Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) deed woensdag uitspraak in 7 procedures die aangespannen waren over de toekenning van fosfaatrechten.

Naar de uitspraken werd reikhalzend uitgekeken door melkveehouders die bezwaar hebben gemaakt tegen de hen toegekende fosfaatrechten of erkend willen worden als 'knelgeval' en hopen op een positief antwoord. Van de ruim 8.000 bewaarschriften, moeten er nog ruim 800 beoordeeld worden. Van de 2.804 aanmeldingen werd de status als 'knelgeval' in 470 gevallen toegewezen.

In slechts één geval kreeg de melkveehouder respijt van het CBb, gezien zijn persoonlijke omstandigheden (overleden echtgenote, gezinstaken en omschakeling van varkens- naar een koeienbedrijf). Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) moet in zijn geval voor 'compensatie' zorgdragen.

Juist 'megaboeren' die groei en oncollegialiteit hoog in het vaandel hadden, krijgen ditmaal het lid op de neus
In de 6 overige gevallen besliste het CBb dat er "geen sprake is van een onevenredige last en wordt het beroep afgewezen," schrijft Boerderij. Dat betekent dat de betreffende melkveehouders in Nederland uitgeprocedeerd zijn. Of er nog een gang naar het Europees Hof volgt, is nog niet duidelijk.

"Zeer teleurstellend", zegt advocaat Peter Goumans van Hekkelman Advocaten uit Nijmegen, maar ook "richtinggevend en een steun in de rug van minister Schouten."

Vals spel mag niet
Het CBb blijkt 'voorzienbaarheid' zwaar mee te nemen in de besluitvorming. Melkveehouders mochten niet rekenen op onbeperkte groei van de sector na het afschaffen van het melkquotum, gezien de voorgeschiedenis en de bestaande regelingen. "Het CBb vindt dat grote groeiers ook gedurende hun uitbreidingen moeten kijken of er ontwikkelingen zijn die van invloed zijn op hun investering”, ontdekte Goumans. Hij vertegenwoordigde 2 van die 'grote groeiers', een die investeerde in een nieuwe stal met 385 koeien en een die uitbreidde van 241 naar 542 melkkoeien. Beiden krijgen geen fosfaatrechten voor hun uitbreidingen.

Het ministerie van LNV laat in een reactie weten zo snel mogelijk vast te stellen hoeveel melkvee de in het gelijk gestelde melkveehouder mag houden. Voor de afgewezen beroepszaken geldt dat de melkveehouders een ondernemersrisico hebben genomen door te investeren in uitbreiden, terwijl voorzienbaar was dat de sector niet onbeperkt zou kunnen doorgroeien.

Ondanks eerder verloren zaken, procedeerde het ministerie door tot de hoogste instantie. De ambtenaren van toenmalig staatssecretaris Van Dam schatten destijds in dat de rechter zou oordelen dat boeren niet mogen handelen alsof ze alleen op de wereld zijn en hun collega's eruit mogen groeien. Dat is dus ook gebeurd. Juist 'megaboeren' die groei en oncollegialiteit hoog in het vaandel hadden, krijgen ditmaal het lid op de neus. Het Hof oordeelde in de late herfst van 2017 ook al dat boeren niet vals mogen spelen.
Dit artikel afdrukken