Het systeem is zo ingericht dat het wel moet falenIn zijn boek beschrijft hij strategieën om een markttransformatie in de voedsel- en landbouwsector te realiseren. Simons – in het dagelijks leven niet alleen directeur van twee bedrijven die zich met deze problematiek bezig houden, SCOPEInsight en NewForesight, maar ook Young Global Leader van het World Economic Forum en Ashoka Fellow, legt de lat voor zichzelf graag hoog, zo blijkt uit de inleidende tekst op de achterflap. Na een carrière als directeur van certificeringorganisatie UTZ Certified legt Simons zich momenteel fulltime toe tot het organiseren van deze ‘duurzame markttransformaties’.
Don’t hate the player, hate the game
Simons verbaast zich over het feit dat het voedselsysteem wereldwijd zo slecht functioneert. Hoe kan eten, iets dat zo belangrijk is voor ieder mens op aarde, omgeven zijn met zoveel problemen? Vanuit zijn ervaring in verschillende landbouwsectoren stelt Simons zich op als insider. Toch komt hij hetzelfde inzicht als outsider Joris Luyendijk in de bankenwereld: niet de individuen, organisaties en bedrijven corrumperen het systeem, het systeem zelf strooit zand in de motor. Het is zo ingericht dat het wel moet falen.
Vrijwel alle ‘spelers’ in het systeem hebben door dat het niet goed gaat, maar wijzen naar elkaar. Negatief gedrag en korte termijn beslissingen worden beloond. In zo’n systeem is ‘onduurzaamheid’ de natuurlijke uitkomst. Simons is daarmee ook cynisch over ontwikkelingssamenwerking of trainingsprojecten: als alle spelregels tegenwerken, schiet je met een project of training niks op.
Fases in markttransformatie
Die improductieve en zelfs negatieve spiraal moet doorbroken worden. Maar hoe? Doorspekt met anekdotes en persoonlijke ervaringen, laat Changing the Food Game aan de hand van onder meer de handel in koffie, cacao en palmolie zien hoe een duurzame markttransformatie stap voor stap doorlopen kan worden. In fase 1 wordt er een probleem aan de kaak gesteld. Dat zijn bijvoorbeeld slechte werkomstandigheden of het platbranden van het regenwoud. Meestal zijn het NGO’s of maatschappelijke initiatieven die in een eerste fase van bewustwording de noodklok luiden. Bedrijven proberen het probleem aanvankelijk te ontkennen, maar zien op gegeven moment in dat ze moeten handelen. Dan worden eerst symbolische projecten opgestart.
Daarna breekt fase 2 aan. Daarin worden certificeringen en keurmerken gecreëerd. Een aantal bedrijven neemt het initiatief. Kort daarna haken de achterblijvers aan omdat ze snappen dat ze niet achter kunnen blijven. Op dat moment ontstaat concurrentie op duurzaamheid.
Simons weet zijn op de flaptekst beschreven hoge ambities nog niet helemaal waar te makenZo verklaart Simons en passant de wildgroei aan labels en keurmerken, waarvan de een nog ‘groener’ is dan de ander.
Vervolgens komt fase 3, waarin bedrijven zich realiseren dat de problemen te groot zijn om op te lossen met projecten en keurmerken. Dan breekt een fase aan waarin organisaties echte samenwerking opzoeken, omdat ze zich realiseren dat het probleem te groot is om alleen op te lossen. Er worden coalities gesloten, waarin ook overheden deelnemen. In die vierde en laatste fase, is een gelijk speelveld gecreëerd: het nieuwe, ‘duurzame’ werken wordt normaal.
Maatschappelijke verandering
De fases van Simons helpen om ontwikkelingen in de markt te duiden en identificeren. Wie Changing the Food Game heeft gelezen, leest de krant anders. Opeens zie je met een glimlach Simons’ fases overal terug. Simons’ kijk helpt spelers uit diverse domeinen hun rol beter te begrijpen en - hopelijk - van daaruit effectiever te spelen en timen.
Simons weet zijn eigen, op de flaptekst beschreven hoge ambities nog niet helemaal waar te maken in het boek. Hoewel hij met mooie voorbeelden van markttransformatie in verschillende (sub)sectoren in de voedselketen komt, blijkt de sprong naar een alomvattende duurzame markttransformatie, leidend tot ‘duurzame landbouw’ een brug te ver. Hij geeft zelf al aan – tot zijn spijt - nog geen voorbeelden te kunnen noemen van voedselsectoren die de alle vier de fases succesvol te hebben doorlopen. Duurzame ontwikkeling in landbouw en voedsel is een breed, complex verhaal. Simons weet orde in de conceptuele chaos te scheppen door duidelijke handvatten te bieden aan die ‘spelers’ die het in zich hebben om een veranderaar te willen worden. Daarmee is ‘Changing the Food Game’ in deze tijd van crisis voor alle spelers – NGO, bedrijfsleven of overheid – verplicht leesvoer.
Fotocredits: Changing the Food Game, Lucas Simons
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Da's een boeiende opmerking, Liesbeth. Ik denk dat je daarmee de methode van Simons totaal ondergraaft. Ben je dat met me eens?
Ik zie het als een pleidooi om de wereld naar onze zin in te richten. Wij (het 'westen') gaan de spelregels bepalen om het spel naar ons toe te kunnen trekken. What's new? Of ben ik te negatief? Ik zou denken dat we ons moeten richten op een voedseleconomie met een beetje minder dominant spel, zodat anderen ook naar eigen believen het huis in kunnen richten. Maar daar zal Simons geen toverformule voor hebben denk ik.
Mooi is het geworden, de nieuwe opmaak! Met lekker groot lettertype.
Gelijk maar los dan? Ik ken Simons niet en zijn boek evenmin. Kan zijn dat het heel diepzinnig is. Maar mij bekruipt een onaangenaam gevoel - hetzelfde als van Hendrik?
"Lucas Simons stelt in zijn nieuwste boek Changing the Food Game dat die uitdaging [verdubbeling voedselproductie] alleen opgelost kan worden door middel van een ‘effectieve markttransformatie’. "
Dat geeft de indruk dat het hier gaat om een afdoende noodzaak. Kortom, als we die effectieve markttransformatie maar hebben dan is ieder probleem oplosbaar.
Hierna volgen fases 1, 2 en 3 resulterend in 4: "In die vierde en laatste fase, is een gelijk speelveld gecreëerd: het nieuwe, ‘duurzame’ werken wordt normaal."
Doet me denken aan: "first they ignore you, then laugh at you, then hate you, then they fight you then you win" (Ghandi/Robbie Williams). Prachtig, zo'n ideaalbeeld. Alleen zijn er meer scenario's: "Fisrt they ignore you, then laugh at you, then they ignore you" kan dus ook.
Zou dat een reden zijn waarom de auteur geen goede voorbeelden kent van duurzame systemen in de voedingssector?
Aansluitend hierop en op Hendrik: onderzoek, markttransformatie en innovatie hebben vooral hun eigen dynamiek. Er kan maar zeer beperkt gestuurd worden. Soms met succes - allerlei instituten zijn actief op zoek gegaan naar vaccin voor ebola. Maar actief het energieprobleem oplossen is different biscuit. En een element opzoeken om fosfor in onze voeding te vervangen zit er niet in.
In een vorige lijn stelde Hendrik dat GMO uitgevonden zou moeten worden als het al niet bestond. O.a. omdat er te weinig mensen zijn om te schoffelen. Jammer maar helaas, uitvinden is vooral een autonoom proces. Het trekt zich niets aan van tekorten aan werkvolk. En evenmin van overschotten.
Maar stel dat Roundup en alle herbiciden onwerkzaam worden, dan betekent dit niet 1 op 1 dat er dus hongersnood ontstaat. Er ontstaat 'alleen' maar een andere situatie.
Hendrik, ik weet inmiddels waarom je Simons niet mag. Je las Vork. Daar staat wat je hieronder zei. Maar laten we het nu hebben over wat hierboven staat. Joris zet het helder uiteen. Wat vind je daarvan? We zijn weer open. Het gesprek kan verder.
Hendrik, je vindt dus iets van iets anders. Wat vind je bovenstaande tekst?