Mensen die chemotherapie ondergaan vinden zelfs hun favoriete voedsel niet meer smaken of zelfs vies. Pasta gaat naar karton en vlees naar metaal smaken.

Hoe komt dat? De Scientific American sprak erover in een interview met Beverly Cowart, klinisch onderzoeksleider bij het Monell Chemical Senses Center in Philadelphia.

Snelle cellen
Chemotherapie richt zich op het treffen van snelgroeiende, zich voortdurend vernieuwende cellen. Daartoe horen behalve bijvoorbeeld ons haar, ook de cellen in de smaakpapillen op de tong. Zulke cellen vernieuwen zichzelf continu vanuit stamcellen. Om die reden heeft chemo, behalve op kankercellen, ook effect op andere 'snelle cellen'.

De versterkende functie van speeksel
Chemotherapie maakt smaakcellen kapot, zodat we niet meer goed kunnen proeven. Toch kunnen we in zulke gevallen nog wel iets van de smaak van voedsel waarnemen. Neuronen blijven via het speeksel in de mond signalen als ‘metaal’ en ‘bitter’ doorgeven aan de hersenen. Door het uitvallen van teveel smaakpapillen wordt echt niet meer het complete smaakbeeld doorgeseind waardoor we ons eten niet meer als lekker kunnen ervaren.

Proeven via speeksel kunnen ook gezonde mensen. We blijken zelfs injecties die direct in de bloedbaan zijn gedaan te kunnen 'proeven'. "Het klinkt raar, maar we proeven vaker stoffen uit de bloedbaan via het speeksel", aldus Cowart. "Onderzoekers in Japan deden een experiment met de zoetstof sacharine, die zij in het bloed injecteerden. Wat bleek, de proefpersonen proefden al snel de smaak van de zoetstof". Behalve via onze smaakpapillen kunnen we dus ook via het speeksel als een soort versterkend systeem smaken waarnemen.

Het totaal verdwijnen van smaak heeft een andere oorzaak. Naast chemotherapie maken artsen vaak gebruik van radiotherapie. Daarbij worden met gerichte straling kankercellen gedood. Soms legt de behandeling van hoofd- of hersentumoren de speekselklier aan. In dat geval stopt de speekselproductie en wordt het veel lastiger om nog smaak waar te kunnen nemen. Dan ontstaat de bevreemdende ervaring dat eten geen smaak meer heeft.

Misselijkheid: een registratiefout
Patiënten willen vaak niet meer eten omdat ze er misselijk van denken te worden. Dat verklaart Cowart als een registratiefout. "Je lichaam is geprogrammeerd om misselijkheid te koppelen aan iets wat je hebt gegeten in plaats van aan chemotherapie. Daarom is het lastig dit voedsel, als je je weer wat beter voelt, weer te eten." Helaas neemt bij kankerpatiënten de eetlust psychologisch vaak sterk af, terwijl hun lichaam juist meer voeding nodig heeft om de ziekte te bestrijden en de schade van chemotherapie te herstellen.

Advies: eet anders en kies voor vloeibaar eten
Daarom raadt Beverly Cowart kankerpatiënten aan om tijdens chemokuren hun gebruikelijke voeding te vermijden. Zo kunnen ze voorkomen dat de behandeling zorgt voor mogelijk blijvende misselijk makende, maar feitelijk slechts psychologische associaties. "Eet ‘scapegoat’ (zondebok) voedsel: ongebruikelijke voedingsmiddelen of ongewoon gearomatiseerd eten dat je daarna niet (meer) eet", zegt ze. Cowart raadt kankerpatiënten die hun smaak verloren hebben aan over te stappen op vloeibare voedingsmiddelen. Die 'omspoelen' de smaakpapillen en helpen een droge mond voorkomen zodat ze de functie van het speeksel kunnen overnemen. Verder kunnen patiënten het beste langzaam eten en veel kauwen, zodat de kans groter is dat de overgebleven smaakpapillen de smaak weer oppikken.

Fotocredits: Mark Hillary
Dit artikel afdrukken