In 2018 werd op ruim 58.000 hectare aan biologisch landbouw gedaan, 3,3% van het totale areaal landbouwgrond. Het grootste deel is biologisch grasland, voor de melkveehouderij. Het areaal biologisch grasland groeide in 6 jaar tijd met ruim 19% naar ruim 40.000 hectare. In Europees verband loopt Nederland hiermee achter. Gemiddeld was binnen de EU 7,0% van het landbouwareaal bestemd voor biologische landbouw.

Ook de biologische veestapel nam toe, met 10% naar 3,9 miljoen biologisch gehouden dieren. Van de totale veestapel in ons land was vorig jaar 3,4% biologisch (in 2017 nog 2,9%). De grootste toename was te zien bij de biologische geiten. Daarvan zijn er nu zo'n 55.000 in Nederland (+25%). Biologische varkens zijn er 97.000 (+6%), biologische leghennen 3,6 miljoen (+11) en het aantal biologische melkkoeien bleef nagenoeg gelijk; van de Nederlandse melkveestapel wordt 1,9% biologisch gehouden. In Europa is dat gemiddeld 3,8%.

Op 11.700 hectare vindt biologische akkerbouw plaats (+8%). Op 46% van die biologische akkers worden akkerbouwgroenten verbouwd, op 30% staan granen en op 14% aardappelen. Binnen Europa loopt Nederland voorop met de teelt van biologische aardappelen en groenten, aldus het CBS: 13% van het biologische landbouwareaal bestond uit groenten en 2,9% uit aardappelen. Binnen de EU is dat respectievelijk 1,1% en 0,2%.

Dit artikel afdrukken