Boerderij vat hun tekst samen. De integrale tekst van Veerman, Wijffels et al. is te vinden op de website van CLM.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Fijn dat je een artikel op Foodlog komt lezen. We schreven het helemaal gratis en voor niets voor je. Wil je dat wij kunnen blijven bestaan? Steun ons dan en word betalend lid. Dat kost je maar €7,- per maand. Dan lees je alle content van Foodlog onbeperkt en advertentievrij en krijg je ook nog eens voorrang bij Foodlog-events.
Word lid!Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Help de schrijver de juiste toon te vinden waarop je naar hem of haar wilt luisteren.
Klik op de naam van de schrijver en gebruik het "Stuur een mail" veld op zijn of haar profiel om je bericht te versturen.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.
Wiebren, dank voor deze post.
Ik ben er nu pas even voor gaan zitten. Hierbij mijn reactie:
1) Ik begrijp dat je streeft naar grondgebonden melkveehouderij: "Bedrijven doen aan weidegang en zetten de mest van hun bedrijf binnen een straal van 10 km af op de beschikbare (grotendeels bij het bedrijf horende) grond. Dat impliceert meteen dat er voldoende gras is om te weiden en daar kan ook het meeste mest op vanwege derogatie. Je houdt bovendien het landschap open."
Dat spreekt me aan, hoewel "voldoende gras om te weiden" nogal rekbaar is, want over hoeveel dagen en uren weidegang praat je dan?
2) Je vervolgt: "Een bedrijf wat hieraan niet kan voldoen moet het in de techniek zoeken om een NB-vergunning te krijgen, de moeilijke route." Ik snap dat je ook deze bedrijven een kans wilt bieden, maar zet je zo niet de natuur open naar méér bedrijven die niet grondgebonden zijn?
3) Je verhaal gaat sterk in op beleidsinstrumenten, maar die vind ik secundair. Voorop staat het streefbeeld. Dat is me dus nog niet helemaal duidelijk.
4) Ik ben wel voor handreikingen aan gemeenten over de definitie van grondgebonden, maar als LTO en zuivel echt een grondgebonden melkveehouderij willen, waarom dan de beslissing daarover overlaten aan gemeenten? Je krijgt dan een lappendeken van wel en niet grondgebonden bedrijven en raakt steeds verder van huis. Als de zuivel echt wil doorpakken kan ze bijvoorbeeld ook zeggen: niet-grondgebonden bedrijven krijgen 2 cent minder voor de melk en de opbrengst gaat naar verhoging van de weidepremie. Of iets milder: NIEUWE niet-grondgebonden bedrijven. Daar gaat een krachtig signaal van uit. Zo'n signaal wordt nu node gemist en dat kan jullie gaan opbreken.
Dan nog een paar specifieke punten:
5) "De opbrengst verhogen van tarwe brengt meer eiwit in het laadje dan hier in Nederland soja gaan verbouwen." Nou, die opbrengst van tarwe gaat toch wel omhoog, zowel in NL als elders in de EU. En soja kun je ook elders in de EU verbouwen. Overigens stelt Agrifirm zich pro-actiever op dan de Schothorst-directeur die je citeert: ze experimenteren al met soja en andere eiwitgewassen. Activiteiten: ondersteunen kweker, aankopen Poolse soja, vermeerdering commerciële gewassen, platform bieden voor kwekers en kennisinstellingen.
6) Eiwitrijk veevoer aankopen goedkoper dan stikstofkunstmest aankopen? Daar geloof ik niets van. Kan me wel de ergernis voorstellen dat als je mest hebt moeten afvoeren, je vervolgens wel kunstmest mag aankopen. Grrr, de omgekeerde wereld. Van dat systeem moeten we zo snel mogelijk af.
Het is even geleden dat ik tijd kon vinden hier te reageren, al zie ik dat er weinig meer bijgekomen is onlangs. Bij de laatste posts van Wouter en Liesbeth moet ik overigens ook steeds denken aan uitspraken van de directeur van de Schothorst (die er cijfers onder heeft liggen). De opbrengst verhogen van tarwe brengt meer eiwit in het laadje dan hier in Nederland soja gaan verbouwen.
Met gras voor koeien geldt iets soortgelijks denk ik. De gehaltes aan ruw -en benutbaar eiwit zijn flink gedaald in de afgelopen tien jaar, vooral als gevolg van een scherpere gebruiksnorm voor gras (lees: hoeveel mest er op een hectare mag) en de hogere prijs van kunstmeststikstof. Die kan de boer op zich misschien wel betalen maar hij heeft eerst vaak mest (en stikstof) afgevoerd wat ook geld kostte. Daarna is die kilo stikstof terugkopen via kunstmest eigenlijk niet rendabel. Terugkopen in de vorm van eiwitrijk veevoer is efficiënter en bovendien kun je het dan gericht aankopen nadat het rantsoen geoptimaliseerd is.
We stappen wel eens wat makkelijk over deze zaken heen voordat we de grote oplossingen bepleiten.
Grondgebonden dus, in mijn beleving juist meenemen in het beleid voor vergunningen. Er zijn talloze voorbeelden waarin dat al gedaan is, bijvoorbeeld in de AMvB Landbouw (nu opgegaan in het Activiteitenbesluit) waarmee een melkveehouder milieuvergunningvrij 200 koeien met bijbehorend jongvee mocht houden. Uiteraard wel een bouwvergunning en een melding aan de gemeente.
Twee dingen zijn er veranderd, naast de samenvoeging van beleid in Activiteitenbesluit. Allereerst bestaat de milieuvergunning niet meer, is de omgevingsvergunning geworden. En op veel plekken in NL is de zgn NB-wet nodig bij uitbreiding, vanwege de bijdrage aan de depositie op kwetsbare natuur.
De meeste provincies hebben een toetsingskader (al dan niet samen met een depositiebank) opgesteld waarin de toetsing van stikstofdepositie voor die NB-wetvergunning is vastgelegd. In diverse provincies ontstond de behoefte om een ondergrens in te stellen (drempelwaarde) en een uitzondering voor biologische en later ook grondgebonden bedrijven te scheppen.
Eigenlijk een manier om gewenste ontwikkelingen makkelijker door de vergunningprocedure te krijgen. Gelderland had hierin ook de relatie met mest en weidegang gelegd, waar we als LTO ook meegewerkt hebben aan een passende definitie. Volgens mij komt die nog steeds van pas! Bedrijven doen aan weidegang en zetten de mest van hun bedrijf binnen een straal van 10 km af op de beschikbare (grotendeels bij het bedrijf horende) grond. Dat impliceert meteen dat er voldoende gras is om te weiden en daar kan ook het meeste mest op vanwege derogatie. Je houdt bovendien het landschap open. Een bedrijf wat hieraan niet kan voldoen moet het in de techniek zoeken om een NB-vergunning te krijgen, de moeilijke route.
Inmiddels is gebleken dat veel van die kaders en NB-vergunningen hopeloos stranden bij de Raad van State. Er wordt via d Programmatische Aanpak Stikstof gezocht naar een oplossing in generieke reductie. Hetzelfde geldt voor mest, bedrijven met voldoende grond (de uitkomst van de som mestproductie per dier versus mestplaatsingsruimte per hectare, indirect een gve-norm) kunnen langs die weg door, de rest moet verplicht een deel van de overschotsmest verwerken.
De beste manier om grondgebondenheid te regelen is om het te koppelen aan de bestemming en het bouwblok van een bedrijf, via de vergunning dus. Veel gemeentes en provincies worstelen met definities en met handvatten voor het stellen van eisen aan groei. Daar kunnen we elkaar volgens mij als kenners van de sector vinden. Een goede formule om grondgebondenheid te bevorderen (als motor voor groene groei zoveel ogelijk aan laten sluiten bij een gewenste bedrijfsvoering) en ongewenste ontwikkelingen te kunnen beteugelen.
Ik wil daar graag aan werken, LTO bestuurlijk ook en ook de zuivelaars geven dit aan.
Liesbeth, uiteraard hangt er een prijskaartje aan (meer) zelfvoorziening met eiwitten, maar dat hangt er ook aan de mestoverschotten in Europese regio's en aan de bodemuitputting in Zuid Amerika.
Ik vind trouwens dat we naar minstens 50% zelfvoorziening toe moeten. En dat kan ook, gezien de som waar ik naar verwees. Wel groeit de graanexport dan minder, maar dat lijkt me geen ramp. Ik snap niet direct het verschil in uitkomst tussen jouw en de som van ons rapport.
Ben wel met je eens dat hier permanent beleid voor nodig is. Maar na een jaar of vijf zul je zien dat de veredeling vruchten begint af te werpen en de opbrengsten per hectare gaan stijgen.
En bovendien: als China doet wat ik vrees dat ze een keer gaan doen, nl. plotseling ALLE in Zuid Amerika aangeboden soja opkopen, zullen we wel moeten omschakelen. Maar dan met grote schokken. Nee, dan liever stapsgewijs. De kosten van zo'n beleid kunnen we zien als een verzekeringspremie tegen acute veevoertekorten.
Sorry, misschien was ik iets te stellig. Maar er leeft een algemeen beeld dat we in de EU eiwitgewassen zouden moeten/kunnen telen. Dat wordt ondersteund door de plannen voor 2% premie op eiwitgewassen en de toestemming om dat in EFA's te mogen doen. En ook jij vraagt je hardop af of we tarieven op importsoja kunnen leggen.
Nu is daar op zich niks mis mee, heel goed om er over na te denken, maar er wordt niet echt doorgedacht. Wat is er mogelijk, wat wil je bereiken en wat voor consequenties heeft dat? Ik deed een volume-sommetje, maar het geldsommetje is ook niet onbelangrijk. Er komt bv wel grond vrij door verbeterde akkerbouwopbrengsten, maar die grond wordt vooral in natuur of grasland omgezet (uit productie genomen) omdat de (monetaire) productiviteit achter blijft bij andere regio's.
Dus nogmaals, als je ipv 5% naar 10-15% eiwitvoorziening wil gaan, prima, maar maak duidelijk dat het wsl. altijd ondersteund zal moeten blijven, dat er geen grote investeringen in infrastructuur zullen komen (en dus niet serieus door de mengvoerindustrie gebruikt zal kunnen worden), dat het het eiwitprobleem van de intensieve veehouderij niet oplost, maar dat er op (grondgebonden) bedrijfsniveau wel ecologische winst geboekt kan worden.
Maar ik val in herhaling en ben misschien de enige die de europese eiwitplannen zo uitleg, in dat geval mijn excuses.
Wat bedoel je met "belangrijke trends, ontwikkelingen of handelsovereenkomsten worden geadviseerd"?