De Bretonse kippenproducent Tilly-Sabco heeft vandaag definitief uitstel van betaling aangevraagd. Morgen beslist de rechtbank of de kippenverwerker nog een paar maanden mag afbouwen (met financiële steun van zijn belangrijkste klant, het Saoudische bedrijf Abbar).

Tilly-Sabco biedt werk aan 326 mensen en indirect aan nog een duizendtal. Het bedrijf draait al sinds januari in een lagere versnelling: in plaats van 1,6 miljoen kippen per week worden er nog maar 400.000 per week verwerkt. In de praktijk zijn sinds januari de Franse staat, de regio Bretagne en de Kamer van Koophandel van Morlaix technisch eigenaar van het bedrijf dat in moeilijkheden kwam toen de Europese Unie de subsidiekraan abrupt dichtdraaide.

'De juiste diagnoses gesteld'
Tilly-Sabco exporteerde 90% van zijn productie naar het Midden-Oosten - vooral in de vorm van diepgevroren kippen. Het bedrijf profiteerde net als zijn vakbroeder Doux in ruime mate van de exportsubsidies die de EU beschikbaar stelde om de Europese kipproducten te kunnen laten concurreren met de kip uit Zuid-Amerika (Brazilíe). Toen de EU besloot die subsidies te stoppen, per 18 juli 2013, moesten Tilly-Sabco en Doux halsoverkop op zoek naar nieuwe verdienmodellen. Doux is daar redelijk in geslaagd: vorige week nog zei de Franse landbouwminister Stéphane le Foll dat Doux 'de juiste diagnoses had gesteld'. Doux is niet alleen meer afhankelijk van export maar produceert ook verwerkte kipproducten onder het merk Père Dodu.

'Te weinig geanticipeerd'
De topman van Tilly-Sabco, Daniel Sauvaget, zegt in Le Figaro: "Ik was er heilig van overtuigd dat ik nog 5 jaar op de subsidie kon rekenen voordat Europa deze geleidelijk zou gaan afbouwen. Niemand had gedacht dat het zo abrupt zou zijn. Wij wilden ons gaan richten op de bovenkant van de markt. We hebben de middelen niet kunnen vinden om een levensvatbaar economisch model uit te denken".

Het beleid in Europa is gericht op boerenproducten met groene en dierwelzijnsmeerwaarde. Daar iets van maken blijkt ook voor grote bedrijven lastig.

Fotocredits: www.lejournaldesentreprises.com
Dit artikel afdrukken