In Groot-Brittannië werd het afgelopen jaar een pilot uitgevoerd die 100 jonge moeders waardebonnen liet 'verdienen' als ze hun kind borstvoeding gaven. The Guardian schrijft over het zg. Nosh-onderzoek dat voor ophef en controverse in de pers zorgde. Het zou een vorm van 'omkoping' zijn en voor 'klasse-ongelijkheid' zorgen.
Dat blijkt geen reden om de pilot te staken. Sterker nog, omdat de resultaten als bemoedigend worden gezien wordt de pilot uitgebreid naar een totaal van 4.000 jonge moeders.

Eliane Glaser, redacteur voor The Guardian, maakt een kanttekening bij de uitbreiding van het plan in een opinieartikel in de krant. Er komt namelijk een nieuwe vraag om de hoek kijken: doen baby's die borstvoeding krijgen het echt beter of ligt het domweg aan het sociale milieu waarin ze opgroeien?

Britten geven weinig borstvoeding
Groot-Brittannië is internationaal gezien één van de landen waar het aantal moeders dat borstvoeding geeft het laagste is. In de armste buurten (met de laagste sociaal-economische status) blijkt na 6 tot 8 weken nog maar 12% van de Britse moeders hun kind nog de borst te geven. De hogere middenklasse telt 65% borstvoedende moeders.

Verkeerde boodschap
Eliane Glaser vraagt zich af waarom moeders met een lagere sociaal-economische status minder vaak borstvoeding geven. "Komt dat door de seksuele betekenis van blote borsten, door vooroordelen over borstvoeding of door gebrek aan tijd door werk bijvoorbeeld", vraagt ze zich af. Volgens Glaser zal het plan weinig effect hebben. Zij sluit aan bij de controversiële gevoelens die de pilot opriep: "Door borstvoeding te belonen met geld, wordt een verkeerde boodschap meegegeven aan vrouwen uit de lagere klassen. Het lijkt alsof de middenklasse beter weet wat goed is voor het kind. Daarnaast worden, ondanks misschien wel onmacht, gevoelens van schuld gecreërd. En tenslotte lijkt het alternatief voor borstvoeding, kunstmatige flesvoeding, op deze manier schadelijk".

Doen baby's het beter op borstvoeding?
De World Health Organisation (WHO) en Unicef zijn voorstander van borstvoeding. Zij stellen dat met de fles gevoede baby’s meer infecties laten zien en dat borstvoeding de kans op overgewicht, diabetes, allergieën & astma verkleint. Glaser twijfelt echter aan de kwaliteit van het bewijs hiervoor. Ze geeft aan dat er nauwelijks RCT's (randomised controlled trials) studies zijn uitgevoerd, simpelweg omdat het onethisch zou zijn om een deel van de kinderen te benadelen (flesvoeding zou immers 'minder' zijn dan borstvoeding). Wetenschappers hebben wel veel observationele studies uitgevoerd, maar daarbij is moeilijk een oorzaak-gevolg relatie aan te tonen. Volgens Glaser zouden kinderen het uiteindelijk ook beter kunnen doen dankzij andere factoren in de opvoeding. "Hoe meer bij de studies werd gecorrigeerd voor opleiding en sociale omgeving, hoe minder verschil er wordt gevonden tussen borst- en flesvoeding", stelt Glaser. "Je sociaal-economische status bepaalt of je borstvoeding krijgt of niet, maar moedermelk heeft geen invloed op je sociaal-economische status", besluit ze.

Simpele samenvatting
Om het simpel samen te vatten: Glaser denkt dat niet de borst, maar de sociale klasse waarin een kind wordt geboren zijn of haar gezonde kansen bepalen; bewijs dat het toch aan de borst ligt, is niet te verkrijgen. Het welles/nietes daarover zal doorgaan tot er een onethisch experiment wordt gedaan waarbij rijke kinderen van de borst worden gehaald.

Fotocredits: Hamish Darby
Dit artikel afdrukken