Yves de Boer is de gedeputeerde voor ruimtelijke ordening in Brabant. Hij staat voor een zware taak en heeft ieders steun nodig om de uiterst zware afwegingen te maken die nodig zijn om Nederland een haalbaar beestenland te maken of voorgoed te laten stikken in bestuurlijke impasses die de toekomst en de weg daarheen aan het zicht onttrekken.

Wie het heeft over de intensieve dierhouderij in Nederland heeft het over Noord-Brabant. Geen provincie heeft meer varkens en kippen, zowel slacht als leg, als Brabant. Wat daar gebeurt, is dan ook beslissend voor de rol van Nederland als intensief dierenland.

Boze boeren, boze burgers
De Staten van Brabant weten het even niet meer. Ze hebben vorige week besloten een bouwstop af te kondigen omdat ze niet meer willen dat er bedrijven worden gebouwd die de Brabanders straks niet blijken te willen. Dit terwijl de huidige regels en de principes van goed en betrouwbaar bestuur die bouw eigenlijk al stilzwijgend geaccepteerd hadden. Daar rekenden de boeren tenminste op. Ze zijn boos nu ze opeens een streep door hun verwachting getrokken zien. Het CDA en zelfs de VVD scharen zich het liefst achter de boeren. Maar dat gaat even niet. De boel is stil komen te liggen, want alle andere partijen zijn tegen. De burgers zijn immers al even laaiend, maar dan op die boeren.

De ironie wil dat de VVD-gedeputeerde Yves de Boer de bouwstop moet verdedigen.

Ik neem al heel wat jaren als boeren- en bestuurderswatcher waar welk drama zich in Brabant afspeelt. De stallen moeten groter omdat we meer welzijn willen. En als dat gerealiseerd is, moet het weer verder. Daardoor barsten we hier uit onze voegen. Het kan niet zo verdergaan.

Brabant gaat er niet uitkomen
Ik lanceerde vorig jaar een voorstel. Het is eigenlijk heel simpel: Nederland moet naar veel minder beesten en moet zijn boeren die door willen en kunnen - maar niet hier - exporteren. Het land zou een multinational moeten worden. Rond de stal van Marijke Nooijen in Keldonk ontwikkelde ik samen met een bevriende scenarioplanner een methode om zowel de boeren als de provincie daar een strategie en tactiek voor te kunnen laten ontwikkelen. Ondanks het lichtpuntje van zo'n vermeende oplossing ligt nu alles stil.

Hoe moet het verder? Brabant gaat er niet uit komen op deze manier. Ik liet me vertellen dat de methode die we voorstelden - gooi alle (verlammende) regels aan de kant, kijk of de buurt tot een burgerlijke consensus kan komen en bouw van daaruit de boel weer op - bestuurders angst inboezemt. Stel je voor dat iemand met de wet in de hand dwars gaat liggen?
Dat is een terechte angst. Alleen is één ander ding ook zeker: met de wet of de door Brabant zelf verzonnen maatlat in de hand zal ook altijd iemand dwars gaan liggen, zolang je het overschot aan beesten niet fors uitdunt en niet duidelijk maakt waar het naartoe gaat. Daardoor zit de boel muurvast. Links- noch rechtsom valt er om de berg van wantrouwen heen te komen.

Moed en lef
Misschien, meneer De Boer, moest u daar maar eens mee beginnen: een echt gesprek, niet in de Staten en niet met de Brabantse Milieu Federatie die geen spat verstand van markten heeft en geen vertegenwoordiger is van de Brabanders, maar gewoon met de Brabantse bevolking zelf. Een serieus strategisch gesprek waar ze hun hart kunnen luchten en zeggen wat zij in hun buurt willen en hoe. Wie weet is er een bestuurlijk convenant met de Brabantse bevolking over te sluiten. Den Haag kun je daarbij missen als kiespijn, dat heeft u kunnen zien aan het gehannes rond schaliegas en het lef juist van uw provincie. Hoewel ik denk dat als ook daar eerder lef was getoond het misschien wel anders kunnen uitpakken dan met de onwettelijk lange neus die de provincie nu naar het centrale gezag en de wet trekt.

Er is nieuw lokaal bestuurderschap nodig. Ik wens u dan ook moed en lef. U hebt namelijk het lot van de dieren in grote delen van de wereld in handen. Ons land geeft - door zijn omvangrijke praktijk in Brabant - de toon en ontwikkelingsrichting aan in de wereld. Zelfs Wakker Dier omarmt inmiddels Nederlands innovaties die al decennia lang altijd weer doorsijpelen in de rest van de wereld. Dat gebeurt met een omvang die we ons hier thuis niet eens kunnen voorstellen. Verkloot het dus niet: zorg voor serieuze ontwikkelcentra en creëer de voorwaarden voor het ontstaan van een leuke niche landbouw die hoort bij een rijk en marktgericht land, exporteer het teveel aan boeren die nu eenmaal niet meer passen in ons volle en kleine landje. Hier kunnen ze toch niets meer verdienen. Het klinkt hard, maar als je het niet zo doet, gaat geheid alles verloren en komt de broodnodige doorontwikkeling van de 21e eeuwse intensieve dierhouderij - die eindelijk doorbreekt van veel-voor-weinig naar wél-aardig-voor-de-dieren - tot een vroegtijdig einde. Dat zou echt zonde zijn. De vraag naar vlees in de wereld schiet namelijk echt omhoog, of wij dat hier nou willen of niet. Laten we dan maar proberen om er geld mee te verdienen, want we hebben er echt verstand van gekregen. Dat vindt de rest van de wereld ook.

Beste lezers, weinigen van jullie kenden gedeputeerde Yves de Boer. Nu weten jullie het: het lot van vele miljarden dieren in de wereld die nog geboren moeten, ligt in zijn handen. Zonder onze stalontwikkelingen zitten varkens en kippen elders in de shit tot in een lange reeks van jaren.

Fotocredits: Yves de Boer
Dit artikel afdrukken