Gisteren maakte regeringspartij ChristenUnie (CU) in de Tweede Kamer een einde aan de steun van Nederland voor het handelsverdrag Mercosur met de belangrijkste agro-exporterende Latijns-Amerikaanse landen (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay).
Een motie van de PvdD tegen het akkoord werd gesteund door kamerleden van GroenLinks, PVV, FvD, SP, Denk en de Groep Krol/Van Kooten-Arissen én regeringspartij CU.
Het kabinet moet de Europese Commissie nu op de hoogte stellen van het feit dat Nederland geen steun kan geven voor het Mercosur-verdrag waarover de Europese Commissie heeft onderhandeld gedurende een proces van ruim twintig jaar. Als één land in de EU tegen is, kan het akkoord niet geratificeerd worden.
De Kamer valt over het feit dat het handelsverdrag geen drukmiddel heeft om de Zuid-Amerikaanse landen te dwingen tot duurzame productiemethodes. Om die reden maken politici zich over de concurrentiepositie van Europese boeren en de bescherming van milieu en het regenwoud in Zuid-Amerika.
Al langer geleden kondigde Frankrijk aan het verdrag niet te zullen goedkeuren. Opvallend genoeg kondigden recent Nederland en Frankrijk aan samen voor een beleid te staan dat Europese belangen voor de wederopbouw van de economie na de Coronacrisis vooropstelt. Dergelijk protectionistisch beleid kan met een beroep op duurzaamheidsnormen worden gelegitimeerd.
Een motie van de PvdD tegen het akkoord werd gesteund door kamerleden van GroenLinks, PVV, FvD, SP, Denk en de Groep Krol/Van Kooten-Arissen én regeringspartij CU.
Het kabinet moet de Europese Commissie nu op de hoogte stellen van het feit dat Nederland geen steun kan geven voor het Mercosur-verdrag waarover de Europese Commissie heeft onderhandeld gedurende een proces van ruim twintig jaar. Als één land in de EU tegen is, kan het akkoord niet geratificeerd worden.
De Kamer valt over het feit dat het handelsverdrag geen drukmiddel heeft om de Zuid-Amerikaanse landen te dwingen tot duurzame productiemethodes. Om die reden maken politici zich over de concurrentiepositie van Europese boeren en de bescherming van milieu en het regenwoud in Zuid-Amerika.
Al langer geleden kondigde Frankrijk aan het verdrag niet te zullen goedkeuren. Opvallend genoeg kondigden recent Nederland en Frankrijk aan samen voor een beleid te staan dat Europese belangen voor de wederopbouw van de economie na de Coronacrisis vooropstelt. Dergelijk protectionistisch beleid kan met een beroep op duurzaamheidsnormen worden gelegitimeerd.
Als het om internationale handel gaat is het altijd weer boeiend om te zien hoe mensen en partijen anders stemmen dan je op basis van hun beginselen zou denken. En of je aan die onverwachte uitkomst gevolgtrekkingen mag verbinden over welke fracties binnen zo'n partij hebben gewonnen of verloren. En bovenal of de handelstheorie wel wordt begrepen.
Wie voor kringlooplandbouw en beter milieu is had immers voor het Mercosur-verdrag moeten stemmen en wie vooral boereninkomens wil beschermen tegen. Althans volgens de handelstheorie. Voor wie er minder in thuis is:
De exporteurs in Zuid-Amerika verdienen hun geld met veevoer zoals soja. Daar kappen ze zelfs oerwoud voor. Ze willen meer waarde uit de keten naar zich toetrekken en zelf dat soja in vlees omzetten, met nieuwe stallen die aan onze dierwelzijnseisen zouden kunnen voldoen. En de mest kan dan in korte kringloop direct terug naar het sojaland. Hun positie is dus vergelijkbaar met wat de fans van (korte) ketens in Nederland verkondigen: als je niet kan groeien, zoek het dan in wat meer toegevoegde waarde.
In Nederland hebben we vanuit duurzaamheidsoptiek een te omvangrijke veehouderij die we veel mestafzetkosten laten betalen en waar we met belastinggeld productie uitkopen. Die productie kan dus volgens de voorstanders van die inkrimping best wat meer concurrentie gebruiken en aangezien de kostprijs in Latijns Amerika lager ligt dan hier, helpt dan een verdrag dat de Brazilianen markttoegang heeft. Het resterende deel van de keten is dan meer gebaseerd op Europees voer en bijproducten en daarmee dus ook meer kringloop.
Kortom een verdrag met meer export van vlees uit Latijns-Amerika is goed voor de duurzaamheid. En goed voor de welvaart want Europa verkoopt Duitse auto's met Nederlandse onderdelen, en Latijns Amerika levert vlees in plaats van soja. In beide continenten profiteert de consument en doordat er een intense handelsrelatie is kun je elkaar ook meer op duurzamheidspraktijken aanspreken.
Dat partijen die het Nederlandse boereninkomen hoog in het vaandel hebben, tegen het verdrag stemmen begrijp ik. Dat partijen die voor duurzaamheid zijn tegen stemmen is vreemder en mogelijk alleen verklaarbaar uit het anti-handel / small is beautiful idee in de milieubeweging?
Bedankt Dick #11. Voordat ik iets over het verdrag zelf zeg, mijn commentaar op een uitspraak van Laurence: "The agreement is used by the EU for many years to protect their farmers and food." Gezien de afwijzing in Frankrijk - en nu ook in Nederland - vallen daar vraagtekens bij te zetten; in beide gevallen is het protectionistische argument tégen het verdrag gebruikt, niet ervoor. Maar misschien bedoelde hij iets anders met 'the agreement'?
In Zuid-Amerika loopt de verdeeldheid over dit verdrag (en soortgelijke initiatieven) gedeeltelijk langs dezelfde lijnen als in Europa. Ik ben het meest vertrouwd met de discussie in Argentinië (mijn tweede vaderland) en Brazilië; dat zijn qua volume ook de meest relevante landen. 'Rechts' is voor, 'links' is tegen, met het verschil dat de boeren zich in het 'voor'-kamp bevinden - logisch, want ze krijgen meer toegang tot de Europese markt, precies datgene waar de EU-boeren níet blij mee zijn.
Hierbij moet je trouwens bedenken dat de boerenstand in A. en B. (nóg) minder uniform is dan in Europa, met de overbekende klassieke tweedeling tussen grootgrondbezit en kleine landbouw: de grote boeren zijn onverkort voor het verdrag, de kleineren staan er minder duidelijk in en ageren liever voor speciaal beleid (‘políticas diferenciales’) voor de gezinslandbouw.
Milieuorganisaties zijn tegen, omdat milieuorganisaties nu eenmaal vaak tegen toename van de handel zijn.
De bonden van grote boeren in Argentinië en Brazilië zullen dus niet blij zijn met deze aangenomen motie, en daar komt nog bij dat de kersverse (links-)peronistische regering in Argentinië echt niet hard loopt voor de "industriële landbouw" (ik ben op de hoogte van de semantische problemen met deze term, maar het moet maar even), en ze daarvan dus weinig steun kunnen verwachten. Links vond altijd al dat er meer belasting moest worden geheven op de landbouwexport, en als er één ding is waarvan Argentijnse grootgrondbezitters een rood waas voor ogen krijgen is het wel dat soort ‘communistische’ voorstellen. De Videla-staatsgreep van 1976 is dan ook mede voorbereid door de grote-boerenorganisatie Sociedad Rural Argentina, pa Zorreguieta inbegrepen. En dat is links op zijn beurt niet vergeten.
Braziliaanse grootgrondbezitters hebben het wellicht iets makkelijker dan hun Argentijnse vakbroeders, met Bolsonaro die onverkort aan hun zijde staat.
Een en ander heeft (ook) diepe historische wortels. Vrijwel overal in Latijns-Amerika speelde zich tijdens de strijd om onafhankelijk van Spanje te worden ook nog een interne strijd af (en later soms zelfs burgeroorlogen): tussen liberalen en conservatieven. De liberalen (handelaars in exportproducten etc.) waren voor vrijhandel, de conservatieven kozen voor protectie en regulering en waren in sommige gevallen net zo lief in een soort gemenebest met Spanje gebleven. Die liberalen van vroeger vind je nu in partijen ter rechterzijde (grote boeren, agro-industrie, handelshuizen en andere sectoren die belang hebben bij een open economie) maar ook in D66-achtige formaties, terwijl de conservatieven van vroeger te vinden zijn in zowel traditioneel-rechtse (anti-kosmopolitische) partijen alsook in linkse partijen die alles wat van buiten komt met diep wantrouwen bekijken, en zéker als het handel is, en nóg zekerder als het uit de VS of Europa komt - wat ook wel weer begrijpelijk is, zeker met betrekking tot de VS, die we nooit hebben kunnen betrappen op een grote betrokkenheid met het welzijn van de Latijns-Amerikaanse bevolking. Hier in Costa Rica was er diezelfde weerstand ten tijde van de onderhandelingen over het NAFTA-verdrag.
Hier komt ook nog eens bij dat Mercosur en EU ongelijksoortige grootheden zijn; de Mercosur is altijd gebukt gegaan onder conjunctureel-politieke problemen. Als een regering van een van de lidstaten van politieke signatuur verandert is er gelijk herrie in de tent (zo wilde Bolsonaro in eerste instantie niet eens práten met de nieuwe Argentijnse president), en kan dus ook het (gezamenlijk) enthousiasme voor een verdrag zeer snel veranderen. De EU heeft veel sterkere instituties en mandaat, én commitment van de lidstaten.
Ik ben zeer benieuwd wat de PvdD-motie voor het kabinet betekent. Rutte en Kaag zullen niet blij zijn met het CU-stemgedrag.
Jur, we schreven gelijk op. Ja natuurlijk was de PvdA tegen, maar dat was geen verrassing als je hier woont (Jij woont in Z-Amerika, het zij je dan ook vergeven!!).
Blijft mijn vraag aan jou weer staan: hoe denk jij over deze kwestie?
Redactie, stop maar met zoeken. In het Tweedekamerverslag zegt de voorzitter:
"Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Krol/Van Kooten-Arissen, 50PLUS, de SGP, de ChristenUnie, de PVV en FvD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen."
Dus inderdaad, de PvdA stemde ook voor de motie, plus SGP en 50PLUS. Genoeg voor een meerderheid.
#7 Jur, de PvdA is al geruime tijd een verklaard tegenstander van EU/Mercosur. Jazeker, die partij stemde als usual tegen.
Boeiend is de visie van de Argentijn Hector Laurence die ik er onlangs sprak: hij is juist voor een deal met de EU vanuit de gedachte van comparatieve voordelen.
Hoe denk jij daarover vanuit jouw standplaats in Zuid-Amerika? I'am sure Kathryn White, jacques trienekens and Woody Maijers (all from IFAMA) would love to pursue a global perspective on this matter.