Waar er nu plots enorm veel wordt gevraagd van de veerkracht van individuen, organisaties en de samenleving als geheel, is het organiseren van veerkracht voor boeren een essentieel onderdeel van hun bedrijfsmodel en levensstijl.

'Appeltje voor de dorst'
Zo weet elke boer dat goede jaren worden opgevolgd door magere jaren. Dat kan door veranderende marktomstandigheden (de beroemde ‘varkenscyclus’) komen, maar ook door weersinvloeden, geopolitieke gebeurtenissen (zie de Russische boycot) of plant- en dierziektes. Omdat dergelijke risico’s zich per definitie onverwacht voordoen, zorgen de meeste agrarische ondernemers ervoor dat ze een voldoende buffer opbouwen. Een appeltje voor de dorst zogezegd. Het Europees landbouwbeleid doet hierbij een extra duit in het zakje. En natuurlijk, er zijn, zeker in bepaalde sectoren, ook agrariërs die hoge schulden hebben, of zelfs moeten stoppen, maar dat doet niks af aan het principe.

Elke boer heeft geleerd dat de sleutel tot veerkracht in variatie van producten, activiteiten en afnemers ligt, om zo risico’s te spreiden
De Coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat dit principe voor veel bedrijven in andere economische sectoren niet vanzelfsprekend is. Vorige week kondigde het kabinet een omvangrijk pakket van noodmaatregelen aan om ondernemers door de crisis heen te helpen. Daaronder bevinden zich veel ZZP’ers en ondernemers in het kleinbedrijf die überhaupt nooit vet op de botten hebben kúnnen aanleggen. Maar daar tegenover staat dat het voor veel grotere bedrijven jarenlang doelbewust beleid is geweest om zoveel mogelijk ‘aandeelhouderswaarde’ te creëren in plaats van het eigen vermogen aan te vullen, of, in het geval van private equity, bedrijven zo te herstructureren dat er amper buffers overbleven. De situatie doet terugdenken aan de financiële crisis van tien jaar geleden: private inhaligheid moet opnieuw worden gecompenseerd met publiek geld. Met prudent ondernemerschap heeft het weinig te maken.

Risico-spreiding
Ook heeft elke boer geleerd dat de sleutel tot veerkracht in variatie van producten, activiteiten en afnemers ligt, om zo risico’s te spreiden. Dat lang niet iedere boer die variatie op eigen bedrijfsniveau organiseert, getuigen de aanwezigheid van monoculturen en sterke export-afhankelijkheid in sommige sectoren. Maar weten doen ze het allemaal, en vele agrarische ondernemers hebben in recente jaren ingezet op onderscheidende producten, vruchtwisseling, of hebben geïnvesteerd in nieuwe activiteiten als energieopwekking, onderwijs, zorg, korte-keten initiatieven en andere vormen van multifunctionaliteit.

Voor veel ondernemers komen deze lessen te laat, en wellicht is een barmhartige regeling nu inderdaad het meest opportuun
Opnieuw zien we in met name het grootbedrijf een tegengestelde trend. Grote concerns als Philips en Unilever raken, opnieuw primair onder druk van activistische aandeelhouders, verder uitgekleed en beperken zich tot een steeds kleiner aantal productgroepen. Het vergroot wellicht de efficiënte op korte termijn, maar op de langere termijn neemt de kwetsbaarheid toe. Andere bedrijven houden te lang vast aan een onder druk staande activiteiten, en vergeten te innoveren. Hadden Europese luchtvaartmaatschappijen bijvoorbeeld niet allang neventakken in hogesnelheidstreinen op kunnen zetten?

Wake-up call
Voor veel ondernemers komen deze lessen te laat, en wellicht is een barmhartige regeling nu inderdaad het meest opportuun. Maar laat het een wake-up call zijn om onze economie nu eindelijk eens grondig te hervormen, zodat deze aan collectieve doelen bijdraagt in plaats van met publiek geld overeind gehouden moet worden. En laten we daarbij leren van wat al wel goed gaat. Natuurlijk, ook de landbouw kent problemen, zo heeft het afgelopen jaar wel aangetoond. Maar als het om aanpassingsvermogen en veerkracht tonen gaat, is de landbouw vooral een bron van inspiratie in deze moeilijke tijd. Daarvoor mogen we best een beetje trots op de boer zijn.

P.s. de lezer die zich verder wil verdiepen in de veerkracht van de landbouw, verwijs ik naar de informatieve website van ons Europese onderzoeksproject SURE-Farm. In dit project onderzoeken 16 universiteiten en onderzoeksinstituten, waaronder WUR, hoe deze veerkracht van de landbouw (verder) versterkt kan worden.
Dit artikel afdrukken