Dat stelt professor Tiny van Boekel nadat hij afgelopen week het Grote Pakjes & Zakjes debat van Karin Luiten meemaakte. Hij wil het graag met een breder publiek over zijn stelling hebben om het maatschappelijk op de agenda te zetten.
Het debat vond afgelopen afgelopen woensdag plaats in het gebouw van de NRC aan het Amsterdams Rokin. Menig culinair schrijver van de grote Nederlandse pers en een kritische groep lezers van de krant was aanwezig. Het viel Van Boekel op hoe wantrouwig het publiek staat tegen industrieel voedsel en de grootschalig opererende moderne voedselketen. Tevens zag hij het begin van een opening tot gesprek. Van de draad die zich inmiddels op Foodlog ontspint, wordt hij minder vrolijk liet hij ons weten. We lichten zijn reactie daarom uit de draad om de aandacht te vestigen op het onderwerp dat hij graag zou willen agenderen: beoordeel de nadelen van industriële voeding eens naast de – volgens hem – veel grotere voordelen daarvan.
Het was een interessant debat afgelopen woensdag waar ik met veel plezier aan heb deelgenomen als panellid. Het was in ieder geval heel goed om een begin van een dialoog te kunnen bespeuren maar tegelijkertijd bespeurde ik ook dat er bij een flink aantal mensen het dogma wordt aangehangen dat industrieel voedsel per definitie niet goed kan (of mag?) zijn.
Voorbij het dogma: geen welles-nietes
De industrie zou niet te vertrouwen zijn. Een stemhebbend publiek ziet een complot om iedereen verslaafd te maken aan zout, suiker en vet en dat alles wordt verpakt in een sausje bestaande uit vermaledijde e-nummers. Die overtuiging heeft dogmatische trekken waar we voorlopig nog niet van af zijn. Dat laten laten ook de reacties in Pakjes & Zakjes-draad op Foodlog zien.
Ook ik word waarschijnlijk in het verdachtenbankje gezet als Wageningse levensmiddelentechnoloog die mensen opleidt die in die verafschuwde industrie gaan werken en nog meer van dat industrieel voedsel gaan ontwerpen. Soit. Ik ken mijn plaats als wetenschapper en ik ga hier niet beweren dat alle critici van ‘industrieel’ het bij het verkeerde eind hebben. Dat leidt tot een vruchteloos welles-nietes spel.
Wat is ‘industrieel’?
Wel wil ik graag de aanzet geven tot een gesprek over wat industrieel voedsel nou eigenlijk is, en wat daar de voor- en nadelen van zijn. Het zou alleen al geweldig als de beeldvorming eens wat meer vanuit de feitelijke waarnemingen zou worden gevoed. Iedereen heeft zo zijn beeld van pakjes en zakjes, maar klopt dat wel met de werkelijkheid? Zoals afgelopen woensdag ook genoemd zijn producten als kaas, bier, koffie, tomatenpuree, verpakte verse salades, vruchtensappen, en nog veel meer, vaak industrieel geproduceerd, en naar mijn overtuiging meestal van een uitstekende kwaliteit. Ik wil zelfs beweren dat high tech producten in een aantal gevallen meer en kwalitatief hoogwaardiger inhoudsstoffen hebben dan verse producten die door de consument zelf worden bereid. Die bewerkte producten en het gevarieerde voedingspatroon dat we ermee kunnen vormgeven zouden we dan zelfs gezond mogen noemen. Maar zover wil ik nog niet gaan. Ik wil het er slechts over hebben of die high tech producten als voedingsmiddel inferieur zijn aan verse.
We hebben er belang bij
Ik ben van mening dat de voedselproductie zoals we die in de afgelopen pakweg 100 jaar hebben opgebouwd van belang is voor ons allemaal. Alleen industriële voedselproductie kan de wereldsteden voeden waar we binnenkort met zijn 7 miljarden wonen. Zelfs voor degenen die achter blijven in de dunner bevolkte gebieden op aarde zijn er voor een gevarieerde voeding van afhankelijk. Gek genoeg is industriële productie belangrijker dan ooit, maar zijn de samenleving en veel van zijn opiniemakers tegen. Dat zorgt voor een rare spagaat. Mensen lijken het besef verloren te hebben hoe zeer we afhankelijk zijn van landbouw en adequate voedselverwerking. Ik durf te beweren dat onze huidige voedselzekerheid een schijnzekerheid is en dat we in de nabije toekomst grote problemen tegemoet gaan zien die ver uitstijgen boven de discussie over pakjes en zakjes.
Als aftrap voor de discussie lanceer ik de volgende stelling:
We kunnen niet rekenen op voedselzekerheid zonder industriële productie
Ik zou de discussie over het goed en fout van industriële voedselproductie graag zo agenderen. Deze invalshoek kon afgelopen woensdag niet meer aan de orde komen vanwege tijdgebrek. Ik vind dat we de resultaten van het gesprek van afgelopen woensdag moeten proberen te gebruiken als startpunt voor een verdergaand debat. Daarin kunnen we de voors en tegens die boven zijn komen drijven verder fileren op hun relevantie voor onze meningsvorming. Ik zal daar als technoloog en wetenschapper graag mijn steentje aan bijdragen zonder te pretenderen de wijsheid in pacht te hebben. Het onderwerp is te belangrijk om vanuit dogma’s te blijven redeneren.
Fotocredits: voedingsmiddelenrevolutie
Dit artikel afdrukken
Het was een interessant debat afgelopen woensdag waar ik met veel plezier aan heb deelgenomen als panellid. Het was in ieder geval heel goed om een begin van een dialoog te kunnen bespeuren maar tegelijkertijd bespeurde ik ook dat er bij een flink aantal mensen het dogma wordt aangehangen dat industrieel voedsel per definitie niet goed kan (of mag?) zijn.
Voorbij het dogma: geen welles-nietes
De industrie zou niet te vertrouwen zijn. Een stemhebbend publiek ziet een complot om iedereen verslaafd te maken aan zout, suiker en vet en dat alles wordt verpakt in een sausje bestaande uit vermaledijde e-nummers. Die overtuiging heeft dogmatische trekken waar we voorlopig nog niet van af zijn. Dat laten laten ook de reacties in Pakjes & Zakjes-draad op Foodlog zien.
Ook ik word waarschijnlijk in het verdachtenbankje gezet als Wageningse levensmiddelentechnoloog die mensen opleidt die in die verafschuwde industrie gaan werken en nog meer van dat industrieel voedsel gaan ontwerpen. Soit. Ik ken mijn plaats als wetenschapper en ik ga hier niet beweren dat alle critici van ‘industrieel’ het bij het verkeerde eind hebben. Dat leidt tot een vruchteloos welles-nietes spel.
Wat is ‘industrieel’?
Wel wil ik graag de aanzet geven tot een gesprek over wat industrieel voedsel nou eigenlijk is, en wat daar de voor- en nadelen van zijn. Het zou alleen al geweldig als de beeldvorming eens wat meer vanuit de feitelijke waarnemingen zou worden gevoed. Iedereen heeft zo zijn beeld van pakjes en zakjes, maar klopt dat wel met de werkelijkheid? Zoals afgelopen woensdag ook genoemd zijn producten als kaas, bier, koffie, tomatenpuree, verpakte verse salades, vruchtensappen, en nog veel meer, vaak industrieel geproduceerd, en naar mijn overtuiging meestal van een uitstekende kwaliteit. Ik wil zelfs beweren dat high tech producten in een aantal gevallen meer en kwalitatief hoogwaardiger inhoudsstoffen hebben dan verse producten die door de consument zelf worden bereid. Die bewerkte producten en het gevarieerde voedingspatroon dat we ermee kunnen vormgeven zouden we dan zelfs gezond mogen noemen. Maar zover wil ik nog niet gaan. Ik wil het er slechts over hebben of die high tech producten als voedingsmiddel inferieur zijn aan verse.
We hebben er belang bij
Ik ben van mening dat de voedselproductie zoals we die in de afgelopen pakweg 100 jaar hebben opgebouwd van belang is voor ons allemaal. Alleen industriële voedselproductie kan de wereldsteden voeden waar we binnenkort met zijn 7 miljarden wonen. Zelfs voor degenen die achter blijven in de dunner bevolkte gebieden op aarde zijn er voor een gevarieerde voeding van afhankelijk. Gek genoeg is industriële productie belangrijker dan ooit, maar zijn de samenleving en veel van zijn opiniemakers tegen. Dat zorgt voor een rare spagaat. Mensen lijken het besef verloren te hebben hoe zeer we afhankelijk zijn van landbouw en adequate voedselverwerking. Ik durf te beweren dat onze huidige voedselzekerheid een schijnzekerheid is en dat we in de nabije toekomst grote problemen tegemoet gaan zien die ver uitstijgen boven de discussie over pakjes en zakjes.
Als aftrap voor de discussie lanceer ik de volgende stelling:
We kunnen niet rekenen op voedselzekerheid zonder industriële productie
Ik zou de discussie over het goed en fout van industriële voedselproductie graag zo agenderen. Deze invalshoek kon afgelopen woensdag niet meer aan de orde komen vanwege tijdgebrek. Ik vind dat we de resultaten van het gesprek van afgelopen woensdag moeten proberen te gebruiken als startpunt voor een verdergaand debat. Daarin kunnen we de voors en tegens die boven zijn komen drijven verder fileren op hun relevantie voor onze meningsvorming. Ik zal daar als technoloog en wetenschapper graag mijn steentje aan bijdragen zonder te pretenderen de wijsheid in pacht te hebben. Het onderwerp is te belangrijk om vanuit dogma’s te blijven redeneren.
Fotocredits: voedingsmiddelenrevolutie
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Erg goed artikel. Met mijn eigen ervaringen durf ik de stelling aan te scherpen. Grote groepen wereldburgers zijn nu al alleen van voldoende kwaliteitsvoeding te voorzien vanuit industriele productie. Vooral wat betreft toediening van betaalbare micronutrienten heeft de industrie geleverd waar de vers producenten faalden.
Voor een euro, dollar, renmimbi, real of drachme kan de industrie meer relevante voedingsstoffen in pakjes en zakjes leveren dan "wij" in de productie van vers nu doen.
Tijdens de succesvolle run-up naar een Europees 3,5 miljard steun werd mijn presentatie voor "vers vers" vriendelijk en beleefd volledig ontcijferd en te duur verklaard. Vers zal "industrieel vers" moeten worden. NieuwVers dus.
Absoluut eens met de stelling.
Brengt ons echter wel in een conflicttoestand. Enerzijds de harde nuchtere werkelijkheid, die dwingt tot acceptatie en anderzijds het verlangen naar de voorbije romantische traditie, waaraan slechts alleen enkelen inhoud kunnen geven, afhankelijk van locatie, geld en ervaring.
Het is frappant hoe dit spanningsveld door de hele maatschappij loopt. Op energiegebied, productie van verbruiksgoederen, verkeer en ga zo maar door.
En er zit voor de romantici ook een addertje onder het gras. Je kunt je sterk maken op voedingsgebied voor kleinschalig bio, maar hoe doe je dat dan consequent met alle andere facetten van je verbruik ? Dat veroorzaakt nog meer spanning.
De omschakeling van natuurlijke producten naar gestuurde semi-natuurlijke of 100% 'chemische' producten loopt breed al zo’n 50 jaar. Geen leren schoenen, wollen Shetland truitjes meer, tenzij je er honderden euro’s voor betaalt. Het is niet voor niets dat men commercieel anticipeert met een veel sterkere ‘brand’-strategie. Nimmer voordien waren mensen bereid het viervoudige voor een identiek ordinair product te betalen omdat er een bepaalde merknaam op staat.
Ik denk dat we moeten accepteren dat we in al een tussenfase beland zijn met ‘no return’.
Op een gegeven moment zal de ‘gestuurde’ productie van voedsel, kleding, energie etc. van ‘natuurlijk’ naar ‘artificieel’ een nieuw ijkpunt van evolutie blijken. Hoe moeilijk menigeen dat ook zult vinden.
De toekomst is aan een genetisch gemodificeerde kip op 4 lekkere grote poten met kleine borstjes… Eenden met 4 poten zijn er al. ;-)
Het is volstrekt helder dat de wereldbevolking nu al grotendeels afhankelijk is van industriële voedselproduktie en dat die afhankelijkheid alleen nog maar zal toenemen. Daarin zit het probleem niet en nog veel minder bij een keurige Wageningse levensmiddelentechnoloog.
Het probleem schuilt veel meer in het vehikel dat gebruikt wordt. Grote multinationale ondernemingen hebben waarschijnlijk een prachtig mission statement met ronkende frasen, maar zijn in de praktijk bezig met het maximaliseren van winst en marktaandeel.
Deze bedrijven zijn niet immoreel, wel amoreel. In elk afgelegen dorp in elke uithoek van Afrika kun je bier, sigaretten of cola krijgen. Daar wordt voor betaald. Je zou je als bedrijf ook in kunnen spannen om aan maggiblokjes (die ook elke uithoek bereiken) "kwalitatief hoogwaardige inhoudsstoffen" toe te voegen, maar dat draagt niet bij aan de winst blijkbaar.
Ik verwacht niet anders dan dat er een paar prachtige tegenvoorbeelden komen, maar de bulk van de grote food companies interesseert het geen lor wat de gevolgen van hun handelen zijn op schaarse grondstoffen, biodiversiteit, klimaatsverandering of arbeidsomstandigheden. Alles van waarde is weerloos.
O ja, dat is natuurlijk de taak van de (lokale) overheid in Indonesië of Madagascar, die weerstand moet bieden aan lobbymachine van Big Food.
Voor voedselzekerheid is alleen industriële productie van veevoer van belang. Industriële productie van mensenvoer is minder belangrijk.
Jopie, welke vehikels zou je wel vertrouwen met voedseltechnologie? Misschien dat Nutriset in aanmerking komt? Zij produceren vooral voedsel dat na rampen verstrekt wordt en is vooralsnog volledig gefinancierd door de Lescanne familie. Een van mijn "unsung heroes" maar wellicht ook een kijkje in de toekomst?