Moeten Unilever, Coca-Cola of Heineken beschermd worden tegen Plus, Jumbo of Dirk? Het Europees Parlement lijkt dit een goed idee te vinden. Het argument gaat als volgt. Als via wetgeving de onderhandelingspositie van multinationale voedselfabrikanten ten opzichte van supermarkten wordt versterkt, dan zullen deze multinationals hogere prijzen en marges kunnen realiseren en profiteren boeren hiervan via het zogenaamde ‘doordruppeleffect’.

Oneerlijke handelspraktijken
Op dit moment lobbyen grote voedselfabrikanten in Brussel voor uitbreiding van de reikwijdte van wetgeving tegen zogenoemde ‘oneerlijke handelspraktijken’. Oorspronkelijk was deze wetgeving, voorgesteld door de Europese Commissie, bedoeld om zwakke partijen in de voedselketen te beschermen tegen grotere inkopers. Het ging daarbij om kleine boeren en tuinders.

Degene die aan het kortste eind zal trekken is de consument, die meer voor zijn voedsel moet gaan betalen
Binnen een half jaar na de lancering van een op zichzelf prima initiatief om boeren en tuinders te helpen, lijkt dit voorstel nu te veranderen in een gedrocht, enkel bedoeld om de winstmarge van fabrikanten te verhogen. Europarlementariërs hebben door de lobby van de grote voedselfabrikanten inmiddels volop gebruikt gemaakt van de mogelijkheid om het initiële wetsvoorstel met amendementen fors uit te breiden.

Marktverstoring
De bescherming van grote voedselfabrikanten heeft grote consequenties. Regulering van commerciële transacties tussen grote bedrijven vermindert de druk die inkopers kunnen uitoefenen op grote fabrikanten met als resultaat een significante marktverstoring wat uiteindelijk leidt tot prijsstijgingen. De hoop dat supermarkten een deel van die prijsverhogingen absorberen in hun eigen marge is een ijdele. De marge van supermarkten kent met 2-3% weinig rek om dit op te vangen. Degene die aan het kortste eind zal trekken is de consument, die meer voor zijn voedsel moet gaan betalen.

Maar dan de vraag of boeren er van profiteren als fabrikanten meer winst maken. Professor Tommaso Valletti, hoofdeconoom van het Directoraat-Generaal Mededinging van de Europese Commissie, denkt van niet. “Een grote fabrikant die gebruik maakt van wetgeving tegen zogenaamde oneerlijke handelspraktijken om daarmee druk uit te oefenen op supermarkten en zo de prijs te verhogen, heeft geen verplichting of motivatie om de hogere opbrengst van zijn verkregen betere onderhandelingspositie te delen met zijn eigen leveranciers, vaak boeren en tuinders”, aldus Valletti.

Dus wetgeving om commerciële relaties eenzijdig te beteugelen ten koste van de onderhandelingspositie van supermarkten, zal de toch al hoge marges van fabrikanten verder verhogen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat boeren hiervan profiteren.

De gemiddelde operationele marge van fabrikanten is 6 maal hoger dan van een retailer, 18 versus 3%. De gemiddelde marktkapitalisatie (totale waarde van de onderneming aan de beurs) van beursgenoteerde fabrikanten is gemiddeld 7,8 maal hoger dan voor beursgenoteerde retailers
Er zijn meer redenen om sceptisch te zijn over het zogenaamde ‘doordruppeleffect’ waardoor agrariërs meer gaan verdienen. Multinationals zoals Nestlé en Unilever hebben recent de doelstelling aangekondigd om de winstmarges te versterken. Nestlé bijvoorbeeld kondigde vorig jaar aan dat het doel voor 2020 is om de operationele marge met 1 tot 2% te willen verhogen tot 18,5%. Unilever realiseerde vorig jaar een operationele winstmarge van 17,5% en wil 20% halen in 2020. Het laten meedelen door hun leveranciers, boeren en tuinders, in deze winststijgingen is volstrekt theoretisch. Het verder laten stijgen van de winsten wordt door een geheel andere agenda gedreven.

'Ironisch en naïef'
Hoewel boeren, fabrikanten en in hun kielzog politici vaak anders doen geloven, zijn supermarkten niet de veelverdieners in de voedselketen. De gemiddelde operationele marge van fabrikanten is 6 maal hoger dan van een retailer, 18 versus 3%. De gemiddelde marktkapitalisatie (totale waarde van de onderneming aan de beurs) van beursgenoteerde fabrikanten is gemiddeld 7,8 maal hoger dan voor beursgenoteerde retailers. Deze getallen laten zien dat het totale onzin is om fabrikanten te beschermen tegen retailers. Zij zijn vele maten groter en sterker dan zelfs de grootste supermarktorganisatie.

Dat fabrikanten en Europarlementariërs aandringen op uitbreiding van de reikwijdte van de wetgeving tegen oneerlijke handelspraktijken onder het motto 'Fairness for all' is ironisch maar bovenal schadelijk voor de consument. Dat boerenorganisaties hierin mee lijken te gaan is merkwaardig maar bovenal naïef. Het extra geld dat consumenten hierdoor moeten ophoesten voor hun dagelijkse boodschappen zal door de multinational niet aan de boer worden overgemaakt.

De holle klank van de slogan 'Eerlijkheid voor allen' zou politici in Brussel aan de vooravond van de Europese verkiezingen aan het denken moeten zetten. Nederlandse politici moeten daarom minister Schouten van Landbouw oproepen om zich in Brussel met hand en tand te verzetten tegen het oprekken van dit wetsvoorstel. Het levert niets meer op voor de boer en pakt slecht uit voor de consument.
Dit artikel afdrukken