Mede dankzij bloggers en influencers is het fenomeen bekend geworden en kreeg het een naam. Maar bestaat het wel? Het schort in ieder geval aan wetenschappelijk bewijs. Een review van 58 studies noemt de aandoening zelfs een mythe.
Theorie bijnieruitputting
De bijnieren produceren in een situatie van fysieke of mentale stress het hormoon cortisol, het zogeheten ‘stresshormoon’. Cortisol heeft verschillende functies, waaronder het beschikbaar maken van energie in de vorm van glucose. Het onderdrukt het immuunsysteem en helpt mee in het slaap-waakritme.
Dat is meteen een enkeltje naar de tuchtrechter. Een behandeling moet doelmatig zijn, zinvol. Dat is het nietVolgens aanhangers van het concept bijnieruitputting leidt chronische stress ertoe dat de bijnieren de productie van cortisol niet kunnen bijhouden, waardoor ze steeds minder hormonen produceren. Het gevolg van die ‘bijnieruitputting’ is onder andere vermoeidheid, duizeligheid, depressie, moeite met slapen en opstaan, en andere vage klachten.
Behandeling met bijwerkingen als gevolg
De behandeling kan bestaan uit het veranderen van de leefstijl, zoals stressvermindering en het verbeteren van je voeding, maar ook het slikken van voedingssupplementen en medicatie zoals hydrocortison (cortisol). De laatste optie kan gevaren met zich meebrengen, zelfs in een kleine dosis. Een cortisonbehandeling kan namelijk mogelijke bijwerkingen tot gevolg hebben, zoals osteoporose, psychische stoornissen, en hart en vaatziekten.
Het samenhangende probleem met een cortisonbehandeling is dat mensen er snel van opknappen, of je bijnieren nu goed functioneren of niet. Dat wakkert het geloof aan dat bijnieruitputting daadwerkelijk bestaat. Het effect is echter tijdelijk, want er treedt al snel gewenning op, tenzij de dosis wordt verhoogd. Je bijnieren gaan daadwerkelijk minder cortisol produceren.
Volgens internist Frank van Berkum (ziekenhuisgroep Twente) wordt een cortisonbehanding niet door Nederlandse internisten voorgeschreven voor bijnieruitputting. “Dat is meteen een enkeltje naar de tuchtrechter. Een behandeling moet doelmatig zijn, zinvol. Dat is het niet.”
‘In de wetenschap zijn er veel misverstanden over bijnieruitputting’
Volgens voedingscoach Ralph Moorman - schrijver van De Hormoonfactor en actief op sociale media - komt de wetenschap er niet uit, omdat het onderzoek gaat over de functie van de bijnier in absolute zin. Dat terwijl het bij bijnieruitputting meer om een verstoorde dagcurve van cortisol zou gaan en het slecht reageren van de bijnierschors op aansturing van het zenuwstelsel. Moorman: “Wellicht is bijnieruitputting eerder een ‘zenuwstelseluitputting’. Het resultaat is in ieder geval een verstoord dagritme en een verslechterde respons op stress en ontstekingen. Dit zijn precies de onderdelen van de menselijke homeostase die normaal gesproken door de bijnierschorshormonen gecontroleerd zouden moeten worden en dit gebeurt dus niet optimaal.”
Iets wat niet bestaat, kan je niet behandelen‘Bijnieruitputting is onzin’
Van Berkum is scherp in zijn oordeel: “Bijnieruitputting is natuurlijk alternatieve nonsens, het ziektebeeld bestaat niet. Ralph Moorman vergelijkt bijnieruitputting met een burn-out, maar dat is flauwekul. Een burn-out is een soort chronische stress, maar je hebt eerder teveel cortisol dan te weinig. [..] Als een bijnier uitvalt, dan kunnen we dat meten in het bloed, maar dat is zeldzaam. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de ziekte van Addison.”
Van Berkum ziet verschillende oorzaken. “Chronische vermoeidheid komt enorm vaak voor. Een enkele keer is het een vitamine B12-gebrek. Een tweede heeft bloedarmoede. Een derde heeft slaapapneu. Een vierde kampt met levensproblematiek. En een vijfde is in gevecht met zichzelf, omdat diegene worstelt met zijn of haar seksualiteit. Daar kom je niet achter in zo’n consult. Het kost psychisch veel energie om het probleem aan te pakken en daar word je moe van.” Van Berkum wijst ook op zachte verbanden die we serieus moeten nemen. “Er is een heel duidelijk verband tussen geest en lichaam, maar dat betekent niet dat je het onder een term ‘bijnieruitputting’ moet plaatsen. Het zijn gevaarlijke uitspraken, want het genereert valse hoop. Iets wat niet bestaat, kun je niet behandelen.”
Meer onderzoek?
Bijnieruitputting, bestaat dat wel? De conclusie van het hierboven genoemde systematische onderzoek naar bijnieruitputting zeg het zo: “bijnieruitputting vereist verder onderzoek door degenen die beweren dat het bestaat.”
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik ben nu 14 jaar alternatief genezer en bijnieruitputting is in onze kringen een gebruikelijke bekende aandoening.
Nu ik echter te maken heb met de reguliere geneeskunde via tuchtklachten en familierecht snap ik dat de theorie in de reguliere geneeskunde die erg innig verwoven is met de wereld van advocaten en rechters keidhard ontkent wordt.
Het hele lawyes paradise draait om de ander uit te putten dat is hun strategie! Uithoudingsvermogen.
Enno # 50, dank voor je analyse. Inderdaad is de synthese van levothyroxine al veel eerder gepubliceerd. Het patent gold voor de merknaam Thyrax.
Mijn nekharen gingen overeind van de interviews met de artsen/hoogleraren. Ze zijn nogal stellig in hun theorieën, die niet echt onderbouwd zijn door wetenschappelijk onderzoek, maar door aannames. Zij suggereren dat de restklachten van patiënten die overschakelden van Thyranon op levothyroxine een soort ‘heimwee naar hun vertrouwde medicijn’ was of ‘weerstand tegen overschakelen’ en als er geen verklaring is, dan maar ‘psychische oorzaken’. Dit vind ik persoonlijk nogal badinerend.
Bijzonder vind ik dat de artsen melden dat alleen in Nederland patiënten klaagden over de overgang naar een ander medicijn, terwijl juist de patiënten hun heil zochten bij internetfora in het buitenland om hun ervaringen te delen. Een site met veel informatie is van Mary Shomon, maar er zijn er veel meer.
Conclusie van het rapport: ‘Men kan concluderen dat de deskundigen over het algemeen vrij conservatief zijn in de manier waarop zij aankijken tegen schildklieraandoeningen en de behandeling daarvan.’
Nog een conclusie: ‘Er waren een aantal theoretische bezwaren tegen het gebruik van schildklierpreparaten, hoewel er maar weinig klinische studies lijken te zijn die deze theorieën ondersteunen.’
Met de aanbevelingen uit het rapport, waaronder meer onderzoek gewenst, is 27 jaar later nog niet zo heel veel gebeurd. Inmiddels erkennen artsen dat ongeveer 15% van de patiënten restklachten houdt na hormoonsuppletie. De oorzaak daarvan is nog steeds niet achterhaald.
Thyranon was wellicht een farmacologisch onzuiver product. In het buitenland zijn de merknamen Erfa en Armour Thyroid geregistreerd en op recept verkrijgbaar. Een apotheker heeft me verteld dat de instabiliteit kan worden vereffend door badges te vermengen, totdat een stabiele stof ontstaat.
Maar nu on-topic. Eén citaat uit dit rapport springt bij mij in het oog:
‘In 1986 kwam dat neer op een aantal schildklierpatiënten van ruim 200.000 (in Nederland), maar het werkelijke aantal lag volgens een schatting van de endocrinologen Hennemann en Krenning op een half miljoen (Farmaceutisch Nieuws, januari 1992). Dat het werkelijke aantal schilklierpatiënten zoveel hoger wordt geschat dan het aantal dat wordt opgegeven door het CBS wordt vermoedelijk veroorzaakt door het feit dan vele mensen, met of zonder klachten, met een afwijkende schildklierfunctie (nog) niet als schildklierpatiënt worden erkend en dus niet als zodanig geregistreerd zijn.’
Dus als ik het goed lees zijn er zo’n 300.000 mensen die min of meer last hebben van schildklierklachten, maar dat zelf niet weten. Tel daarbij op dat een deel van de erkende patiënten restklachten houdt, ondanks hormoonsuppletie. Zouden dit de mensen zijn die het bijnieruitputtingsverhaal serieus nemen? Het rapport zegt immers:
‘De hoeveelheid ACTH en Cortisol (bijnierschorshormoon) lijkt niet zelden afgenomen bij hypothyreoïdie. Dit kan een belangrijke rol spelen bij patiënten die bloot staan aan te veel stress.’
Dit zou verklaren dat bijnieruitputting helemaal geen flauwekul is. En dat we met z’n allen nog niet in staat zijn om een grote groep mensen te screenen op mogelijk disfunctioneren van hun hormoonstelsel.
#46
Ik heb het rapport gelezen, maar mijn nekharen gingen niet echt overeind staan. Ik vond het een zeer uitgebreide, evenwichtige analyse van de problematiek rond de overstap van het schildklierpoeder preparaat Thyranon naar het synthetisch bereide hormoon levothyroxine. Behalve patiënten komen ook endocrinologen aan het woord en ik kon met de beste wil van de wereld geen kwaadwilligheid vinden in hun reacties, integendeel.
Uit het rapport blijkt verder dat het besluit om Thyranon van de markt te halen niet, zoals hier wordt gesuggereerd, uitsluitend was ingegeven door financiële motieven. De reden dat Organon ophield met de productie van Thyranon had vooral te maken met de wetgeving vanuit de EG. Deze verordonneerde dat vanaf 1990 alleen geregistreerde medicijnen op de markt mochten worden gebracht. Voor registratie moet een medicijn aan allerlei eisen van kwaliteit, effectiviteit, veiligheid etc, voldoen en dat was in het geval van Thyranon niet eenvoudig. Farmacologisch gezien was het een onzuiver product met een slecht gedefinieerde samenstelling, het product had geen constante kwaliteit, de bepaling van het gehalte actieve hormonen was niet correct, kortom allerlei zaken waar het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen niet bepaald vrolijk van wordt. Bovendien was er al sinds de jaren 50 een synthetisch alternatief beschikbaar (levothyroxine) dat deze problemen niet kende. Ook al omdat de markt steeds verder afkalfde, besloot Organon te stoppen met de productie van Thyranon en over te schakelen op het synthetische product Thyrax. Uiteraard speelden bedrijfs-economische motieven een rol bij deze beslissing, maar of Organon hier nou echt zo rijk van is geworden, betwijfel ik. Vóór de introductie van synthetisch bereide hormonen verkeerde Organon in de unieke positie dat ze dankzij het moederbedrijf Zwanenburg toegang hadden tot een oneindige bron van dierlijk uitgangsmateriaal voor productie van allerlei hormoon preparaten. Door de beschikbaarheid van synthetisch bereide hormonen raakte ze dat concurrentie voordeel kwijt. En wat betreft het patenteren: de synthese van levothyroxine is al in 1927 gepubliceerd. Ik weet niet of levothyroxine ooit gepatenteerd is geweest, maar mocht dat zo zijn, dan was dat patent al lang verlopen toen Organon zich in 1990 op de markt meldde.
Dick #47 Ik wachtte al op je vraag. Complotten gaat me wat ver. Eerder verschillende belangen. En ja, zeker een gebrek aan openheid van geest van alle kanten.
Eerlijk gezegd denk ik dat de tijden van het oude denken voorbij zijn. Patiënten kun je niet meer weg zetten als leken. Ik ken er die beter onderlegd zijn in onderzoeksmethodieken dan menig arts. Ik geloof meer in een model van samenwerking tussen arts, leefstijlcoach en patiënt.
Nee hoor, vermoedelijk is het vaak een egokwestie, broodnijd of angst dat een ander het wel eens beter zou kunnen doen dan jij..Het lijken wel mensen ;-)