Eigenlijk heb ik niet zoveel met de kreet boerenverstand. Daarvoor is de term het afgelopen jaar te vaak misbruikt om – al dan niet bewust – desinformatie over de stikstofproblematiek te verspreiden. Dat betekent echter niet dat er niet heel veel verstand onder agrariërs te vinden is. Zeker in deze tijden van Corona, loont het de moeite het licht eens op te steken bij de landbouw.
Waar er nu plots enorm veel wordt gevraagd van de veerkracht van individuen, organisaties en de samenleving als geheel, is het organiseren van veerkracht voor boeren een essentieel onderdeel van hun bedrijfsmodel en levensstijl.
'Appeltje voor de dorst'
Zo weet elke boer dat goede jaren worden opgevolgd door magere jaren. Dat kan door veranderende marktomstandigheden (de beroemde ‘varkenscyclus’) komen, maar ook door weersinvloeden, geopolitieke gebeurtenissen (zie de Russische boycot) of plant- en dierziektes. Omdat dergelijke risico’s zich per definitie onverwacht voordoen, zorgen de meeste agrarische ondernemers ervoor dat ze een voldoende buffer opbouwen. Een appeltje voor de dorst zogezegd. Het Europees landbouwbeleid doet hierbij een extra duit in het zakje. En natuurlijk, er zijn, zeker in bepaalde sectoren, ook agrariërs die hoge schulden hebben, of zelfs moeten stoppen, maar dat doet niks af aan het principe.
Risico-spreiding
Ook heeft elke boer geleerd dat de sleutel tot veerkracht in variatie van producten, activiteiten en afnemers ligt, om zo risico’s te spreiden. Dat lang niet iedere boer die variatie op eigen bedrijfsniveau organiseert, getuigen de aanwezigheid van monoculturen en sterke export-afhankelijkheid in sommige sectoren. Maar weten doen ze het allemaal, en vele agrarische ondernemers hebben in recente jaren ingezet op onderscheidende producten, vruchtwisseling, of hebben geïnvesteerd in nieuwe activiteiten als energieopwekking, onderwijs, zorg, korte-keten initiatieven en andere vormen van multifunctionaliteit.
Wake-up call
Voor veel ondernemers komen deze lessen te laat, en wellicht is een barmhartige regeling nu inderdaad het meest opportuun. Maar laat het een wake-up call zijn om onze economie nu eindelijk eens grondig te hervormen, zodat deze aan collectieve doelen bijdraagt in plaats van met publiek geld overeind gehouden moet worden. En laten we daarbij leren van wat al wel goed gaat. Natuurlijk, ook de landbouw kent problemen, zo heeft het afgelopen jaar wel aangetoond. Maar als het om aanpassingsvermogen en veerkracht tonen gaat, is de landbouw vooral een bron van inspiratie in deze moeilijke tijd. Daarvoor mogen we best een beetje trots op de boer zijn.
P.s. de lezer die zich verder wil verdiepen in de veerkracht van de landbouw, verwijs ik naar de informatieve website van ons Europese onderzoeksproject SURE-Farm. In dit project onderzoeken 16 universiteiten en onderzoeksinstituten, waaronder WUR, hoe deze veerkracht van de landbouw (verder) versterkt kan worden.
Dit artikel afdrukken
'Appeltje voor de dorst'
Zo weet elke boer dat goede jaren worden opgevolgd door magere jaren. Dat kan door veranderende marktomstandigheden (de beroemde ‘varkenscyclus’) komen, maar ook door weersinvloeden, geopolitieke gebeurtenissen (zie de Russische boycot) of plant- en dierziektes. Omdat dergelijke risico’s zich per definitie onverwacht voordoen, zorgen de meeste agrarische ondernemers ervoor dat ze een voldoende buffer opbouwen. Een appeltje voor de dorst zogezegd. Het Europees landbouwbeleid doet hierbij een extra duit in het zakje. En natuurlijk, er zijn, zeker in bepaalde sectoren, ook agrariërs die hoge schulden hebben, of zelfs moeten stoppen, maar dat doet niks af aan het principe.
Elke boer heeft geleerd dat de sleutel tot veerkracht in variatie van producten, activiteiten en afnemers ligt, om zo risico’s te spreidenDe Coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat dit principe voor veel bedrijven in andere economische sectoren niet vanzelfsprekend is. Vorige week kondigde het kabinet een omvangrijk pakket van noodmaatregelen aan om ondernemers door de crisis heen te helpen. Daaronder bevinden zich veel ZZP’ers en ondernemers in het kleinbedrijf die überhaupt nooit vet op de botten hebben kúnnen aanleggen. Maar daar tegenover staat dat het voor veel grotere bedrijven jarenlang doelbewust beleid is geweest om zoveel mogelijk ‘aandeelhouderswaarde’ te creëren in plaats van het eigen vermogen aan te vullen, of, in het geval van private equity, bedrijven zo te herstructureren dat er amper buffers overbleven. De situatie doet terugdenken aan de financiële crisis van tien jaar geleden: private inhaligheid moet opnieuw worden gecompenseerd met publiek geld. Met prudent ondernemerschap heeft het weinig te maken.
Risico-spreiding
Ook heeft elke boer geleerd dat de sleutel tot veerkracht in variatie van producten, activiteiten en afnemers ligt, om zo risico’s te spreiden. Dat lang niet iedere boer die variatie op eigen bedrijfsniveau organiseert, getuigen de aanwezigheid van monoculturen en sterke export-afhankelijkheid in sommige sectoren. Maar weten doen ze het allemaal, en vele agrarische ondernemers hebben in recente jaren ingezet op onderscheidende producten, vruchtwisseling, of hebben geïnvesteerd in nieuwe activiteiten als energieopwekking, onderwijs, zorg, korte-keten initiatieven en andere vormen van multifunctionaliteit.
Voor veel ondernemers komen deze lessen te laat, en wellicht is een barmhartige regeling nu inderdaad het meest opportuunOpnieuw zien we in met name het grootbedrijf een tegengestelde trend. Grote concerns als Philips en Unilever raken, opnieuw primair onder druk van activistische aandeelhouders, verder uitgekleed en beperken zich tot een steeds kleiner aantal productgroepen. Het vergroot wellicht de efficiënte op korte termijn, maar op de langere termijn neemt de kwetsbaarheid toe. Andere bedrijven houden te lang vast aan een onder druk staande activiteiten, en vergeten te innoveren. Hadden Europese luchtvaartmaatschappijen bijvoorbeeld niet allang neventakken in hogesnelheidstreinen op kunnen zetten?
Wake-up call
Voor veel ondernemers komen deze lessen te laat, en wellicht is een barmhartige regeling nu inderdaad het meest opportuun. Maar laat het een wake-up call zijn om onze economie nu eindelijk eens grondig te hervormen, zodat deze aan collectieve doelen bijdraagt in plaats van met publiek geld overeind gehouden moet worden. En laten we daarbij leren van wat al wel goed gaat. Natuurlijk, ook de landbouw kent problemen, zo heeft het afgelopen jaar wel aangetoond. Maar als het om aanpassingsvermogen en veerkracht tonen gaat, is de landbouw vooral een bron van inspiratie in deze moeilijke tijd. Daarvoor mogen we best een beetje trots op de boer zijn.
P.s. de lezer die zich verder wil verdiepen in de veerkracht van de landbouw, verwijs ik naar de informatieve website van ons Europese onderzoeksproject SURE-Farm. In dit project onderzoeken 16 universiteiten en onderzoeksinstituten, waaronder WUR, hoe deze veerkracht van de landbouw (verder) versterkt kan worden.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Een kennis van mij die boer was zegt altijd dat het in de landbouw mis ging toen de overheid en de zogenaamde experts zich na de oorlog actief met de landbouw zijn gaan bemoeien. Zij vonden dat schaalvergroting en specialisatie een noodzaak was, zij adviseerden dat boeren kunstmest en bestrijdingsmiddelen moesten gaan gebruiken. Nu roept diezelfde overheid en die zogenaamde experts dat alles kleinschaliger moet en dat gemengde bedrijven terug moeten komen, ook moet het kunstmest en het bestrijdingsmiddelen gebruik minder moet worden.
Als je als boer succesvol wilt zijn moet je de zogenaamde experts als @jeroen candel en de hele meute bij de Wur negeren, want die zitten achter bureaus en voelen nooit de financiele gevolgen van de adviezen die ze geven.
Overigens beschuldigt jeroen candel de boeren van het verspreiden van deainformatie over stikstof, maar ja wat kun je anders verwachten van iemand die is betrokken bij de wur waar berekeningen op papier wetenschap mag worden genoemd en alles wat niet strookt met hun papieren werkelijkheid fraude of desinformatie is.
Ik kan mij ook niet vinden in Jeroens gedachte dat de boer zoals we die nu kennen een voorbeeld is.
Mijn overgrootvader was ook al boer. Toen hij het bedrijf overnam van zijn ouders molk hij 14 koeien, toen hij stopte molk hij er nog net zoveel. Hij had een zwakke gezondheid, wist rond te komen en had een goed leven. Hij was een tevreden man en had, vind ik, een boerenverstand.
Ik typeer hem niet als ondernemer.
Ik zit ermee dat we als landbouw erg afhankelijk zijn geworden van kunstmest en geïmporteerd veevoer. Beiden vallen weg in geval van (extreme) crisis door ziekte, oorlog of financiële problemen.
Een landbouw waarbij we niet afhankelijk zijn van import, export en de input van banken noem ik gezond. Het liefste op zo een manier dat in geval van crisis, de sector gewoon door kan boeren.
Dat is nu niet het geval vrees ik.
Op het moment dat we boeren ondernemers gaan noemen, verliezen we de link met het boerenverstand. Wie met boerenverstand boert, ontwikkelt zijn bedrijf wel maar melkt zijn koeien niet voor de bank.
Jeroen, volgens mij sla je de plank mis:
"Elke boer heeft geleerd dat de sleutel tot veerkracht in variatie van producten, activiteiten en afnemers ligt, om zo risico’s te spreiden"
Melkveebedrijf
Varkenshouder
Legkippen
Tuinbouw en akkerbouw kan ik me iets bij voorstellen. Verder is er de achterliggende tijd toch enkel afscheid genomen van het gemengd bedrijf? Kijk eens naar historie van bijv. Brabant?
Variatie afnemers? Weleens een leveringscontract gelezen van bijv. de coöperatie Friesland Campina. Alsof een boer zijn melk aan 2 zuivelfabrieken zou kunnen leveren... ? Last time i checked was dat niet mogelijk.....
Ik ben het eens met wat EJ in #1 schrijft over landbouw onderwijs in jaren '90 t/m +/- 2017 ? De ? omdat het nu wellicht verandert is, maar zelfs dat betwijfel ik...
Ik heb recentelijk al is wat geschreven over het liqiditeits denken wat over aan het waaien was naar landbouw. In 2003 was bedrijfseconomie aan de HAS gericht op liquiditeit planning, kun je het betalen. Naar vermogensontwikkeling werd minder gekeken in het overname plan. Een Rabobank medewerker zat bij het mondeling waarmee je als projectgroep je rapport moest verdedigen voor dit blok studiepunten.
De grap van die tijd was: De beste tweede tak is een vrouw met een baan buiten de deur.
Ps: heb je cijfers van inkomensaandeel uit: energieopwekking, onderwijs, zorg, korte-keten initiatieven en andere vormen van multifunctionaliteit.
Is de landbouw zelf nu niet letterlijk het appeltje voor de .....honger
Want wat is het toch mooi dat de schappen vlot weer gevuld zijn door die grote vervuilers.
Plots zijn alle DUURzame labels niet meer belangrijk en ligt het vak met VEGGIEfood nog vol.
Maar goed dat een andere grote exporteur zich wel gespecialiseerd heeft, want wat zijn we toch blij met de apparatuur van Philips
Klinkt heel leuk maar als ik naar de trend bij de hoog opgeleide HBO boeren kijk Is het de laatste decennia vooral een kwestie van specialiseren Liquiditeits plannen maken en maximaal groeien nu het nog kan, samen met LTO en het rijk wordt de hele wetgeving zo gekneed dat toch vooral die groei mogelijk moet blijven dat heet ondernemerschap in die kringen als ik het agrarisch autisme noem op een verjaardag wordt me dat niet in dank afgenomen.
Wil je meerdere takken op het bedrijf beoefenen dan kan dat maar weet dat je omkomt in het papierwerk en dat het iedere 3 jaar weer compleet anders in elkaar steekt en dat de controle-instanties waar je mee te maken hebt ondertussen weer gefuseerd opgesplitst of opgeheven en ergens anders ondergebracht zijn.
Je moet ook niet teveel aan lange termijn planning doen want het enige wat voorspelbaar is is dat de oplossing niet in logica gezocht word maar in nieuwe kengetallen en registratie modellen in een vruchteloze poging om doelen te halen en vergaderboeren tevreden te houden.
Als ik 1 tip voor het bedrijfsleven heb is het wel "kijk naar de landbouw en laat je niet op dezelfde manier besodemieteren".