In Son (Br) was gisteren een proeverij van verschillende Volwaard-kipgerechten, bereid door patron-cuisinier Evert Thielen van de Gertruda Hoeve, waar de Volwaard op de kaart staat. Niet betaald, ongesponsord, uit eigen vrije wil.
Het was heerlijk, maar Evert is dan ook een uitstekende kok en gastheer. Ik moet zeggen: wat ik at was overtuigend. Mals, sappig en bite. Ik vroeg Thielen of het de verdienste van de kip, danwel de zijne was. Die van de kip vogens hem, want een slecht beest kun je ook als goeie kok niet pimpen. Wat Thielen betreft is de Volwaard in prijs/kwaliteit zonder enige twijfel een uitstekend democratisch alternatief voor de dure Bresse-kip. In september volgt een vergelijkende proeverij; je zult er hier over horen (spannend, want volgens kritische foodjournalisten blijkt uit eerdere blinde proeverijen dat fijnproevers 'goede' niet van 'goedkope' kip kunnen onderscheiden als ze die blind proeven).
Daarna naar 'Rooi' - St Oedenrode - om de kippen en hun behuizing te bekijken. En toen gebeurde het. Ik sprak nog even na over de Volwaard-kip met Piet Verberne, een van de pluimveehouders die meedoen aan het Volwaardproject, Ad Kemps (Coppens Diervoeders) en Hans de Haan (ZLTO). De laatste heet echt zo en ook Piet bleek echt de man die op de verpakking van de hele kip staat. Geen gecast model dus, maar een levensechte boer.
De Volwaard-mannen zijn dus echt. Maar hoe zat het nou met de kip? Ik vertelde wat we hier op foodlog.nl en elders over de Volwaard hebben gezegd en waarom. Heb de kip als product, de rol van de Dierenbescherming en de marketingcommunicatie uit elkaar getrokken. Duidelijk gemaakt dat er al genoeg gewoordkaapt wordt in food en dat dat niet ook nog eens moest gebeuren met een zo primair product als een kip. Boerenkippen zijn immers vrije kippen en geen in massa gehouden dieren. Een protest dus tegen de marketingcommunicatie, niet anders dan m'n klacht bij de RCC tegen de Australian Homemade die het Zaanse AH uit het heel verre Amsterdam haalt.
Verberne reageerde heel direct en duidelijk en zei 'ik vond Boerenkip nou juist zo‚n mooie naam'. Omdat het eindelijk weer echte, sterke kippen zijn. Waar je lekker mee kunt werken omdat ze niet ziek worden en je er niet steeds met 'de emmer' doorheen hoeft. Dat betekent: minder dode dieren, 0,5 tot 1% versus 3 tot 4% bij 'gewone' plofkippen. Al gauw 300 tot 400% minder doden dus. In zijn laatste run lag dat voordeel zelfs op zo'n 600-800%. Met alle consequenties voor de overige dieren, waaronder aanmerkelijk minder ziekte voorkomt zodat hij tot op heden helemaal geen antibiotica nodig had. Was hij bij ' gewone' kippen blij dat ze de slacht levend en zonder al teveel kwalen haalden, deze zou hij nog wel een paar weken langer willen houden omdat ze geen gezondheidsproblemen kennen.
Verberne vertelde dat hij zijn ernstige twijfels had gehad bij het in de buitenren laten van de dieren. De wind woei en hij was bang dat heel veel dieren dood zouden gaan. Tot zijn verrassing niet een. Heel belangrijk voor hem is het feit dat dit actieve kippen zijn die voortdurend blijven lopen. Ze hebben niet alleen langere poten, maar ze ontwikkelen die ook beter. Dat heeft twee voordelen:
- smaak: steviger vlees, niet alleen op de poten maar over het hele lijf
- minder sterfte: bij warm weer gaan ze niet dood van oververhitting doordat ze stil blijven zitten en zich zo in feite door een warmteshock de dood in helpen.
Eindelijk weer een gewoon, echt beest dus.
Kortom, voor Verberne is het een moderne boerenkip, in plaats van die romantische, vrij op het erf scharrelende rooie haan met 10 al even prachtige hennen die de consument zich voorstelt maar waar hij niet voor wil betalen.
Een 'moderne boerenkip'. Ik moet zeggen, ik had er even niks op terug.
Ik zeg het wel vaker, praat eens met een boer. Een uitstekend middel tegen alle vormen van 'urbanism' oftewel stadsigheid ;-)
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Wouter, ik was inderdaad heel erg benieuwd naar de reacties ;-)
Maak je geen zorgen (1) en ik zal het nog even hardop herhalen: ik blijf Boerenkip een verkeerde naam vinden want een boerenkip is wat anders. Dat weet Verberne ook. Die zou hij ook wel willen, gewoon buiten. Je wilt alleen niet weten wat die moet kosten. Die kip, die mag Boerenkip heten, maar niet deze.
Maak je geen zorgen (2): mijn sympathie voor wat de Dierenbescherming met dit project doet is niet afgenomen - dit itt mijn houding jegens de PvdD en WD.
Maak je geen zorgen (3): ik ging niet om gefêteerd te worden maar om de eerste stappen te zetten voor een serie op foodlog over dierhouderij.
Gisteren stelde ik de vraag aan Chalias: ben je wel eens gaan kijken? Hij kwam er niet meer op terug. Ben jij wel eens gaan kijken, Wouter?
Niet iedereen kan gaan kijken, daarom zou het een aardig idee zijn dat eens vanaf hier mogelijk te maken.
Wel vind ik dat Verberne een punt heeft: dit is wel degelijk een moderne, zo natuurlijk mogelijke kip voor massale houderij. Maar nee, het is geen boerenkip. Toch wellicht wel een moderne boerenkip - maar daar moet je dan de nuance zo goed van verstaan dat het alleen hier kan ;-)
Geen boerenkip dus, maar een Volwaard. Ik gaf destijds al onmiddellijk aan dat ik daar mee kon leven. De mensen van Volwaard heb ik vooral aangemoedigd veel duidelijker te zijn over de voordelen voor het beest en de mens die hem eet.
Daar valt nog veel over te vertellen: heel boeiende kip- en gezondheidsgenetica.
Voor mensen die niet op dit PR-evenement zijn gefeteerd verandert er niets. De boer staat op de Volwaardsite in de buitenlucht, althans hij heeft een lichtblauwe achtergrond. De kippen zitten binnen. Ze jokken dus. Dat de boer echt is, maakt weinig verschil. Dat er voor reclame acteurs en modellen worden gebruikt is zelfs bij de grootste domoor bekend.
Reclame is altijd een beetje nep, de vraag is wanneer dat erg is. Dat er op bio-industriele producten Ot&Sien-symboliek wordt gebruikt, vind je kennelijk niet meer erg. Het gaat immers om een moderne vorm van boeren. Volgende week word je misschien uitgenodigd door een gevulde-koekenfabriek. Zegt een schattig lopendebandmeisje daar dat ze haar werk als een modern ambacht ziet. 'Ambachtelijke gevulde koeken', mag dan opeens ook. De week daarop ben je in een chocoladeatelier in Amsterdam. Blijkt daar een Australische stagiair te werken.
Als die kip inderdaad hetzelfde blijkt te smaken als Kemperkip, moet die laatste maar genamed en geshamed worden, wegens veel te duur.
@ Tsja Dick, moeten we dus vaker doen! Naar de bron.