Dat schrijft de commissie Milieu, Voeding en Landbouw in een rapport voor het parlement.

Parlementsleden waarschuwen dat een chronisch tekort de hoge voedselprijzen nog verder kunnen opdrijven en Groot-Brittannië dwingen nog meer duur voedsel te importeren.

De Britse landbouw is van oudsher sterk afhankelijk van buitenlandse seizoensarbeiders. Een combinatie van pandemie en brexit maakten dat arbeiders niet (terug) het Verenigd Koninkrijk in konden komen. Daarom hebben ze hun heil inmiddels elders gezocht. Het probleem is vergelijkbaar met het gebrek aan horecapersoneel in Nederland. De handen zijn uitgevlogen en hebben alternatieven gevonden die hen ook bevallen.

Groot-Brittannië wil meer binnenlandse werkkrachten aan het werk helpen, maar die overgang gaat nog niet soepel. Dat resulteerde in 500.000 openstaande vacatures in augustus vorig jaar op een personeelsbestand van 4,1 miljoen. Het gebrek aan arbeidskrachten in de voedsel- en landbouwsector leidde ertoe dat niet-geoogste gewassen verrotte op de velden, gezonde varkens werden gedood vanwege te weinig capaciteit in vleesverwerkingsfabrieken, minder pluimvee en enorme verstoringen van de voedselvoorzieningsketen.

Britse parlementariërs vinden dat de regering haar houding “radicaal” moet veranderen en luisteren naar de noodkreten. Anders kan de grootste productiesector van het VK permanent schade oplopen.

Naast verscherpte migratieregels komt er dit jaar een nieuwe uitdaging bij door de oorlog in Oekraïne, schrijft Vilt. Twee derde van de in 2021 afgegeven seizoensarbeidersvisa waren voor Oekraïners. Vluchtelingen kunnen het banentekort helpen oplossen om de extra vervelende effecten van de hoge voedselprijzen te keren. Het lijkt er echter op dat de werkers eerder willen vechten tegen de Russen.
Dit artikel afdrukken