Dat zijn dieren die hoogwaardige, complexe dierlijke eiwitten (zuivel, vlees en eieren) leveren aan mensen. Dierenwelzijnsprofessor Temple Grandin is één van mijn helden, want dierwelzijn verbeteren door te roepen dat je geen dierlijke eiwitten mag eten, werkt niet zo lang we vlees eten en prijs nu eenmaal beslist over wat we kopen.
Daarom ben ik van mening dat de sector zelf het dierwelzijn moet verbeteren. Van fok tot kok. In slachthuizen moet het goede worden gedaan.
Afstomping tegengaan
Eigenlijk zou ik blij moeten zijn met het cameratoezicht in slachthuizen. Maar ik vind het maar niks. Waarom?
Om die vraag te beantwoorden, stel ik een tegenvraag: wat doet een alarminstallatie in woonhuizen?
Wie weet wat routinematig doden met een mens doet, weet dat je het onvermijdelijke afstompingsproces moet beheersen en waar nodig omkerenHet antwoord is simpel. Een inbraakalarm registreert het tijdstip van de inbraak. Een alarminstallatie voorkomt geen inbraak. Een huis dat voorzien is van bouwkundige beveiliging, zoals extra sterk hang- en sluitwerk is wel een goed middel om inbraken te voorkomen. Dat weet iedere politieagent.
Cameratoezicht in slachthuizen is onzin. Ook al weten mensen zich bekeken, dan nog zal het misstanden registreren maar niet voorkomen omdat toezichthouders niet alle beelden zullen bekijken en bovendien deel worden van het proces. Slachten is een wereld die apart staat. We willen niet weten wat er in slachthuizen gebeurt. Mensen die er werken, weten dat en gedragen zich ernaar.
Voorbeeld: 80% van de werknemers (en bezoekers) van slachthuizen hebben een smartphone met foto- en videomogelijkheden. Waarom zijn er - als we er van uitgaan dat misstanden in slachthuizen regelmatig voorkomen - dan zo weinig beelden van die misstanden? Omdat er weinig gefilmd en gefotografeerd wordt. Waarom er zo weinig gefilmd en gefotografeerd wordt in slachthuizen kun je in dit uitstekende essay van dr. Amy Fitzgerald lezen.
Kritiek is makkelijk. Maar ik heb ook oplossingen die veel beter werken dan cameratoezicht:
• verplichte cursussen bewustwording dierwelzijn voor al het slachthuispersoneel
• verplichte psychologische tests voor nieuwe (ook tijdelijke) werknemers
Cameratoezicht is wegkijken en je geweten afkopen. Lees de tekst van Fitzgerald. Wie weet wat routinematig doden met een mens doet, weet dat je het onvermijdelijke afstompingsproces moet beheersen en waar nodig omkeren.
Ik ben benieuwd of PvdD, Wakker Dier en de Dierenbescherming dat met me eens zijn.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Deze zin zou - denk ik - in ieders hoofd moeten resoneren: "Wie weet wat routinematig doden met een mens doet, weet dat je het onvermijdelijke afstompingsproces moet beheersen en waar nodig omkeren."
Ik vind het nogal wat dat een slachter en bepaald viriele man als Jack, dat zo hard weet en durft te formuleren.
Omdat Jack het vraagt: Hanneke van Ormondt (Wakker Dier) en marijke de jong (Dierenbescherming) , zouden jullie op hem willen reageren?
"In slachthuizen moet het goede worden gedaan", wat is dat dan Jack?
Dank voor het artikel. Ik denk dat cameratoezicht een goede eerste stap is voor verbetering. Doordat er wordt meegekeken zullen medewerkers zich wellicht meer bewust zijn van de noodzaak tot zorgvuldig werken. Verder vind ik de suggestie voor een cursus dierenwelzijn een hele goede! Dit zou eigenlijk voor iedereen die iets met dieren doet goed zijn lijkt mij.
Maite, ik denk dat Jack hierboven iets zegt dat een heel wezenlijke toevoeging en misschien wel correctie is op het bekende boek van Jonathan Saffran Foer (Eating Animals). Foer is een outsider en gaat op zoek naar zijn relatie, via de slachter, met het dier dat hij eet. Jack is een insider en deelt wat hij gedurende decennia heeft geleerd en doorbreekt de zwijgcode van het vak: een dier is daadwerkelijk een ding voor wie er dagelijkse vele tot vlees omzet.
Jack belde me maandag omdat hij cameratoezicht ziet als alweer-een-maatregel die het taboe niet bespreekbaar maakt. Doden voor slacht 'verdinglicht'* en is nu eenmaal noodzakelijk een baan. Dat schuurt met de noties zorg en respect die we (= de mensen die je 'bewust' zou kunnen noemen) als eters in de slacht willen incorporeren. Vanuit dat dilemma, zegt Jack met zoveel woorden, moet je het probleem dat we ervaren, oppakken. Cameratoezicht beschouwt hij niet als een eerste stap maar als een middelpuntvliedende kracht. Vandaar zijn grote zorg.
De outsider Saffran Foer heeft een heel boek nodig om te zeggen: 'je moet het personal maken, wil je de transformatie van een levend wezen tot vlees voor jezelf kunnen legitimeren'. Het bracht Mark Zuckerberg van Facebook tot een experiment om alleen vlees te eten waarvoor hij het leven van een dier zelf hij heeft beëindigd. Het bloed dat vloeit, moet het als het ware waard zijn door het lef dat je het betuigt met je mes.
Jack de insider weet dat het anders zit en laat kijken in de ziel van de slachter die Foer niet kon treffen: 'je kunt het niet personal maken, want het is een baan'. Ook de zelfslachter wordt een routinier maar is misschien technisch wel helemaal niet zo'n beste slachter en doet het dier daarom mogelijk onnodig leed aan. Ik geloof niet dat ik graag het eerste dier zou zijn dat Zuckerberg slacht, maar ook het honderddertiende zou ik niet willen zijn.
Daarom zegt Jack: je moet die slachtersbaan van zichzelf bewust maken en duidelijk maken dat die als een ambacht (ok, interpreteer Jack) in de zin van Richard Sennett* (doen) uitvoeren. Ambacht streeft naar perfectie. Het moet gaan om de beste dood. Misschien wel eentje die je je ook als menselijk dier zou wensen.
* Marx' Verdinglichung ('reificatie' in de angelsaksisch denkende wereld) is ook precies wat Sennett (een Marxiaanse socioloog) aan de orde stelt in zijn notie van ambacht: de moderniteit haalt het leven en de betekenis uit relaties en die moet daarin worden teruggebracht omdat ook wij anders dingen worden. Die pijn ervaren we bij het eten van dieren en daarom kijken we weg.
Het ergste taboe staat niet benoemd: vraag een slachter hoe 'verdingelijkt' een Nederlandse slachter in de jaren '70 en '80 slachtte.
Jan Peter, met het goede doelde ik onder meer op een humane en (voedsel)veilige productie van vlees, afvallen en bijproducten.