Mangroves, de bomen met steltwortels in tropische kustgebieden, zijn niet echt toeristische trekpleisters. Ze zitten ook in de weg voor garnalenkwekers. Daarom zijn duizenden hectares afgelopen decennia gekapt om plaats te maken voor garnalenvijvers. Dat mag nu niet meer, want mangroves blijken essentieel voor bescherming van de kust. Dat bleek na de grote tsunami in de Indische oceaan in 2004. Mangroves reduceren het overstromingsrisico voor 15 miljoen kustbewoners, met name in landen als Thailand, Indonesië, en de Philippijnen.

Een andere reden om mangroves te beschermen is hun rol als kraamkamer voor vis. Ongeveer 210 miljoen mensen leven in laaggelegen gebieden binnen een straal van 10 km van mangroven en veel van deze mensen profiteren van de met mangrove geassocieerde visserij. Daarbij zijn het biodiversiteit hotspots: het is de habitat voor meer dan 300 beschermde soorten wereldwijd.

Koolstofopslag
Misschien de belangrijkste reden om mangroves in ere te houden: het zijn, net als zeegrasvelden en kustmoerassen, gigantische koolstofopslagplaatsen. Ze halen kooldioxide uit de lucht op om op te slaan in hun wortels en takken, maar ook in het omringende slik. Ze doen dit zo goed dat ze tot 10 keer meer koolstof kunnen opslaan dan bossen. Ze hebben momenteel een hoeveelheid koolstof opgeslagen die overeenkomt met meer dan 21 miljard ton kooldioxide. Mangroves slaan het grootste deel van de koolstof op in de bodem en sediment. Als het niet gestoord wordt, blijft het daar millennia lang. Dit in tegenstelling tot de ‘groene koolstof’ van regenwouden: die slaan koolstof op in biomassa, die vrijkomt wanneer de bomen sterven.

Ondanks het grote belang van mangroves neemt het areaal nog steeds af, hoewel de laatste decennia minder snel dan daarvoor.

Zeegras
Zeegrasweiden slaan koolstof even effectief op als bossen. 400 kg kooldioxide per hectare, per jaar. Zeegrasvelden kunnen koolstof 35 keer sneller in de zeebodem opslaan dan tropische bossen. En, indien ongestoord, ze slaan dit op voor duizenden jaren in plaats van tientallen. Het zeegrasoppervlakte in oceanen wereldwijd is ongeveer 0,1%, maar zorgt voor 10% van de koolstofopslag.

Volgens een recent VN-rapport gaat jaarlijks 7% van deze belangrijke mariene habitat wereldwijd verloren. Dat komt overeen met een voetbalveld van zeegras dat elke 30 minuten verdwijnt
Zeegras heeft nog meer pluspunten. In Nederland werd zeegras gebruikt om dijken te bouwen. Ook werden er matrassen en kussens mee gevuld. Zeegrasvelden herbergen tot 40 keer meer zeeleven dan kale zeebodems. Allerlei vogelsoorten begrazen zeegras. 20% van 's werelds grootste visserijen wordt ondersteund door zeegrasvelden als kraamkamer voor jonge vissen. En (echt waar) zeekoeien eten graag zeegras. Zeegras is daarbij belangrijk voor de waterkwaliteit en bescherming van kusten omdat het sediment vangt en golven afremt.

Helaas is zeegras grotendeels verdwenen. Volgens een recent VN-rapport gaat jaarlijks 7% van deze belangrijke mariene habitat wereldwijd verloren. Dat komt overeen met een voetbalveld van zeegras dat elke 30 minuten verdwijnt. Nederland had tot de jaren dertig van de vorige eeuw grote zeegrasvelden in de Waddenzee en de Zeeuwse wateren: meer dan 65 vierkante kilometer. In goede jaren zelfs nog dubbel zoveel. Een schimmelinfectie, vervuiling, sleepnetten en de aanleg van de afsluitdijk en de Deltawerken maakten daar een einde aan. Er is nu nog maar een paar hectare over. Rijkswaterstaat gaat proberen een deel van het zeegras weer te herstellen. Ook in andere landen is het dramatisch. Groot-Brittannië heeft 90% van zijn zeegras verloren.

Blauwe koolstof is hot
Blauwe koolstof is kooldioxide die wordt vastgelegd en opgeslagen in kust- en mariene ecosystemen. Mangroven, kwelders en zeegras zijn de ‘grote drie’ - de best bestudeerde en begrepen blauwe koolstof ecosystemen. Ze nemen kooldioxide uit de lucht op en slaan het op in biomassa en sediment. Aquacultuur met zeewier is een andere manier om koolstof op te slaan. Het zijn krachtpatsers voor koolstofopslag en slaan tot 10 keer zoveel koolstof op dan bossen. Ze behoren echter ook tot de meest bedreigde ecosystemen ter wereld en als ze worden verstoord, kunnen enorme hoeveelheden broeikasgassen vrijkomen.

Hoewel de begroeide habitats van de oceaan minder dan 0,5% van de zeebodem beslaan, zijn ze verantwoordelijk voor 50% tot 70% van alle koolstofopslag in oceaansedimenten.

Door de recent ontdekte superpowers krijgt ‘blauwe koolstof’ plotseling veel aandacht in de race naar CO2-neutraal. De ‘grote drie’ opslagplaatsen van blauwe koolstof - mangroven, kwelders en zeegras - zijn ineens erg interessante beschermingsgebieden. En hoe kun je bescherming grootschalig financieren? Met koolstofkredieten.

Koolstofkredieten
Een belangrijke methode om uitstoot te verminderen is compensatie met koolstofkredieten: waar je als bedrijf of land zelf niet verder de uitstoot kunt beperken doe je dat ergens anders door middel van koolstofkredieten.

De meeste CO2-compensaties zijn gekoppeld aan de bescherming van bossen. Inkomsten worden aan lokale gemeenschappen betaald als stimulans om de bossen op hun land te beschermen. Daarmee blijven bossen staan of worden ze aangeplant ​​en absorberen ze koolstof uit de atmosfeer terwijl ze het lokale levensonderhoud ondersteunen.
CO2-compensatieprogramma’s moeten natuurlijk wel betrouwbare data hebben over hoeveel CO2 in de toekomst uit de atmosfeer wordt weggevangen. En dat blijkt een groot probleem met betrekking tot de blauwe koolstof gebieden als mangroves en zeegrasvelden.

De verwachte klimaatvoordelen van herstel van blauwe koolstofecosystemen zijn op dit moment nog niet precies te maken. Veel belangrijke problemen met betrekking tot het meten van koolstoffluxen en -opslag moeten nog worden opgelost. Omdat ze kunnen leiden tot overcreditering vertraagt dat certificatie
Een recente analyse beoordeelde in hoeverre koolstofverwijdering (negatieve emissies) door herstel gekwantificeerd kan worden. Dat is immers essentieel als je herstel wil financieren middels koolstofkredieten. De onderzoekers concludeerden dat koolstofboekhouding voor kustecosystemen niet alleen een uitdaging, maar ook riskant is.

Twijfelachtig
Ten eerste is de koolstofopslag in de bodem enorm variabel. Daarbij kunnen in kustgebieden ook andere broeikasgassen vrijkomen. Er komt steeds meer stikstof vanaf het land in mangroves terecht. Bacteriën kunnen het daar omzetten in stikstofoxide (N20, ofwel lachgas), een gas dat 298 keer het broeikaspotentieel heeft van CO2. Een ander sterk broeikasgas (34 keer CO2) dat uit ‘blauwe koolstof’ ecosystemen kan ontsnappen is methaan (CH4). Hoeveel methaan uit mangroves of kwelders komt hangt onder andere af van het zuurstof- en zwavelgehalte in de bodem.

Ook is het erg onzeker hoe deze systemen reageren op klimaatverandering. Volgens de onderzoekers zijn er veel te veel onzekerheden. De verwachte klimaatvoordelen van herstel van blauwe koolstofecosystemen zijn op dit moment nog niet precies te maken. Veel belangrijke problemen met betrekking tot het meten van koolstoffluxen en -opslag moeten nog worden opgelost. Omdat ze kunnen leiden tot overcreditering vertraagt dat certificatie. Er zijn nog veel aanvullende metingen nodig, die weer leiden tot extra kosten.

Dat neemt niet weg dat blauwe koolstofhabitats nog steeds moeten worden beschermd en waar mogelijk hersteld, omdat ze meer zijn dan koolstofopslag: ze bieden ook bescherming tegen stormen, ondersteunen biodiversiteit en visserij, verbeteren waterkwaliteit en voedselzekerheid.

Als dergelijke ecosystemen echter worden hersteld om de biodiversiteit te beschermen, en we ontdekken dat ze ook enkele gigaton CO2 verwijderen, dan zou dat een bonus zijn. Herstel moet daarom een ​​aanvulling zijn op – en niet een vervanging voor - emissiereducties.
Dit artikel afdrukken