image

Roger Huisman meldde gisteren in het dagblad ‘Belang van Limburg’: “biologische producten mogen voortaan sporen bevatten van genetisch gemanipuleerde planten. Bovendien moet dit niet op de verpakking staan. Dit staat in een Europese richtlijn die volgende week voorgesteld wordt.
Een andere nieuwigheid is dat de Europese Commissie ook een nieuw label voor biologische voeding gaat invoeren. Het huidige logo dateert uit 2000. Voedingsproducten die dit label dragen, moeten voor voor 95% uit de biologische productie komen. Producenten, die strengere normen voor bio-voeding hanteren dan in de nieuwe richtlijn voorzien is, mogen dit wel met een eigen label blijven doen.

Als etenswaren ingrediënten uit genetisch gewijzigde gewassen (ggo’s of gmo’s) bevatten, boven de toegelaten drempelwaarde van 0,9 procent, eist Europa (zie http://europa.eu.int) dat dit op het etiket staat. Tot nu toe mogen producten, die zich als ‘bio’ laten verkopen, echter geen enkel spoor van ggo’s bevatten. Nu mag dat dus wel, volgens dezelfde afspraken als welke voor ‘gewone’ voeding gelden, en mag je zelfs het officiële Europese logo voeren. Al hoeven bio-producten sowieso pas vanaf 2009 volledig in regel te zijn met de etikettering. De Europese Commissie negeert hiermee de aanbevelingen uit een rapport van het europarlement.

Hoewel de biologische industrie groeiende is, vormde het afgelopen jaar slechts 3,6% van de productie in de Europese Unie. Anderzijds ruikt de distributiesector vette winsten in de verkoop van wat-moet-doorgaan-voor-bio-voeding. Of houden we het vandaag netjes en stellen we ‘de distributiesector wil hier een voortrekkersrol spelen, en vindt in deze nieuwe regelgeving eindelijk soelaas’?

Deze nieuwe Europese regelgeving komt hoe dan ook als geroepen voor zowel ‘het Zuiden’ als de multinationale voedingssector. Immers, het etiketteren van de aanwezigheid van ggo’s op zich is nooit problematisch geweest, maar de controle op de etikettering om na te gaan of wat op de etiketten staat wel klópt, des te meer.

In Europa worden nauwelijks transgene gewassen geteeld, omdat milieuorganisaties als Greenpeace de publieke opinie zo hebben weten te kneden, dat de consument er niet van wil (w)eten en weinig Europese politici hebben hier dan ook hun vingers durven aan verbranden. “De Derde Wereld staat echter beduidend minder afwijzend tegen het ggo-fenomeen”, zegt Ronny Swennen van de Landbouwfaculteit van Leuven. Via biotechnologie maakt hij lokale variëteiten uit derdewereldlanden resistent tegen virsussen en bacteriën. “In de Noord-Zuidverhoudingen zie je dat het Zuiden meer geïnteresseerd is in biotechnologie dan het Noorden”, citeer ik Swennen verder uit het boek ‘De boom van goed en kwaad – over bio-ethiek, biotechniek, biopolitiek (Jan Remans / Acco 2005)’.

De weinig-moedige politici lijken nu hun eigen variant van het paard van Troje in deze gevonden te hebben. Na “hoe fair is fairtrade?” stelt zich nu de vraag “hoe bio is biologisch?”.

Jan Remans (ex-VLDsenator, arts en voorspreker van biotechnologie) zelf aan het woord: “De resten van een genetisch gewijzigde suikerbiet detecteren in een pot chocopasta is zoeken naar een spreekwoordelijke speld in een hooiberg. […] Vindt die maar eens terug nadat ze in de cacaoboter zijn gedraaid.” Nu het Zuiden sowieso meer wil gaan instaan voor het toeleveren van bio-producten aan de Europese markt, vindt het in Europa misschien zowaar een bondgenoot en worden na de tolmuren nu ook die andere muren van marktafscherming alsnog definitief gesloopt? Het ‘bio dicht bij huis is dubbel goed’-verhaal lijkt mij alvast weer enkele voedselkilometers verder van huis. En jij?

Dit artikel afdrukken