Al meer dan 300 jaar mag champagne alleen gemaakt worden van 7 druivensoorten. De afgelopen jaren lopen de champagneboeren tegen de grenzen van hun strengbewaakte regels aan. Door klimaatverandering worden hun druiven groter, sneller rijp en bevatten ze meer suiker. Als gevolg daarvan kruipt het alcoholpercentage steeds verder omhoog. Ook resulteren onstuimig voorjaarsweer met hagelbuien en plotse vorst in lagere opbrengsten, zodat de champagneboeren moeten interen op hun voorraden om de afzet op peil te houden.

"Extreme hitte zoals wij de voorbije jaren hebben gekend, betekent meer suiker en minder zuurte. Bovendien zijn ze ook makkelijker vatbaar voor ziektes", zegt Thibault le Mailloux van het Comité Champagne, dat de 15.000 champagneboeren verenigt. "Als dit zo voortgaat, draait dit uit op een ramp voor de sector. Want er zal niet alleen te weinig champagne zijn, de champagneboeren zullen hun prijzen ook moeten optrekken om te overleven. Willen wij dat champagne ook nog door de volgende generaties wordt gedronken, moeten wij nu handelen. Daarom denken wij aan de creatie van een nieuwe generatie druiven die beter bestand is tegen de extremere weersomstandigheden. Onderzocht wordt hoe we het best de populaire druivenrassen kunnen kruisen met andere minder bekende soorten als pinot blanc, arbane of petit meslier om onder meer het risico op ziektes, zoals meeldauw en schimmel, te beperken."

In samenwerking met het Institut national de la recherche agronomique (INRA) et het Institut français de la vigne et du vin de Montpellier werkt het Comité Champagne aan de ontwikkeling van nieuwe druivensoorten. Niets nieuws voor een wijngebied dat zijn savoir-faire angstvallig bewaakt. "Wat we doen is de in Champagne toegestane druivenrassen kruisen met variëteiten die van nature resistent zijn tegen bepaalde ziekten of interessante eigenschappen hebben, zoals een late rijping, om een natuurlijke weerstand of culturele aanleg te verkrijgen die beter is aangepast aan nieuwe klimatologische omstandigheden", aldus Mailloux.

In 2015 werden de eerste kruisingen uitgevoerd, waarbij druivenbloesems van de bestaande toegestane soorten - pinot noir, pinot meunier, chardonnay en de minder bekende arbane, petit meslier, pinot gris en pinot blanc - bevrucht werden met pollen van de geselecteerde 'superdruiven' met hun gewenste eigenschappen. In 2016 werd een tweede lichting zo bevrucht. Dat resulteerde in 4.000 veelbelovende hybride zaailingen, die uitgeplant zullen in een aantal proefwijngaarden. Tegen 2030, na testen, analyses en proeverijen, zullen dan naar verwachting 4 of 5 nieuwe champagnedruivensoorten bijgeschreven kunnen worden in de catalogus van de Franse druivensoorten en in het productdossier van de champagne.

Wat in dit hele langlopende proces als een paal boven water staat, is het handhaven van de 'typicité' van de champagne, de eigenheid die champagne onderscheidt van andere mousserende wijnen als prosecco, cava en andere buiten de Champagne geproduceerde bubbels. Dat onderscheid moet zelfs blijven gelden als die andere schuimwijnen door Franse champagnehuizen elders zijn gemaakt. "Wij zetten onze traditie van innoveren voort, maar champagne zal champagne blijven", aldus Le Mailloux.
Dit artikel afdrukken