Jessica Veth stelt dat er twee belangrijke zaken spelen: psychologie en de manier waarop voedsel aangeboden wordt: “Mensen onderschatten het aantal calorieën in een verpakking, naarmate de hoeveelheid voedsel in dat pak groter is. En dat is jammer genoeg een trend in de voedingsindustrie: steeds meer en meer aanbieden. Juist de te zware mensen hebben de neiging die grootste verpakkingen te kopen."

Volgens Veth verdelen mensen met obesitas eten in 'goed' of 'fout' voedsel. Ze weten uitstekend in welke categorie snacks of frisdrank vallen, en wanneer ze dus 'zondigen'. Bij deze mensen ontstaat een meer dan normaal schuldgevoel, dat direct weggewuifd wordt door een schouderophalen: “Wat is de gedachtegang bij deze groep? Nu ik toch een fastfood-restaurant binnen ben gestapt, is mijn dieet voor deze dag toch naar de knoppen. Laat ik dan ook maar meteen een dubbele portie nemen. We noemen dit het ‘What the Hell’-effect. Dat zijn heel emotionele beslissingen, veel emotioneler dan mensen van normaal gewicht nemen, wanneer ze in de supermarkt iets kopen. Het zelfbeeld van mensen met obesitas wordt door dit sterke schuldgevoel steeds negatiever en negatiever.”

Er ligt een schone taak voor voedingsproducenten. Maak het mensen makkelijk: verklein porties. Dat is verreweg de simpelste manier om 'teveel' te vermijden. Het is ook de weg die in Engeland ingeslagen is met de Responsibility Deal. Jessica Veth heeft daar nog een belangrijke aanbeveling bij: als je als producent toch stappen zet naar gezondere producten, vermijd dan ook maar meteen verwarrende boodschappen als 'light': “Mensen met obesitas weten dus heel goed wat fout eten is en voelen zich superschuldig. Maar wat zie je nu de laatste jaren gebeuren? Dat uitgerekend voedingsproducenten in de categorie fout eten productvarianten op de markt brengen met gezondheidsclaims. Cola zonder suiker en chips die minder vet zijn, bijvoorbeeld. Dat is voor te dikke mensen uitermate verwarrend. Goed eten in de categorie fout eten. Dan gaan ze voor de bijl en eten er weer veel en veel te van. Dat is het probleem.”

Fotocredits: The Consumerist
Dit artikel afdrukken