Ook al lijken boeren op dit moment de meest gehate bevolkingsgroep in Brabant, Nederland-breed scoren ze aanmerkelijk meer dan een ruime voldoende. Volgens Kantar, voorheen TNS-Nipo, scoort de boer een 7,7 als rapportcijfer en hebben 6 op de 10 Nederlanders nog enige voeling met boeren. Vissers scoren een 6,9; de voeling met hun bedrijfstak bedraagt maar 20%, 1 op de 5 Nederlanders dus.

Die cijfers maakte het ministerie van Economische Zaken gisteren bekend in een droog, maar leerzaam rapport.

De helft van de Nederlanders geeft aan geraakt te worden door slecht nieuws over de agrarische sector, schrijft Kantar. Driekwart vindt het noodzakelijk dat Nederland ook in de toekomst nog over agrarische bedrijven beschikt. Over het algemeen hechten bewoners van niet-stedelijke gebieden meer waarde aan de agrarische sector en het platteland dan bewoners uit stedelijke gebieden. Maar als het om het op duurzame wijze produceren van voedsel gaat en het meewegen van de duurzaamheid bij het kopen van voedsel, dan verschillen de niet-stedelijke en stedelijke bewoners niet van elkaar.

Met vissers heeft Nederland duidelijk minder. In vergelijking met de agrarische sector wordt er minder waarde gehecht aan de Nederlandse visserijsector, zegt Kantar. De helft van de Nederlanders vindt het nog wel noodzakelijk dat er in de toekomst visserijbedrijven zijn in Nederland, maar slechts drie op de tien hechten veel waarde aan de visserijsector en dragen de Nederlandse visser een warm hart toe.
Rijksoverheid - Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017
  • Deel
Druk af