Het is vast geen verrassing voor mensen die de jongste ontwikkelingen in voedingsonderzoek volgen, of die ervaring hebben met diëten. Een eenduidig opgezette nieuwe muisstudie maakt aannemelijk dat ieder individu anders reageert op voeding.

Vijf patronen, vier identieke stammen
Onderzoekers voerden vijf typen voeding aan vier verschillende muizenstammen. Binnen elke stam waren alle individuele muizen genetisch identiek. De vijf voedingspatronen waren: standaard muizenvoer (als controle), voeding equivalent aan een Westers voedingspatroon, aan een mediterraan, Japans of ketogeen patroon.

Het onderzoek mag niet zomaar naar mensen worden vertaald, maar is een krachtige aanwijzing voor de gedachte dat het niet zinvol is om er in de wetenschap van uit te gaan dat er één optimaal voedingspatroon voor iedereen bestaat
Terwijl de ene stam muizen gunstig reageerde op het ene voedingspatroon, pakte dat voor een andere stam ongunstig uit. Zo werd een bepaalde stam dik bij het Westerse patroon, maar niet bij het ketogene patroon en was dat bij een andere stam precies omgekeerd.

Het artikel vermeldt niet of ook het genetisch profiel van de darmflora, het zogenaamde microbioom, gecontroleerd werd. Net als epigenetische variaties kan ook dat zorgen voor individuele verschillen.

Krachtige aanwijzing
Afgezien van deze kanttekening, is het veelzeggende van dit onderzoek dat zowel het voedingspatroon als de genetica van de dieren heel nauwkeurig gecontroleerd werden. Daarom kan ruis in de variërende reacties van de muizen op hun voeding worden uitgesloten.

Het onderzoek mag niet zomaar naar mensen worden vertaald, maar is een krachtige aanwijzing voor de gedachte dat het niet zinvol is om er in de wetenschap van uit te gaan dat er één optimaal voedingspatroon voor iedereen bestaat. Dat heeft gevolgen. Het gros van het onderzoek gaat nog altijd uit van de gedachte dat we allemaal hetzelfde zijn en hetzelfde op voeding reageren. In zijn kern is de biomedische voedingswetenschap vooral gericht op het vinden van één universeel gezonde voeding. Het muizenonderzoek maakt dat uitgangspunt op zijn minst sterk betwijfelbaar.
Dit artikel afdrukken