Eeuwenlang opereerden vissers uit het zicht en vaak uit het hart. Zeker de vissersschepen op de open oceaan konden vrijwel ongecontroleerd hun gang gaan. Onafhankelijke visserij waarnemers hebben een van de gevaarlijkste beroepen ter wereld: ze moeten het opnemen tegen vijandige bemanningsleden, vooral als ze zaken ontdekken zoals illegale visserij, mensenhandel of het ontvinnen van haaien. Intimidatie komt veel voor. Het gebeurt regelmatig dat waarnemers spoorloos verdwijnen.

Maar de waarnemers krijgen steun: satellietbeelden met hoge resolutie, drones, en andere volgsystemen maken het steeds moeilijker voor schepen om illegaal te opereren.

Tien jaar geleden was het onmogelijk om open access-beelden te krijgen van de wereldwijde visserijactiviteit. Maar dankzij de vooruitgang in satelliettechnologie en machine learning kan dat nu wel
Global Fishing Watch
Tien jaar geleden was het onmogelijk om open access-beelden te krijgen van de wereldwijde visserijactiviteit. Maar dankzij de vooruitgang in satelliettechnologie en machine learning kan dat nu wel. Global Fishing Watch is het resultaat van de samenwerking tussen drie partners: een grote internationale organisatie voor oceaanbehoud, een technologiebedrijf dat satellietbeelden en gegevens gebruikt om het milieu te beschermen, en Google Earth. Global Fishing Watch bevordert het oceaanbeheer door meer transparantie van menselijke activiteiten op zee. Door kaartvisualisaties, gegevens en analysetools te maken en openbaar te delen, stimuleert Global Fishing Watch een transformatie in hoe we de oceaan beheren. Onderzoekers en NGO's kunnen de satelliettechnologie gebruiken om illegale visserij op te speuren.

Ook herkent het programma bijvoorbeeld verdachte activiteiten zoals het uitzetten van het automatisch volgsysteem AIS. Milieuorganisatie Oceana stopte de internationale lijst van verdachte IUU-vissersschepen in het programma. Wat bleek: ze konden maar 2 van de 168 schepen van die lijst realtime volgen. Het lijkt er dus op dat de rest niet gevolgd wil worden, al gaan autoriteiten ervan uit dat schepen dit veiligheidssysteem altijd aan hebben.

Overladers opspeuren
Dankzij een praktijk die bekend staat als overlading - de overdracht van vangst tussen schepen - kunnen vissers maandenlang op zee blijven. Overladen en bunkeren op volle zee kunnen bijdragen aan illegale visserij en zelfs dwangarbeid, omdat het kapiteins in staat stelt hun bemanning maanden of zelfs jaren achter elkaar op zee te houden.

Maar, net als met het klimaatprobleem, is mondiale overeenstemming krijgen lastig. Daarom zijn de WTO-onderhandelingen over subsidies ook al 20 jaar aan de gang
Om dit complexe netwerk van ondersteunende schepen beter te begrijpen, heeft Global Fishing Watch zijn machine learning-technologie toegepast om miljarden Global Position System (GPS)-gegevenspunten te analyseren die zijn uitgezonden door vissers-, transport- en bunkerschepen van 2012-2019. Door hun posities en gedragingen te bestuderen, konden ze vaststellen wanneer en waar deze schepen elkaar op zee ontmoetten. Met behulp van AIS ontdekten ze nog iets: bij veel bunker- of bevoorradingsschepen die op zee stillagen was nooit een ander schip in beeld. Dat duidt dus op schepen die niet gezien willen worden.

Met dergelijke Big Data-technologie kan het net om de illegale visserij langzaam sluiten. Tenminste, als landen ook maatregelen gaan nemen tegen schepen die van illegale visserij verdacht zijn. En juist met die maatregelen wil het nog niet zo erg vlotten.

Het beste is natuurlijk om de illegale visserij op mondiaal niveau aan te pakken. Maar, net als met het klimaatprobleem, is mondiale overeenstemming krijgen ook het lastigst. Daarom zijn de WTO-onderhandelingen over subsidies ook al 20 jaar aan de gang. De Europese Commissie heeft niet gewacht op wereldwijde afspraken, en heeft in 2010 zelf regels ingevoerd om te voorkomen dat er illegaal gevangen vis op de EU-markt terechtkomt.

Europese maatregelen
De EU-verordening ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IUU-visserij) is tot nu toe de meest effectieve anti-IUU-wetgeving in zijn soort. De verordening moet ervoor zorgen dat:
  • alleen zeevis die volgens de vlaggenstaat (het land waar een vissersschip is geregistreerd) of de staat van uitvoer legaal is gevangen, mag worden ingevoerd in of uitgevoerd uit de EU.

  • er regelmatig een lijst van IUU-vaartuigen wordt uitgegeven op basis van identificatie door regionale organisaties voor visserijbeheer.

  • staten die een oogje dichtknijpen voor illegale visserijactiviteiten op een zwarte lijst komen.

  • marktdeelnemers uit de EU die overal ter wereld illegaal vissen, onder welke vlag dan ook, aanzienlijke straffen tegemoet kunnen zien die in verhouding staan ​​tot de economische waarde van hun vangst, waardoor ze geen winst maken.

De vlaggenstaten moeten daarom de oorsprong en de legaliteit van de vis garanderen, zodat verzekerd is dat alle vis die van en naar de EU worden verhandeld, volledig traceerbaar is. Wanneer het een land niet lukt om de legaliteit van de vis te verzekeren, gaat de Europese Commissie helpen.

De IUU-verordening heeft 2 belangrijke componenten:

Vangstcertificaat
Dit is een invoerdocument dat de vlaggenstaat heeft goedgekeurd: de vis is gevangen volgens de regels van dat land. In de hele EU komen elk jaar meer dan 250.000 vangstcertificaten binnen. Sommige landen ontvangen er wel 150 per dag. Het zijn papieren of kopieën van papieren certificaten. Dat maakt het systeem op dit moment nog zo lek als een mandje. Een paar landen, waaronder Spanje en Nederland, hebben een eigen digitaal controlesysteem voor de vangstcertificaten opgezet. Maar een EU-brede databank is natuurlijk veel beter.

In 2019 lanceerde de EU versie 1.0 van zo’n internationaal gestandaardiseerd digitaal systeem: CATCH. Het is nu volledig operationeel, en maakt het mogelijk om informatie over certificaten tussen de lidstaten te delen en kruiselings te controleren. Controleurs kunnen ook makkelijker partijen met een hoger risico eruit pikken.

In 2019 lanceerde de EU versie 1.0 van zo’n internationaal gestandaardiseerd digitaal systeem: CATCH.
Het gebruik van CATCH is op dit moment vrijwillig. Daardoor is er nog steeds geen geharmoniseerde controle door de EU-lidstaten. Dat kan alleen als de lidstaten zich committeren aan systematisch gebruik van het CATCH-systeem. Daar lijken ze geen haast mee te maken.

Gele kaart
Met de IUU-verordening kan de EU een ’gele kaart’ afgeven aan niet-EU-landen als ze niet genoeg doen om illegale visserij te bestrijden. Als deze landen er niet in slagen om de vereiste hervormingen op tijd door te voeren geeft de EU een ‘rode kaart’: ze mogen niet meer naar de EU exporteren.

De EU heeft sinds de invoering van het kaartensysteem al meer dan 60 landen geholpen met de bestrijding van IUU-visserij. 27 landen kregen gele kaarten om hun visserijbeheer te verbeteren. De Europese Commissie helpt hen ook daarbij. Hiervan hebben 14 hervormingen doorgevoerd en zijn geschrapt. Zes landen deden te weinig en hebben een rode kaart gekregen. Vier van deze landen – Cambodja, de Comoren, Saint Vincent en de Grenadines – hebben tot op heden nog steeds een rode kaart.

In de hele EU komen elk jaar meer dan 250.000 vangstcertificaten binnen. Sommige landen ontvangen er wel 150 per dag. Het zijn papieren of kopieën van papieren certificaten. Dat maakt het systeem op dit moment nog zo lek als een mandje
Critici vragen zich af of zo’n gele kaart-systeem wel werkt. Een land kan tenslotte ook naar andere landen exporteren als het niet naar Europa mag. Onderzoek toonde aan dat het ‘t beste werkt als ook andere grote importlanden, zoals de VS en Japan, met een dergelijk systeem zouden werken. Gelukkig gebeurt dat ook inmiddels. En verder is het - hoe dan ook - heel goed dat individuele landen hulp krijgen om hun visserijbeheer op orde te krijgen.

Niet alles kunnen we op Europees niveau regelen. Dat creëert namelijk in veel gevallen een ongelijk speelveld. Bijvoorbeeld de verplichting van een uniek scheepsnummer (UVI), zoals de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) hanteert.

Verplicht uniek scheepsnummer
Een belangrijk middel om een vissersboot te identificeren is een unique vessel identifier (UVI). Een UVI is een permanent nummer dat bij een vaartuig blijft van bouw tot sloop. Dit is verplicht op EU-schepen, maar nog niet daarbuiten. Dat bemoeilijkt de controle van de vangstcertificaten, en er is geen sprake van een level playing field tussen EU-vissers en daarbuiten. Het wereldwijd verplichten tot het nummeren van boten boven een bepaalde minimumlengte zou het voor illegaal opererende schepen een stuk lastiger maken om onopgemerkt te blijven.

Havencontroles
Bijna alle commercieel verkochte vis moet op weg naar de markt via een haven komen. En dat maakt havencontroles een cruciaal onderdeel van de oplossing voor IUU-visserij.

Zolang wereldwijde, Europese of nationale afspraken traag opgepakt worden, is het aan de viskopers zelf om te controleren hoeveel risico ze lopen op illegale visserij en daarmee gelieerde criminele zaken. Steeds meer retailers vragen daarom betere traceerbaarheid van visproducten
Die havencontroles zijn geregeld in de Port States Measures Agreement. Door te reguleren hoe visserij- en visserijgerelateerde vaartuigen toegang kunnen krijgen tot havens van landen die verbonden zijn aan de PSMA en hoe ze van die havens gebruik kunnen maken, kan illegale vis minder makkelijk aan land komen. De overeenkomst is tot stand gekomen in het kader van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Het werd in 2009 aangenomen en trad in 2016 in werking. De EU was een van de eerste partijen die de overeenkomst ratificeerde en heeft de ratificatie en uitvoering ervan door landen consequent bevorderd. Tegenwoordig telt het akkoord 69 partijen, maar overheden over de hele wereld hebben veel werk te doen om de PSMA-vereisten om te zetten in de nationale praktijk.

Betere traceerbaarheid
Zolang wereldwijde, Europese of nationale afspraken traag opgepakt worden, is het aan de viskopers zelf om te controleren hoeveel risico ze lopen op illegale visserij en daarmee gelieerde criminele zaken. Steeds meer retailers vragen daarom betere traceerbaarheid van visproducten. Helaas hebben de meeste handelaren niet zo’n trek in meer administratie. Want daar komt het op neer, zo is de opinie. Maar digitale registratie van productdata is al in de meeste delen van de voedselindustrie ingevoerd. Het is een kwestie van uitbreiden en data koppelen. Onlangs is een organisatie daarvoor speciaal in het leven geroepen: De Global Dialogue on Seafood Traceability. De consumenten, retailers en ook de Europese Commissie met de Farm to Fork strategy willen immers een transparante voedselketen. Nu nog even doorpakken.

Dit is het derde en laatste deel over illegale visserij van Christien Absil. Eerdere delen verschenen op 8 januari en 14 januari.
Dit artikel afdrukken