De bewindslieden van LVVN maakten op 30 juli bekend dat de provinciale plannen die onder meer het stikstofdossier moeten vlottrekken in de koelkast kunnen. De provincies hadden volgens de planning die onder Rutte IV was opgesteld per 1 oktober moeten komen met plannen in het kader van het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG).

Het Rijk legde onder Rutte IV de uitvoering van de milieu- en ruimtelijke opgaven bij de provincies. In hun PPLG's (provinciale plannen voor het landelijk gebied in opdracht van het NPLG) zouden ze maatregelen ontwikkelen die moesten bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van het landelijke gebied door stikstofreductie, beter waterbeheer, natuurherstel, en het stimuleren van de circulaire landbouw.

Ze moesten - en officieel moeten ze dat nog steeds - zorgen voor maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Dit kan inhouden het aanpassen van vergunningen voor bedrijven, het opkopen van boerderijen in kwetsbare natuurgebieden en het stimuleren van emissiearme technologieën in de landbouw. De provincies zijn verantwoordelijk voor het herstellen en versterken van natuurgebieden. Daaronder valt het verbeteren van habitats voor bedreigde soorten, het vergroten van natuurgebieden, en het verbinden van bestaande natuurgebieden om de biodiversiteit te bevorderen.

Het NPLG is de facto de uitvoering van plannen die gebaseerd zijn op bindende en al oude afspraken met de Europese Commissie: de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Nitraatrichtlijnen en de Kaderrichtlijn Water, plus nationaal beleid ten aanzien van circulariteit en aanpassing aan veranderende klimaatomstandigheden
In samenwerking met de Waterschappen moeten de provincies werken aan het verbeteren van de waterkwaliteit en het aanpassen van het waterbeheer om het te laten voldoen aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het zal maatregelen moeten omvatten die het oppervlaktewater minder vervuilen. Voorts moeten de provincies maatregelen treffen om hun landelijke gebieden beter bestand te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte, overstromingen en hittestress. Dat zullen ze moeten doen in samenwerking met niet alleen boeren, maar met alle stakeholders zoals andere ondernemers in hun werkgebied, natuurorganisaties, waterschappen én burgers. En als klap op de vuurpijl moeten ze er ook nog voor zorgen dat de landbouw - die bestaat uit duizenden individuele ondernemers - omschakelt naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering die regionale kringlopen bevordert.

Oude bindende afspraken, groot verbouwingsplan
Wie al die opgaven tot zich door laat dringen, realiseert zich dat het NPLG een complete organisatorische verbouwing van het platteland inhield die uitgewerkt en geprogrammeerd moest worden. De provincies begrootten voor het totale project niet voor niets €60 miljard. Het kabinet had er €25 miljard voor uitgetrokken. De nieuwe Tweede Kamer besloot tijdens het demissionaire Rutte IV onder aanvoering van BBB dat zelfs die 25 miljard niet meer nodig was. Het was wellicht logisch omdat BBB tegen krimp van de veehouderij is, terwijl dat woord stilletjes met potlood over de opgaven staat geschreven. Maar of het slim was, is een andere vraag. Het NPLG is de facto de uitvoering van plannen die gebaseerd zijn op al oude bindende afspraken met de Europese Commissie: de Vogel- en Habitatrichtlijn (1979 en 1992), de Nitraatrichtlijn (1991) en de Kaderrichtlijn Water (2000), plus nationaal beleid ten aanzien van circulariteit en aanpassing aan veranderende klimaatomstandigheden. Wat Rutte IV deed was de verantwoordelijkheid vanuit Den Haag delegeren naar de provincies, maar wegschuiven kan niet. Al helemaal niet omdat het werk dat gedaan moet worden oude richtlijnen en afspraken moet realiseren.

Rabobank wil akkoord, LTO wil derogatie terug
Topman Stefaan Decraene van Rabobank liet zich begin deze maand over het boerenvraagstuk horen tijdens de presentatie van zijn halfjaarcijfers. Hij vindt dat er opnieuw een poging moet worden gedaan om tot een Landbouwakkoord te komen. De reden? Hij heeft 'haast'. Hij weet dat het kabinet en de boeren er niet uit gaan komen als ze de koe niet bij de horens willen vatten.

Als Wiersma met lege handen uit Brussel terugkomt, dan wordt duidelijk dat zelfs een boerenvriendelijk kabinet de chaotische gevolgen van jaren van stilstand in het maken en uitvoeren van plannen niet meer kan keren
Ook voorzitter Ger Koopmans van boerenkoepel LTO sprak zich afgelopen week uit. Dat deed hij in een interview op Boerenbusiness waarin hij klonk als een man met een plan. Echter, voor de goede verstaander zei hij slechts dat hij van de Europese Commissie wil dat ze Nederland de derogatie teruggeeft omdat anders onze melkveehouderij samen met de verwerkende industrie omvalt. Dat moet Brussel goed begrijpen, zegt de boerenvoorzitter.
De derogatie is die inmiddels welbekende uitzondering voor landen met een groeizame bodem om meer mest te mogen toepassen dan de Europese regels toestaan. Een aantal landen in het noordwesten van de Europese Unie had zo'n derogatie, maar inmiddels is die overal verdwenen of wordt het recht afgebouwd. Zo ook in Nederland.

Over het complete NPLG-verbouwingsplan dat zich heeft opgestapeld, zweeg Koopmans alsof de doelen daarvan niet blijven bestaan. Maar dat doen ze wel, erkent ook de minister. Koopmans zweeg ook over een plan B als Brussel niet doet wat hij wil.

Koopmans heeft geen plan B voor de derogatie. De minister heeft dat vermoedelijk al evenmin, al schijnt ze het reëel te achten dat Nederland op andere continenten een rendabele markt gaat vinden voor ons mestoverschot. Koopmans lijkt zich ook niet druk te maken over de redenen waarom het NPLG werd ontwikkeld. Nog minder laat hij merken dat hij daar nieuwe plannen voor zou kunnen ontwikkelen met de minister en commerciële partners.
Ten Have stelt de goeie vraag: waarom lijkt niemand zin te hebben om het plan te gaan maken en in ieder geval eens te beginnen met het maken van momentum?
Rabobank wil zulke plannen wel omdat de bank boeren niet meer kan financieren als de spelregels niet duidelijk zijn. Boeren dreigen met onuitvoerbare juridische eisen te worden geconfronteerd waar ze in zullen verdrinken. De bank wil daarom een overeenkomst met hun afnemers zodat de inkomende geldstromen voor de boer in beeld komen. Koopmans geeft in het interview aan dat hij aan zo'n akkoord geen prioriteit geeft. Eerst moet de derogatie terug. De afnemers kijken het maar aan, want onderhandelen heeft in zo'n situatie geen zin.

De kans dat minister Wiersma voor Nederland de derogatie terughaalt, is echt klein. Enerzijds omdat landen die een derogatie hadden die inmiddels allemaal hebben moeten inleveren of weten dat het einde in zicht is. Dat geldt bijvoorbeeld voor Ierland dat nog sterker dan Nederland afhankelijk is van koeien en melk. Anderzijds omdat het gaat om oude afspraken die in de Brusselse onderhandelingscircuits een geschiedenis hebben die te complex is om open te breken. Het is theoretisch mogelijk, maar dan moet Nederland de EU of belangrijke lidstaten iets kunnen bieden. Wat, is de grote vraag. Nederland wil bovendien de pulsvisserij weer op de agenda om daar toch toestemming voor te krijgen. Dit kabinet steekt vooral in op halen en heeft de weg naar brengen nog niet gevonden. Het heeft bovendien als nadeel dat het een premier heeft die in het Brusselse circuit zijn reputatie nog moet opbouwen. En dan komt daar ook nog eens bovenop dat het voor Brussel maar de vraag is of dit kabinet het lang gaat uithouden omdat het berust op een smalle basis voor een verstandshuwelijk.

Het mag verrassend heten dat LTO focust op de derogatie en het niet eens heeft over de rits andere zwaarden die de boerensector boven het hoofd hangen. Ook dat is misschien even begrijpelijk als het wegstemmen van die 25 miljard door BBB, want ook LTO wil zijn leden niet boos maken door pro-actief progressieve plannen te maken. Maar helaas verdwijnen daar de oude en zelfs al belegen opgaven niet door. Dat zal pas duidelijk worden als Wiersma met lege handen uit Brussel terugkomt en er ook nog eens NPLG-doelen blijken te bestaan. Dan wordt duidelijk dat zelfs een boerenvriendelijk kabinet de chaotische gevolgen van jaren van stilstand in het maken en uitvoeren van plannen niet meer kan keren. Boeren zullen een illusie armer zijn en het kabinet en LTO zullen zeggen dat ze alles hebben gedaan om hun belangen te dienen. In werkelijkheid komen ze in een ijskoude sanering terecht. Jammer, want het had zo anders gekund.

Het is toch te gek dat een boergezinde regering gokt op de derogatie van gisteren, maar niet nadenkt over een plan B dat al jaren geleden plan A had moeten zijn
In the lead blijven
Hoe dan? Dat liet oud-LTO bestuurder Annechien ten Have eerder deze maand in een column weten. Boeren weten best wat er moet gebeuren en hadden al jaren geleden hun eigen plan moeten maken, zegt ze. En dat kunnen ze nu ook nog. Het probleem is dat ze gaan zitten wachten tot iemand het verleden herstelt. Maar dat verleden komt niet meer terug en was al jaren voorbij.

Er ligt een plan om een ambitieus verbouwingsproject op te stellen. Het is een plan voor een plan; meer is er eigenlijk nog steeds niet, terwijl de ambitie gigantisch is en de eisen van Brussel hoog zijn, maar niet anders dan die aan aan andere EU-landen.
Zo makkelijk als Ten Have het voorstelt, is het nou ook weer niet. Maar ze stelt wel de goeie vraag: waarom lijkt niemand zin te hebben om een plan te gaan maken en in ieder geval eens te beginnen met het maken van momentum? Het is toch te gek dat een boergezinde regering gokt op de derogatie van gisteren, maar niet nadenkt over een plan B dat al jaren geleden plan A had moeten zijn om in the lead te blijven. Juist met deze regering zou dat geen probleem moeten zijn.
Dit artikel afdrukken