Op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Association for Cancer Research in april presenteerden wetenschappers hun onderzoek naar de invloed van op sojaproducten gebaseerde voeding op anti-oestrogeenbehandelingen bij borstkanker. Eerder onderzoek op muizen toonde aan dat genisteïne (een soja-isoflavoon) die behandeling verstoort.

Volgens de wetenschapers van het Georgetown Lombardi Comprehensive Cancer Center komen deze resultaten door de afwezigheid van cytotoxische T-cellen in muizen. Dat zijn immuuncellen die borstkanker aanvallen.

Bij het nieuwe onderzoek kregen ratten dagelijks genisteïne. Bij ratten die al voor hun puberteit genisteïne kregen bleek de immuunreactie van de T-cellen op borstkanker al actief voordat de behandeling begon. De tumorcellen werden bij deze groep ratten ook sneller ontdekt door het immuunsysteem. De resultaten komen overeen met een ander onderzoek waarin de onderzoekers aantoonden dat vrouwen die dagelijks 10mg isoflavonen binnenkregen minder risico liepen op de terugkeer van borstkanker dan vrouwen die minder dan 4mg per dag consumeren.

Leena Hilakivi-Clarke, professor in oncologie, zegt op Science Daily dat dit onderzoek lijkt te verklaren waarom levenslange inname van genisteïne het risico op herhaling van borstkanker verlaagt. Hilakivi-Clarke zegt: “De consumptie moet wel lang voor de tumorontwikkeling gestart zijn, zodat de tumor geprogrammeerd is om goed te reageren op het immuunsysteem.” Zijn vindt dat het onderzoek aantoont dat vrouwen juist sojaproducten kunnen blijven eten tijdens hun behandeling tegen borstkanker. Wel geeft Hilakivi-Clarke aan dat ze niet met zekerheid kan zeggen dat dit komt door de gevonden relatie met het immuunsysteem.

Er is nog wel een maar: de studie is gebaseerd op onderzoek op ratten. Op menselijke vrouwen moet het nog blijken. Ratten en muizen zijn soms immers slechte voorspellers voor mensen.

Fotocredits: 'k7247-5', U.S. Department of Agriculture
Dit artikel afdrukken