagen. Dit wordt slechts verondersteld aan de hand van theoretische berekeningen op basis van het cholesterolverlagend effect. Wie zijn cholesterol heeft weten te verlagen, wordt gefeliciteerd door de huisarts. Maar de arts is zelf ook slachtoffer van de cholesterolgekte en daardoor blind voor de eventuele risico’s van een laag cholesterol. Zo hebben Japanse onderzoekers kortgeleden geconcludeerd dat er een verband is tussen een lage cholesterolconcentratie in het bloed en een toename van oxidatieve DNA-schade. Dit verklaart volgens de onderzoekers mogelijk de relatie tussen een lage cholesterolspiegel en een verhoogd risico van kanker zoals in eerdere studies is gevonden. Ik voorzie dat men in afzienbare tijd terug zal komen op de extreem lage cholesterolwaarden die nu uit preventief oogpunt worden omarmd.
Let maar liever op oxycholesterol
Cholesterol is op zichzelf geen stofje om bang voor te zijn. Waar we wel voor moeten oppassen, is het ‘oxycholesterol’. Oxycholesterol is één van de schadelijke factoren bij het dichtslibben van bloedvaten. Dit geoxideerde cholesterol komt niet alleen voor in onze voeding, maar ook in ons bloed. Oxycholesterol zit vooral in eipoeder. Voor de voedingsindustrie is eipoeder een uitkomst en te prefereren boven de moeilijk hanteerbare eieren. Eipoeder wordt gemaakt door in grote ketels eieren in een hete luchtstroom en onder hoge druk te verstuiven. Hierdoor wordt het cholesterol in de eieren geoxideerd en ontstaat het oxycholesterol. Wie hart- en vaatziekten wil voorkomen, dient producten waarin eipoeder is verwerkt zoveel mogelijk te vermijden. Hierbij gaat het vooral om koekjes en andere bakkerswaren, naast allerlei (zoete) snacks. Hoogbewerkte leverproducten, zoals leverworst, zijn ook rijke bronnen.
Oxycholesterol ontstaat ook in ons bloed. Net als ijzer kan ook cholesterol ‘roesten’, wanneer er onvoldoende bescherming is tegen oxidatie. Vooral het ‘slechte’ LDL-cholesterol blijkt de vorming van het oxycholesterol in de hand te werken. Dit relativeert de betekenis van een verhoogd cholesterol. Cholesterol is namelijk – indien niet gedegradeerd tot oxycholesterol – een uiterst nuttig stofje. Het lichaam maakt hieruit vitamine D, geslachtshormonen en stresshormonen zoals het cortisol. Aan cholesterol zelf worden antioxidatieve eigenschappen toegekend. Cholesterolrijke eieren vormen ook geen bedreiging voor ons hart zoals ons jaren is voorgehouden. Niet het zuivere cholesterol is een risicofactor, óók niet direct het LDL-cholesterol, maar het oxycholesterol in het lichaam.
De kunst is om cholesterol weer in perspectief te gaan zien. Er is méér op de wereld dan cholesterol, zoals in Fit met Voeding wordt onderbouwd.
Fotocredits: Nationale Cholesteroltest.
Dit artikel afdrukken
Cholesterolgekte
Een ieder die denkt dat het cholesterolgehalte veel zegt over de gezondheid van hart- en bloedvaten, lijdt in meer of mindere mate aan de ‘cholesterolgekte’. Daarom biedt het tijdschrift Fit met Voeding in haar nieuwste nummer een korte therapie tegen deze vorm van (zelf)bedrog. Spekkoper zijn tot nu toe zowel de farmaceutische als de voedingsindustrie. Cholesterolverlagers (‘statines’) behoren tot de populairste medicijnen ter wereld. Het gebruik van cholesterolverlagende voedingsmiddelen met plantensterolen zoals bepaalde margarines is eveneens wijdverbreid.
Twijfels aan onafhankelijkheid
Dat de cholesterolgekte zó om zich heen heeft kunnen grijpen, komt vooral doordat maar weinigen de gekte durven aan te pakken. Bij de Nederlandse Hartstichting weet men echt wel dat meerdere risicofactoren in het geding zijn bij hart- en vaatziekten en dat cholesterol alleen maar zoveel aandacht krijgt omdat het een kaskraker is. Van een ‘onafhankelijke’ stichting zou je een kritische houding verwachten, maar helaas. De Hartstichting schaarde zich bijvoorbeeld al snel achter de sterolenmargarine van Unilever, een van haar sponsoren, en beveelt Becel pro.activ van harte aan voor mensen met een verhoogd cholesterolgehalte. Het is geen verrassing dat beide organisatie betrokken zijn bij de gratis ‘Nationale Cholesterol Test’.
Advertentiebelangen media
Ook de media durven de gekte niet of nauwelijks aan te pakken. Samen met journalist Toine de Graaf ondervond ik in 2005 dat redacties van tv-programma’s en landelijke kranten niet bereid waren om de mogelijke risico’s van Becel pro.activ onder de aandacht van het Nederlandse publiek te brengen. Misschien ook niet zo vreemd: Unilever is immers de grootste adverteerder van Nederland. Grappig was dat toen Foodwatch in 2012 onze boodschap herhaalde, de grootste nieuwssite van Nederland (nu.nl) dit volledig negeerde. Maar ja, nu.nl is onderdeel van de grootste tijdschriftenuitgever van Nederland, die voor haar advertentie-inkomsten voor een belangrijk deel afhankelijk is van Unilever.
Risico
Wie gegrepen is door de cholesterolgekte wil zijn cholesterol omlaag hebben. Begrijpelijk. Toch kan dit gepaard gaan met een zeker risico. De bijsluiters van de statines vermelden heel wat mogelijke bijwerkingen, zoals spierpijn. Die pijn ontstaat doordat deze medicijnen niet alleen het enzym HMG CoA-reductase remmen, maar ook de aanmaak van de lichaamseigen stof coënzym Q10 die belangrijk is voor de energievoorziening in de spieren. Uit een recent onderzoek gepubliceerd in JAMA ophthalmology bleek verder de kans op cataract bij statinegebruikers verhoogd.
Ook arts slachtoffer
Ook de voedingsmiddelen met plantensterolen lijken niet voor iedereen even gezond. Bovendien: het is nooit vastgesteld dat plantensterolen werkelijk het risico van hart- en vaatziekten verlagen. Dit wordt slechts verondersteld aan de hand van theoretische berekeningen op basis van het cholesterolverlagend effect. Wie zijn cholesterol heeft weten te verlagen, wordt gefeliciteerd door de huisarts. Maar de arts is zelf ook slachtoffer van de cholesterolgekte en daardoor blind voor de eventuele risico’s van een laag cholesterol. Zo hebben Japanse onderzoekers kortgeleden geconcludeerd dat er een verband is tussen een lage cholesterolconcentratie in het bloed en een toename van oxidatieve DNA-schade. Dit verklaart volgens de onderzoekers mogelijk de relatie tussen een lage cholesterolspiegel en een verhoogd risico van kanker zoals in eerdere studies is gevonden. Ik voorzie dat men in afzienbare tijd terug zal komen op de extreem lage cholesterolwaarden die nu uit preventief oogpunt worden omarmd.
Let maar liever op oxycholesterol
Cholesterol is op zichzelf geen stofje om bang voor te zijn. Waar we wel voor moeten oppassen, is het ‘oxycholesterol’. Oxycholesterol is één van de schadelijke factoren bij het dichtslibben van bloedvaten. Dit geoxideerde cholesterol komt niet alleen voor in onze voeding, maar ook in ons bloed. Oxycholesterol zit vooral in eipoeder. Voor de voedingsindustrie is eipoeder een uitkomst en te prefereren boven de moeilijk hanteerbare eieren. Eipoeder wordt gemaakt door in grote ketels eieren in een hete luchtstroom en onder hoge druk te verstuiven. Hierdoor wordt het cholesterol in de eieren geoxideerd en ontstaat het oxycholesterol. Wie hart- en vaatziekten wil voorkomen, dient producten waarin eipoeder is verwerkt zoveel mogelijk te vermijden. Hierbij gaat het vooral om koekjes en andere bakkerswaren, naast allerlei (zoete) snacks. Hoogbewerkte leverproducten, zoals leverworst, zijn ook rijke bronnen.
Oxycholesterol ontstaat ook in ons bloed. Net als ijzer kan ook cholesterol ‘roesten’, wanneer er onvoldoende bescherming is tegen oxidatie. Vooral het ‘slechte’ LDL-cholesterol blijkt de vorming van het oxycholesterol in de hand te werken. Dit relativeert de betekenis van een verhoogd cholesterol. Cholesterol is namelijk – indien niet gedegradeerd tot oxycholesterol – een uiterst nuttig stofje. Het lichaam maakt hieruit vitamine D, geslachtshormonen en stresshormonen zoals het cortisol. Aan cholesterol zelf worden antioxidatieve eigenschappen toegekend. Cholesterolrijke eieren vormen ook geen bedreiging voor ons hart zoals ons jaren is voorgehouden. Niet het zuivere cholesterol is een risicofactor, óók niet direct het LDL-cholesterol, maar het oxycholesterol in het lichaam.
De kunst is om cholesterol weer in perspectief te gaan zien. Er is méér op de wereld dan cholesterol, zoals in Fit met Voeding wordt onderbouwd.
Fotocredits: Nationale Cholesteroltest.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Het heeft mij altijd verbaasd dat het merendeel van de hoogleraren voedingsonderzoekers deze toelichting niet onderschrijven. Een uitzondering daarop is misschien Frits Muskiet, die afgelopen zaterdag in Driebergen een meer dan uitstekende presentatie heeft gehouden.
Volgens mij kan het oxycholesterol gemakkelijk worden gevormd uit een linolzuur met als tussenstap het peroxide van linolzuur. En dat is nu juist de reden dat ikzelf zo weinig mogelijk linolzuur consumeer. Niet meer dan 2 en% per dag.
Het wordt hoog tijd dat onze voedingsdeskundigen zich eens met dit mechanisme gaan bezig houden. Dat moet toch niet zo moeilijk zijn.
Op verzoek van Dick zou ik graag een reactie hierop willen geven. Mijns inziens spelen hier een tweetal zaken:
1) Hoe belangrijk is cholesterol nu eigenlijk als risicofactor
2) Wat te doen met de informatie over persoonlijk plasma cholesterol
Allereerst heb ik zelf even de test gedaan en daar kwam uit dat ik, ondanks twee ouders die voor hun 65e levensjaar hart en vaatziekten hebben ontwikkeld en daaraan zijn overleden of geopereerd, niet in aanmerking kwam voor de cholesterol test. Dat was ook niet nodig want mijn cholesterolgehalte is bij mij al bekend.
Punt 1: Hoe belangrijk is cholesterol nu eigenlijk als risicofactor. Gert Schuitemaker heeft gelijk als hij zegt dat het serum cholesterol gehalte maar één van diverse risicofactoren is voor hart en vaatziekten. Daarnaast zijn er leeftijd, erfelijkheid (wel of niet via cholesterolgehalte), bloeddruk, roken, overgewicht, en beweging. Een risicofactor verhoogt het risico in algemene zin, maar kan volledig gecompenseerd worden door andere factoren. Zo komt het dus voor dat mensen die hun hele leven 2 pakjes sigaretten per dag hebben gerookt geen hart en vaatziekten ontwikkelen omdat bijvoorbeeld de bloeddruk laag is en er geen historie is van hart en vaatziekten in de familie. Wanneer dat laatste wel het geval, en tevens de bloeddruk en het cholesterol gehalte hoog is, èn er stevig gerookt wordt, dan neemt de kans aanzienlijk toe, waarbij de leeftijd uiteraard ook een zeer belangrijke rol speelt. Het blijft echter een kans, en een persoon met bovenstaande combinatie kan dus met een beetje geluk de dans ontspringen. Over een hoog cholesterolgehalte als risicofactor bestaat een brede wetenschappelijke consensus. Dat betekent dat het overgrote deel van de wetenschappers die op dit gebied werkzaam zijn deze mening is toegedaan, omdat die door een overvloed aan literatuur wordt ondersteund. Dat neemt niet weg dat er dissonanten onder de wetenschappers zijn, die een gevoelig oor vinden bij een bepaalde groep consumenten die weinig vertrouwen heeft in de reguliere wetenschap. Dat is hun goed recht al begrijp ik nog niet helemaal waarom deze cholesterol dissonanten dan wel te vertrouwen zijn. Het is in ieder geval de taak aan ons wetenschappers om dit vertrouwen te proberen te herstellen. Dat gebrek aan vertrouwen kan door diverse factoren worden veroorzaakt maar wat zeker meespeelt is de belangenverstrengeling, onder andere als gevolg van samenwerking met de industrie. Binnen de wetenschap is steeds meer aandacht voor deze "conflicts of interests". Ook met betrekking tot de relatie serum cholesterol en hart en vaatziekten spelen er conflicts of interests. Dat neemt niet weg dat de bewijsvoering voor een positieve relatie stevig kan worden genoemd en niet primair een product is van deze belangenverstrengeling.
Gert Schuitemaker heeft moeite met het specifiek uitlichten van serum cholesterol, terwijl die andere risicofactoren waarschijnlijk minstens zo belangrijk zijn. Klopt grotendeels, alleen zie ik dat het stoppen met roken nog steeds een prioriteit is in de gezondheidsvoorlichting en dat we langzaam (overigens te langzaam) stappen aan het maken zijn richting zoutbeperking ten behoeve van de bloeddruk verlaging. Ook bewegen wordt gestimuleerd, terwijl aan leeftijd en erfelijkheid niets valt te doen. Dus de ‘Nationale Cholesterol Test’ is zeker geen geisoleerd initiatief.
Punt 2: Wat te doen met de informatie ? Het belang van kennis van het cholesterol gehalte is sterk afhankelijk van andere risicofactoren. In mijn geval is het weten van het cholesterol gehalte niet zo relevant, wat grotendeels te wijten is aan mijn "jeugdige" leeftijd en het niet roken. Voor de boven geschetste persoon die stevig rookt, een hoge bloeddruk heeft, al aardig op leeftijd is en bovendien flink overgewicht heeft, is het wel interessant om te weten of het cholesterol gehalte (sterk) verhoogd is. Want is dat laatste het geval dan heeft die persoon een zeer ongunstige combinatie van risicofactoren en dat risico zal iets dalen door het cholesterolgehalte omlaag te brengen. Uiteraard is het primair noodzakelijk dat wordt gestopt met roken en dat ook het overgewicht wordt aangepakt. Een total makeover met betrekking tot levensstijl, waarbij stoppen met roken, meer bewegen en het op de kop zetten van het voedingspatroon centraal zouden moeten staan, zou de meest wenselijke route zijn. Alleen blijkt dat voor de meeste mensen bijzonder lastig te zijn, en dan komen we terecht bij inferieure alternatieven als plant sterolen. Die plant sterolen verlagen aantoonbaar het serum cholesterol gehalte. Of dit inderdaad ook leidt tot een verlaagd risico op hart en vaatziekten is aannemelijk maar nog niet aangetoond. Dat laatste is overigens bijzonder lastig. Unilever is misschien redelijk kapitaalkrachtig maar het uitvoeren van een studie in mensen waarbij gekeken wordt naar de mogelijk beschermende werking van plant sterolen op hart en vaatziekten is zo ontzettend duur dat het zelfs hun te boven gaat. Studies in proefdieren laten wel een beschermende werking zien maar uiteraard moeten we erg voorzichtig zijn om dit te extrapoleren richting mensen. Over statines zijn hele boeken vol geschreven. Heel kort kunnen we zeggen dat statines, net als elk ander medicijn, bij sommige mensen aanleiding geven tot bijwerkingen, maar dat over de hele linie de effecten absoluut gunstig zijn. Daarmee wordt het huidige voorschijf beleid met betrekking tot statines gerechtvaardigd.
Sander Kersten en ik verschillen niet wezenlijk van opvatting. Graag wil ik op twee punten in zijn betoog reageren:
1. “Over een hoog cholesterolgehalte als risicofactor bestaat een brede wetenschappelijke consensus.”
Mijn vraag: hoe hoog moet het cholesterol zijn om een werkelijk risico te zijn? Is dáár consensus over, zéker als stand-alone risicofactor? Is dat > 5 mmol/l? Daarbij wil ik wel de connotatie maken dat de cholesterolfobie dusdanig om zich heen heeft gegrepen (en wordt aangewakkerd door dit soort cholesteroltesten), dat 5 mmol/l bij behandeling al geen grens meer is onder het motto: hoe lager, hoe beter.
2. “Heel kort kunnen we zeggen dat statines, net als elk ander medicijn, bij sommige mensen aanleiding geven tot bijwerkingen, maar dat over de hele linie de effecten absoluut gunstig zijn.”
De bijwerkingen van statines worden gebagatelliseerd. Veel mensen hebben al of niet aan statines toegeschreven aspecifieke (en dus niet als zodanig herkende) spierproblemen. Bovendien is de (wetenschappelijke) berichtgeving rond statines niet te vertrouwen. Ik verwijs graag naar “De medische wetenschap faalt”, de afscheidsrede van Ivan Wolffers
Sander, dank voor je uitvoerige reactie! Gert, dank voor je verwijzing naar wat ik vaak noem voor-wetenschappelijke rationaliteit.
Bewijs is evenveel waard als de richting van het onderzoek en zou afgezet moeten worden tegen niet gedaan onderzoek. Dat ben ik met jou en Ivan Wolffers eens. Het probleem is alleen dat het niet afgezet kan worden en dat daarom de beste evidence nu eenmaal is wat er ligt. Dat reduceert de vraag die je opwerpt tot dit onderwerp: hoe onethisch is het om niet te twijfelen aan de evidence en de meningen van eminences die zeggen dat statines after all toch een goed idee zijn? Zijn die gek of onverantwoordelijk dan? Velen van hen hebben immers de artseneed afgelegd en weten dat ze niet met een wetenschappelijk en theoretisch spel bezig zijn maar met de levens en het geluk van mensen.
Om het heel praktisch te maken: van deze case is een proefproces te maken. De wet kent het voorzorgsprincipe: wie wist dat er een redelijke twijfel was en toch doorging met de productie van een middelen die mensen schaden, zal later schuldig gehouden kunnen worden. Is die reasonable doubt aanwezig?
Die buitengewoon lastige vraag zou ik Sander voor willen leggen. Niet in de rol van rechter, maar als getuige-deskundige eminence op het gebied van vetzuren en cholesterol.
Ik heb die test ook gedaan, 1x eerlijk geantwoord, tweede keer fake.... Kreeg als resultaat voor beide tests : 'U heeft een (1e sterk - 2e licht) verhoogde kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 of nierschade. Wij adviseren u contact op te nemen met uw huisarts om een beleid af te stemmen dat aansluit bij uw gezondheidssituatie'.
En was het niet Becel ProActiv die het Gouden Windei 2013 van foodwatch uitgereikt kreeg?