Het is elk jaar een dolle boel in de RAI. Iedereen die iets doet in de horeca sprint in de trein met de collegaatjes en slentert in Amsterdam langs de stands met combi-steamers en vintage geïnspireerd serviesgoed. Voor de vorm dan, want eigenlijk draait het op deze vakbeurs maar om één ding: proeven en slempen.

Dat is reuze jammer voor mij. Want ondanks dat menig culi-journalist regelmatig flauw doet over glutenvrije warhoofden die het zoveelste mode-dieet volgen, is deze glutenvrije trend vrijwel volledig aan de Horecava voorbij gegaan. Best gek. Sinds 2015 moet elk horecabedrijf van het onverpakte voedingsaanbod kunnen vertellen welke allergenen er in zitten. Als je naïef bent zou je denken: "Da’s mooi! Blijkbaar zijn allergenen gesneden koek voor de horeca-medewerkers en hebben ze daar geen advies meer over nodig!"

Dat de praktijk een stuk weerbarstiger is, blijkt uit de vele verhalen op de diverse glutenvrije online platforms. Iedereen met coeliakie die uit eten gaat weet dat je een groot risico loopt op een paar dagen spuitpoep of projectielbraken. Een bedrijfsuitje naar een fancy foodconcept wordt vooraf onderworpen aan een uitgebreide risico-analyse en een schietgebedje.

Er ligt dus nog een niche-markt open voor glutenvrije vleesvervangers, ondernemers: spring in dat gat!
Elk jaar in januari smeer ik dus een paar eigengebakken glutenvrije broodjes, ga gezellig tussen de Limburgse bedieningsmedewerkers in de trein zitten en laat me verrassen. Ook dit jaar zat ik aan het eind van de dag weer op mijn eigen trouwe broodje te kauwen.

Weinig glutenvrij
Er viel weinig glutenvrij te proeven. Er was wel, ook heel trendy, een heus bierplein waar mannen met hipsterbaarden een lokaal gebrouwen IPA wegslobberden. Een verlaten hoekje met foodtrucks, want die trend is alweer zò 2018. Een stand van de Thaise overheid met een paar flessen glutenvrije sojasaus, maar de vriendelijke ambassade-employee wist er verder het fijne niet van. Op het Italiaanse plein stond een gesoigneerde heer met fraai ogende focaccia, piadina en pizzabodem, maar die waren helaas nog niet te koop in Nederland, hij zocht nog een importeur. Ik kreeg een tas met samples mee.

Vleesvervangers
Veel aandacht voor de vegetarische- en veganistische eettrend. De meeste vegetarische producten zijn op basis van tarwegluten, aangevuld met een paar sojabonen of zeewierslierten en heel veel smaakversterkers. Er ligt dus nog een niche-markt open voor glutenvrije vleesvervangers, ondernemers: spring in dat gat!

Wonderwel was er toch iets te knagen voor de glutenvrije medemens. Bij de kraam van Botanic Bites kreeg ik een saté van stammetjes van de oesterzwam. Prima bite en een lichtzure subtiele pindasaus. Als toetje scoorde ik een beeldschoon sorbetijsje. Gluten- en lactosevrij maar dat is natuurlijk geen kunst met fruitijs.

Dat was het wel zo’n beetje. Zelfs de frieten gingen aan mijn neus voorbij, want de gepaneerde snacks gingen in hetzelfde vet.

Winnaar van de Innovation Award 2019 categorie food is de Amster-damhertenrookworst van Pieter van Meel. Een mooi product, halal, maatschappelijk betrokken, no-waste. Over allergenen kan ik geen vermelding vinden.

Markt voor allergeenvrije voeding
De niche-markt voor allergeenvrije voeding omvat 173.000 Nederlanders met coeliakie, 346.000 Nederlanders met een lactose-intolerantie, en de circa 173.000 tot 692.000 Nederlanders met een andere voedselallergie. Een groeimarkt bovendien. Daar zit dus geld in.

Ik zie kansen voor 2020, dames en heren horeca-ondernemers!
Dit artikel afdrukken