China zet vol in op varkensflats

China vindt voedselzekerheid belangrijk. En daarom stampte het land in de afgelopen jaren overal enorme varkensboerderijen met vaak meerdere verdiepingen, uit de grond.

Daar zitten opvallende stallen tussen, zoals een 26 verdiepingen tellende wolkenkrabber in de provincie Hubei in centraal China.

De flat in Hubei is wel de uitzondering. Volgens statistieken zijn de meeste gebouwen voor varkensfokkerijen 6 tot 7 verdiepingen hoog. Kleine varkenshouders stoppen. Tussen 2007 en 2020 is het aantal boeren dat jaarlijks minder dan 500 varkens houdt met 75% afgenomen tot 21 miljoen. Ze zijn te gevaarlijk voor de volks- en diergezondheid. Daarom worden ze vervangen door grote bedrijven die industrieel produceren en slachten.

Peking vaardigde in oktober 2019 een decreet uit waarin alle overheidsinstanties werden opgeroepen om "de varkensproductie te stabiliseren en de marktvoorziening te waarborgen". Dat gebeurde tegen de achtergrond van de heftige uitbraak van Afrikaanse varkenspest die de varkensstapel in China bedreigde en tot massavernietiging van dieren leidde. De handelsoorlog met de Verenigde Staten versterkte de wens van China om zijn eigen voedselvoorziening te kunnen garanderen. Daarom werd het door andere regelgeving makkelijk gemaakt om megaboerderijen te bouwen.

Internationale en Chinese milieuactivisten denken dat de gigantische productiefaciliteiten niet zo duurzaam zijn. Ze zouden nauwelijks duurzame voordelen hebben ten opzichte van andere productievormen.