image

Hebben we straks nog boeren of alleen nog industriëlen?

Het Agrarisch Dagblad meldt vandaag dat er miljoenen banen verloren zullen gaan in de Europese Landbouw:

"Alleen al in de vijftien ’oude’ EU-lidstaten zouden tot 2014 zo’n vier miljoen mensen hun werk in de agrarische sector verliezen. Daarbij zijn boeren en tuinders met een eigen bedrijf inbegrepen. Die groep vertegenwoordigt twee miljoen voltijdsbanen.

Zo'n 50 jaar geleden werkte nog zo'n 20% van de Europeanen aan ons dagelijks eten. Vandaag zijn dat er nog maar 7%. Dat aantal tendeert waarschijnlijk naar minder dan de helft daarvan.
Da's één nieuwsfeit, maar nou de rest. Steeds minder boeren, produceren als industriëlen achter computers steeds meer met steeds minder arbeid. Met z'n tweetjes zijn inmiddels duizenden koeien, varkens te houden of hectares graan te bewerken.
Met technisch vernuft en compleet gerobotiseerde stallen en landerijen maken ze steeds grotere volumes 'primair product' tegen steeds lagere kosten per unit, die in steeds grotere volumes verwerkt worden tot hapklare brokken consumentenproduct (voorgesneden champignons: wel eens geproefd?). We hebben immers geen lol meer in koken.

Logisch gevolg van schaalvergroting in het primair product is dus ook die in het tussen- en eindproduct. En zo gebeurt het dus: we maken meer en meer kant-en-klaar, al even gerobotiseerd, met steeds minder smaak. Dat geeft weer steeds minder voldoening zodat we nog meer gaan eten, cq. op zoek gaan naar iets lekkers. Dat is alleen niet meer te vinden (niemand maakt meer 'echt eten') of het is alleen maar vet, zout en zoet.

O ja, en wat hier niet meer geproduceerd wordt, komt uit verre landen. Want waarom zouden we zelf zorgen voor iets zo basaals als eten?

De site van de EU zegt het heel duidelijk: we geloven wel dat het eten vanzelf uit de lucht valt en investeren liever in levenskwaliteit en nieuwe werkgelegenheid

De stijgende ongerustheid over de kosten van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid [= landbouwsubsidies, dv], het groeiende vertrouwen in de voedselzekerheid en de behoefte aan een eerlijkere internationale handel waren niet de enige drijfveren voor verandering. Naarmate de landbouw zich moderniseerde en de economie van de EU zich op de dienstensector concentreerde, werkten steeds minder mensen in de landbouw. Was dit een halve eeuw geleden nog meer dan 20%, nu is het slechts 7%. Dat de EU 11 miljoen boeren heeft en dat meer dan 40% van de oppervlakte van de EU landbouwgrond is, neemt niet weg dat het voortbestaan van de plattelandseconomieën niet langer vanzelfsprekend is.

De nadruk die sinds het begin van dit decennium op plattelandsontwikkeling wordt gelegd, leidt ertoe dat meer wordt geïnvesteerd in bosbouw, recreatieve uitbouw van het platteland, biodiversiteit, diversificatie van de plattelandseconomie, milieubescherming in landelijke gebieden, verbetering van de levenskwaliteit en nieuwe werkgelegenheid.


Ken je die film nog waarin Louis de Funes als kok een persiflage is op de Michelin-inspecteur ('Duchemin') die in de voedselfabriek van de 'boosaardige voedselproducent' Tri-Catel doordringt? Daar ontdekt hij dat de vis bestaat uit plastic geraamtes die bespoten worden met een deegachtig kwakje. En nog veel meer.

Levenskwaliteit. Dat was goed gezien, al dertig jaar geleden.
Dit artikel afdrukken