image Buurtwinkels hebben wel degelijk bestaansrecht, als ze maar inspelen op de behoeften van de dorpsbewoners. Dat stelt Michael van den Hurk, commercieel directeur van groothandel Van Tol. Samen met twee broers startte hij 3 jaar geleden met de nieuwe formule de Dagwinkel. In Nederland zijn nu 7 Dagwinkels en het is de bedoeling dat aantal verder uit te breiden. De broers bedachten de nieuwe formule om het imago van de buurtwinkel en buurtsupermarkt op te vijzelen. De winkels richten zich op tweeverdieners met weinig tijd en op ouderen. "Een uitgekiend assortiment is zeer belangrijk", aldus Van den Hurk. "Geen diep maar wel een breed assortiment. Het gaat om een compleet aanbod in kruidenierswaren en vers. In de Dagwinkel liggen vooral A-merken. Die zijn bekender, meestal kwalitatief beter, en hebben – niet onbelangrijk – een hogere marge. De winkel is er met name voor de aanvullende, vergeten en verse boodschappen."

Van den Hurk zoekt het liefst naar een enthousiast echtpaar voor de exploitatie. Dat bepaalt voor een belangrijk deel het succes. "De winkelier moet een hulpvaardige buurman zijn, een steun en toeverlaat van de buurt." De broers bieden de ondernemers een volwaardige formule aan, begeleiden de winkeliers met de indeling van de winkel, met de logistiek, promotie, prijsstelling en het assortiment. Omdat de distributie van Van Tol is toegespitst op kleinschalige winkels, hoeven de winkeliers geen grote hoeveelheden van verse producten af te nemen.

De winkels kennen een service-centrum, waar je terechtkunt voor het slijpen van messen, voor het afdrukken van foto’s, voor een strippenkaart en voor een pinautomaat. Ook kun je er een paraplu lenen en, indien nodig, worden de boodschappen naar je auto gebracht. Spullen die via internet zijn besteld kunnen mensen bij de Dagwinkel laten bezorgen.

bron: Volkskrant
Dit artikel afdrukken